#1 | #2 | IFFR#33 | #3 | #4 | #5 | #6 Munchen | #7 | #8 | #9 | #10 The Interviews | #11 | #12 Berlin | #13 Dresden | #14 | #15 | #16 Copenhagen | #17 IFFR | #18 Riga | #19 Conceptual Art | #20 The Swiss Issue | #21 Aktie! | #22 Rotterdam Art Map 1.0 | #23 Bruxelles | #24 Maasvlakte 2 | #25 Douala | #26 Rotterdam Art Map 2.0 | #27 Tbilisi | #28 Budget Cuts NL | #29 Italian Issue | #Side by Side | #30 Rotterdam Art Map 3.0 | #31 It’s Playtime | #32 Rennes Free Edition | #33 Rotterdam Art Map 4.0 | #34 Arnhem Art Map | #35 Existentialism | #36 Pascal Gielen | #37 The Swiss Issue revisited | #38 What Life Could Be | #39 The Void | #40 Over ziek zijn/On Being Ill | #41 Side by Side (2020-2021) | #42 Shelter for Daydreams | Colofon

Redactioneel
34 dagen duurde de oorlog in Libanon en iedere dag maakte de kunstenaar en muzikant Mazen Kerbaj een aantal tekeningen. Wij waren in Berlijn — Stadt des Friedens — en keken iedere dag naar BBC World. In Der Tagespiegel verscheen het artikel ‘Bloggen gegen Bomben’, zo leerden wij Mazen en zijn blog kennen. Toen keken we iedere dag naar BBC World én Mazen’s blog. Wij vroegen hem om een tekening voor dit nummer. Wat kun je als kunstenaar doen in oorlogstijd? Sommige kunstenaars reageren met hun werk zoals Mazen, en anderen gaan gewoon door met wat ze altijd al deden – of het nu de oorlog in Libanon is of 911, of het de illegale oorlog in Irak is of het overtreden van de Confenties Geneve in Abu Graib en Guantanamo Bay op Cuba. We willen binnenkort een boekje publiceren met 34 tekeningen van Mazen.
Tijdens het weekend dat het Rotterdamse culturele seizoen officieel opende met de zoveelste editie van ‘de Wereld van de Witte de With’ waren we niet in de stad. Ongetwijfeld veel moois en interessants gemist, want alles en iedereen was opgetrommeld en een groot deel van het jaarlijkse cultuurbudget is er dat weekend doorheengeblazen, maar goddank misten we ook de overdaad en de braderiesfeer. Het daaropvolgende weekend leek trouwens ook op een opening van het culturele seizoen; de Salon opende in het Schielandhuis, Artstore in het Groothandelsgebouw, en Studio Hergebruik aan de Coolsingel. Het weekend daarna was er een Player-avond en een opening bij Kaus Australis, en misten we de film van Lawrence Weiner in WdW.
We hebben verder bijdragen van Marieke van der Lippe, zij is ondertussen moeder geworden, haar zoon heet Guido; Jason Coburn schreef zijn review in de tunnel onder het kanaal; Jan Vermeijden was op zoek naar de bibliotheek, verdwaalde, en kwam op zijn wandeling Daan van Golden en Bas Jan Ader tegen. Jack Segbars probeerde het raadsel van de koperen bol aan het Shell gebouw op het Hofplein te begrijpen, Wil de Wit sprak met de filmer Karel Doing en Marlene Laube en Maja Linke van Kunsthaus Dresden brachten een sculptuur terug naar Rotterdam, verbaasden zich over de verwarrende Witte de With/Tent situatie en schreven er de kritische dialoog Von Kaninchen und Menschen.

^Rob Hamelijnck, Berlijn

Mazen Kerbaj 2006 / Beirut 16 July 2.10 am / How can I show sound in a drawing
^

Von Kaninchen und Menschen
ML   Tja, in welcher Form will man schreiben, die Aufforderung dazu kam ja ziemlich plötzlich, wir hatten den Besuch im Witte de With noch gar nicht richtig verdaut.

ML   Ich frag mich gerade, ob’s wirklich so unbefriedigend war, oder ob wir einfach nicht bereit genug waren. Unbefriedigend ist ja auch das falsche Wort, das darf’s ja auch sein. Ich hab mich zumindest gleich „wie zu Hause“ im Kunsthaus Dresden gefühlt, als ich das Plakat von Ken Lum an der Witte de With-Fassade gesehen hab.

ML   Jedenfalls lief unser Besuch im Witte de With ja nicht direkt diktiergerätkonform ab. Wir liefen ab. Die ganzen Räume unten, die ganzen Räume oben und man sah, dass es getrennte Macher waren, aber viel sah man nicht. Unten.

ML   Ich fühlte mich zu Beginn ziemlich schlapp, dachte aber noch, vielleicht macht mich die Kunst ja wieder munter.

ML   Naja, im TENT. gab’s nicht viel Kunst zu sehen, Neo-Beginners, passte ja, aber angestrengt und davon wurde man müde.

ML   Ich war richtig froh, dass es bei dem Mullican eine Sitzmöglichkeit gab. Aber das, was mich irritiert hat, war, dass mich schon im ersten TENT.-Raum eine seltsame Stimmung befallen hat, eine Mischung zwischen Unruhe, Aggression und Langeweile. Und ich dachte die ganze Zeit, wo ist eigentlich die Kunst?

ML   Einzelne Sachen fand ich richtig gut. Aber es gehörte vielleicht zum Konzept, den Besucher in eine unangenehme Stimmung zu bringen.

ML   Dagegen hab ich ja auch gar nichts, im Gegenteil, angenehme Ausstellungen sind ja oft noch viel anstrengender. Aber es ist, glaube ich, kein gelungenes Konzept, wenn man als Besucher die Ausstellungsräume interessanter findet, als die Kunst darin.

ML   Vielleicht wird man auch zu ungnädig, wenn die Interaktivität in dem einen Raum nicht sofort gehorcht und der wandernde Kaffeeautomat nur Wasser ausspuckt.

ML   Ich hoff, ich hab das Ding nicht total kaputt gemacht. Aber ein Kaffee hätte es wahrscheinlich da unten auch nicht besser gemacht. Ich fand das alles eher verwirrend als erhellend.

ML   Oben hat’s mir auf jeden Fall besser gefallen, als Gesamteindruck schlüssiger, dafür einzelne Sachen nicht so. Und passte dann auch – beginners behind cliché.

ML   Ich hab erst oben so richtig verstanden, dass TENT. und Witte de With zwei völlig unterschiedliche Dinge sind.

ML   Stimmt, das hab ich auch erst oben kapiert, dass das da unten eine andere Baustelle war. Da gab’s aber auch ein Vermittlungsproblem. So recht klar wird’s Dir ja beim Betreten des Hauses nicht, dass dort zwei verschiedene Institutionen untergebracht sind. Und das wurde uns ja auch nicht noch mal extra an der Kasse mitgeteilt. Wir wurden halt einfach mal in eine Richtung losgeschickt.

ML   Jedenfalls schlug meine Stimmung oben wieder ins Positive um, ich fühlte mich irgendwie geborgener als im TENT.

ML   Der Besuch im Witte de With und in Rotterdam generell hätte, glaube ich, kontroverser nicht sein können. War’s im TENT. zu leer, war’s bei De Salon im Historischen Museum zu voll. Parasitär Zeitgenössisches zwischen Bekleidung, Comics und Kinderspielzeug aus der Jahrhundertwende. Die historischen Ausstellungsstücke haben mich irgendwie mehr interessiert. Die Frage bleibt die gleiche, was wünscht man denn, was will man, das finde ich ganz schwer zu beantworten.

ML   Auffällig ist die Vorwärtsgewandtheit, im Gegensatz zu Dresden. Ich weiß selber nicht genau, wie ich das werten will.

ML   Ich fand dieses zeitweise Eingekeilt-Sein zwischen modernistischen Wolkenkratzern, zwischen „Monika-Lewinsky-Tower“ und „Hackblok“ sehr erfrischend. Ich fühlte mich in Rotterdam auf eine Art befreiter als in Dresden, wo Du ständig von dem ganzen Barocksch…, Barockprunk erschlagen wirst.

ML   Wahrscheinlich waren wir deshalb nicht im Boijmans. Als jemand, der in Dresden lebt, überlegst Du Dir eben zweimal, ob Du für eine Ausstellung mit Canaletto 13 Euro ausgeben sollst.

ML   Aber Bas Jan Ader…

ML   Am Ende bleibt mir wohl nicht die Kunst im Gedächtnis, sondern die steilen Treppenhäuser, Wieckse Witte, das Hotel New York und die wilden Kaninchen hinter’m Boijmans.

ML   Hätten auch sächsische Kaninchen sein können, so gemütlich. Kaum gehüpft.

^Marlene Laube und Maja Linke

Sub Urban Video Lounge
Jakarta experience in Urban Espresso Bar van 05.09.2006 - 18.09.2006
Forum Lenteng is een studie-groep uit Jakarta, gesticht in 2003 door een groep studenten Communicatie, filmmakers en vormgevers. De groep is op dit moment in Rotterdam op uitnodiging van Reinaart Vanhoe als onderdeel van zijn tentoonstelling 'Neo-beginners' in Tent.

Urban Espresso is een koffieshop (geen drugs) met de allerbeste koffie aan de Botersloot 44a, vlakbij de markt, alleen overdag open. Je kan er de trap af, daar zijn de wc’s, maar voordat je die bereikt is er de Sub Urban Video Lounge: een ruimte met vloerbedekking, zitzakken en een wand met daarop een videoprojectie. Elke maand is er (een) ander videowerk te zien, o.a. Mels van Zutphen, Karel Doing en Olphaert den Otter exposeerden: fijne waar en goed verpoos. Nu werd er Jakarta Experience, Forum Lenteng (Indonesië) vertoond, werk van studenten communicatie uit deze  stad. ‘De groep doet sociaal en cultureel onderzoek naar stedelijke fenomenen die te maken hebben met culturele ontwikkelingen in Indonesië. Hun activiteiten betreffen film / documentaire productie, onderzoek, workshops en het verzamelen van documentatie.’ Het zijn korte, met slechte camera’s knullig gedraaide, slordig ondertitelde (‘rihgt’) en onbeholpen gemonteerde impressies van het alledaagse leven in Jakarta, waarvan het 7 minuten durende, slecht gekadreerde onscherpe shot van de verplichte ochtendgymnastiek van een ongemotiveerde slaperige groep blauw geuniformde fabrieksarbeiders het best was, vooral ook omdat deze video is wat het het is, en niet een video van bijv. steeds sneller gemonteerde shots van details van verroeste fietstaxi’s. Waar gaat het over! Met video kan je alle kanten op, maar waarom mag je (vooral in de Kunsten) die mogelijkheden zo conceptarm en onzorgvuldig gebruiken? 
Op dit moment toont Jeroen Jongeleen The Climbing of buildings, fences and other opportunities waarin we Jeroen zien pogen het verbodene binnen te gaan, op te klimmen op en te betekenen. Kijken.

^Marieke van der Lippe
www.suburbanespressobar.nl
www.forumlenteng.org
www.tentplaza.nl

Pauzewandelingen #11
Her en der zag ik de vertrouwde eenling in studie verzonken. Voor het overige waren de ruimten van de tempel gevuld met de opwinding en het gezoek van groepen Magritte-bewonderaars. Ik bewonder de cassière om haar neutraliteit en gezag. Zij weet in haar eentje de begrijpelijke joligheid van de groepsmensen een decent halt toe te roepen... door te zwijgen bij de afhandeling! Het deed even pijn dat ze mij niet groette—we kennen elkaar tamelijk goed, ik vermoed dat de zorg voor het vele geld alle concentratie vergt. Want eindelijk, eindelijk is een bezoek aan Boijmans duurder dan de toegang tot een filmzaal. Eindelijk worden bedragen geïnd die waardering voor Rotterdams erfgoed uitdrukken.
De kaartcontroleur verzamelt de tragen onder de groepen, de juffrouw van de audiotours prijst haar koptelefoons aan, aan de vrijwilligersinformatiebalie worden stencils uitgereikt en de basso continuo van de garderobe zorgt voor het tempo dat past bij de nijverheid van een museumentree. Dat is op een zaterdag de opgewekte prelude van de opera in vele bedrijven Boijmans en Van Beuningen. Ik kan mijn wandeling beginnen. Maar ver kom ik niet.
Daar hangt Daan weer in de gang. Het stille oeuvre van de kopiist komt het best tot zijn recht in het voorbijgaan. En hé, Segal, een andere oude bekende van de doorgangsruimte, is vervangen door een witte sokkel met televisie en educatieve informatie. De functionele terloopsheid van de jaren zeventig vormgeving is de stille kracht van Boijmans. Nog voordat ik het gebouw goed en wel heb betreden, heb ik mijn afzondering gevonden. De Magritte-bewonderaars nemen mij niet waar door de uitgekiende plaatsing van het kunstwerk onder de trap. Boijmans is met Venetië te vergelijken, waar de grandeur eveneens is opgebouwd uit poorten, stegen en bochten rondom een majestueus plein (San Marco – Bodon). Hier geen symmetrie en lange assen; ik ga naar Boijmans om onopgemerkt te blijven.
Wat past mijn gemoed beter dan onopgemerkte kunst uit onopgemerkte landen—ik verzink ter plekke gedurende zes minuten in een film uit Cascadië. De filmkunstenaar heeft op de filmstroken van een melancholische fabriek een calligrafie aangebracht. De beelden staan stil, de calligrafie beweegt, een techniek uit diezelfde zeventiger jaren. Sentimentele muziek roept allerlei gedachten op. Uit het netjes gesealde A-4tje, dat met een roestvrij stalen kettinkje aan de zit-en-toon-sokkel is bevestigd, begrijp ik dat dankzij het open en internationale klimaat van de kunstwereld van Rotterdam, Boijmansmedewerkers V.Renwick hebben ontmoet. Zij schrijven dat de film een hommage aan de graanlift Cascadian Terminal is, en dat er een volk op de grens van Canada en de Verenigde Staten leeft dat de autonomie van Cascadië nastreeft. De groepsfoto van medewerkers in de Boijmanskalender toont helaas alleen de curatoren en hoofden. Ik had graag willen weten wie er achter het woord stadsredactie schuilgaat.
Mijn dag was weer goed. Temidden van de bezoekersstromen vond ik de eenzaanmheid van een land dat slechts in de vergetelheid bestaat. Uiteraard heb ik nog langs Ader en Magritte geslenterd. De schoonheid van Boijmans kwam door deze tentoonstellingen goed tot zijn recht. En verder heeft studie van de beschrijvingen van de kunstwerken mij doen beseffen hoe complex de werelden van handel en eigendomsrecht achter de schermen van het museum moeten zijn. In de Bodonzaal heeft een medewerker volgens aanwijzingen van Boijmans’ Verloren Zoon Bas Jan Ader vier woorden op de wand geschreven en er een lamp en vaas met bloemen voor geplaatst. Volgens het kaartje ernaast is het een reconstructie. Wat goed dat dit werk slechts beschreven is en in materiële zin door iedereen nagemaakt kan worden, geheel in de zin van de conceptkunstenaar—en ook wel naar mijn zin. Maar onder het woord reconstructie staat: ‘Collectie Sue Ader-Andersen–BJ Ader Estate, courtesy Patrick Painter Editions’.

^Jan Vermeijden

De Salon
Schielandhuis: Met werken van: Wim T Schippers, Paul Cox, Alex Leger, Annaleen Louwes, Observatorium, Lisa Couwenbergh, Axel van der Kraan, Eveline Visser, Dwight Marica, Rob Leijendekkers, Ine Lamers, Mai van Oers, Isolde Venrooy, Michel Wiggers, MVRDV, Joost Konijn, Manu Maeyens, Dirk van Lieshout, Toine Horvers, Vanessa Jane Phaff, en Maria Roosen. Initiatiefnemers en organisatie: Tamar de Kemp en Maartje Berendsen.

Het begon zo onschuldig, zo fijn ook, als een huiskamertentoonstelling bij bevriende kunstenaars thuis. Kiki Lamers en haar (ex) echtgenoot Lodewijk (in de krant Louis T. genoemd) waren net daarvoor in Frankrijk beschuldigd van kinderporno en ‘zedelijk bederf van minderjarigen’—ze werden tot acht maanden voorwaardelijke celstraf veroordeeld. Uiteindelijk kregen ze een geldboete van 5000 euro. Tamar de Kemp had voor de 2de Salon twee foto’s uit haar eigen privéarchief (op de ene Kiki met pruik en op de andere Louis T ) opgehangen en wilde deze in 360.000 exemplaren - de oplage van de Volkskrant - fotokopieeren. Het werk was voor 2euro25 te koop, de prijs van de zaterdag editie.
Nu is de huiskamertentoonstelling een museumtentoonstelling en is het duurste werk ‘Ogen’ van Maria Roosen te koop voor 12500,- , Paul Cox staat op de tweede plaats met 9000,- en het Observatorium met 7650,- op drie. Als alle werken verkocht zouden worden zou de totale opbrengst een slordige 100.000 euro zijn. Niet niks. Wanneer we dood zijn van Eveline Visser krijgt van mij een onderscheiding voor de mooiste titel. Net als die andere tentoonstellingen bij Art Store – Kunstambassade Rotterdam—die door Rik van de Ploeg werd geopend—en Studio Hergebruik, is dit een verkoop show! Niet alle kunst is een ‘project’ of ‘research’ of ‘conceptueel’. Kunstenaars maken altijd nog ‘dingen’; schilderijen of tekeningen, en die willen ze tonen, en verkopen. Art Store vind ik goed gelukt, de Salon ditmaal iets minder, maar beide laten prachtig werk zien. En hoe verhouden deze groepstentoonstellingen zich tot Sjarel Ex zijn Project Rotterdam van vorig jaar zomer? Of, tot Tent. CBK en de Straatgalerie voorheen de Street Gallery voorheen de Stadscollectie? Zij hadden toch de rol van ambassadeur voor de (Rotterdamse) kunst? Ze zullen wel jaloers en geschrokken zijn dat kunstenaars zelf (weer) zo voortvarend het initiatief nemen.
Volgende Salon graag gewoon weer bij vrienden. Wij stellen ons huis op het dak ter beschikking, drinken we roze Champagne met uitzicht over de Maas.

^RH

Wil de Wit, alias Rotterdam, in gesprek met filmmaker Karel Doing
No 4 in een serie gesprekken tussen Wil de Wit en Rotterdamse kunstenaars.

KD: Ik woon sinds 9 jaar bij je. Ik had ruimte nodig en dat kreeg ik bij jou heel makkelijk: ik kreeg je telefoonnummer, belde op en even later was het geregeld. Je was heel open, ik voelde me heel welkom.
WdW: Had je, voordat je bij me kwam, een beeld van mij?
KD: Nee dat was het leuke en het spannende. Het was een soort blind date.
WdW: Het probleem van anders zijn?
KD: Ja, van anders zijn maar nu in een groep, eerst was je in je eentje anders, nu als hele wijk.
WdW: Wat was je eerste indruk?
KD: Mijn eerste indruk vormde zich hier, in deze ruimte in Duende, en het eerste wat ik bij jou deed was deze ruimte inrichten binnen de prettige context van mensen die allemaal hun eigen ding deden. In tegenstelling tot mijn vorige relatie hoefde het niet allemaal volgens vaste regels. Iedereen voor zichzelf en toch samen.
WdW: Waren er in die tijd mensen om je heen die ook een prille relatie met mij hadden?
KD: Ja, het leek wel alsof iedereen je nog maar net kende. Het was een gebeurtenis om mensen tegen te komen die al lang een relatie met je hadden. Iemand zei eens dat je een snijbloemenklimaat hebt. Ik was ergens anders opgebloeid en afgeknipt en hier neergezet in een vaasje.
WdW: Ben je het daarmee eens?
KD: Het is een heel gevaarlijke situatie want als je dat letterlijk neemt dan verwelkt die bloem. Ik kan me niet vinden in het idee van het verwelken. Ik zou zeggen dat je exoten importeert, en dat je die dan zo goed mogelijk verzorgt.
WdW: Wat gebeurde er toen je naar buiten ging, toen je mij ging ontdekken?
KD: Het grootse probleem was dat het toch wel allemaal heel erg grijs was—beton en auto’s. Ik was gewend aan het tegenovergestelde.
WdW: Hoe ging je met die ervaring om?
KD: Ik heb me helemaal begraven in mijn werk, daarvoor ben jij ideaal.
WdW: Omdat je niet door mij werd afgeleid?
KD: Ja, en dat kon, omdat je daar ook respect voor hebt en voor open staat. Mijn relatie met jou bestond toen vooral uit werken. Jij was zo totaal anders dat het een tijdje duurde voordat ik me in je ging verdiepen. Ik was vanaf het begin met film bezig en met de filmwerkplaats Studio 1.
WdW: Vind jij film bij mij passen?
KD: Dat wil je zelf heel graag! De beeldcultuur wordt steeds sterker— en jij houdt heel erg van modern en nieuw. Alles wat mode is daar heb je wel oren naar.
WdW: Wat vind je daarvan?
KD: Ik zelf oriënteer me daar helemaal niet op. Ik begrijp de verleiding heel goed, dat is een heel menselijke eigenschap, mensen vervelen zich snel, en het is altijd spannend als er dingen veranderen. Maar jij hebt wel erg weinig respect voor wat er al is of wat er geweest is. Je bent vooral bezig met de toekomst en met wat er nog komt. Je hebt te weinig aandacht voor het behouden van oude en karakteristieke delen van jezelf.
WdW: Wanneer heb je dat gebrek aan respect voor ‘dat wat er is’ ervaren?
KD: Ik denk dat er een geleidelijke omslag was. In het begin, toen ik net bij je was, kreeg ik zoveel ruimte en mogelijkheden en aandacht, en al die mensen die met jou te maken hadden wilden me laten zien hoe leuk jij bent en hoeveel er mogelijk is. Maar dat enthousiasme richtte zich al snel weer op iets nieuws. Ik vind dat een van de grote gevaren van het imago dat je hebt. Dat alles oppervlakkig blijft en niets de diepte in gaat. Toen ik net bij je was riep iedereen hoe geweldig je bent waarop ik dacht: ‘er moet iets mis zijn’. Waarom wordt jij zo overschreeuwd?. Ik denk dat het een minderwaardigheidscomplex is. Jij wordt vergeleken met anderen die misschien wel beter zijn, maar dat willen we niet weten. Wij willen de mooiste.
WdW: Dus jij denkt dat mensen mijn werkelijkheid overschreeuwen?
KD: Ja, je wordt met een raar soort patriottisme omgeven. Het zal ook te maken hebben met het feit dat je beschadigd was en dat je opnieuw moest groeien. 
WdW: Is het schreeuwen nog nodig?
KD: Aan de ene kant heb je je zo ver ontwikkeld dat het niet meer hoeft. Van buitenaf gezien ben je heel hip.
WdW: Maar dat gaat alleen over mijn imago...
KD: Ja ... ik bedacht ik voor dit gesprek een provocerende stelling: Je bestaat eigenlijk helemaal niet. Je bent maar een illusie. Zo ervaar ik jou zelf steeds meer. Het maakt me  eigenlijk niet zoveel meer uit: ik ben wel bij je maar ik ben ook bij 10 anderen. Onze relatie is pragmatisch geworden. De voorwaarden zijn nog steeds goed en daarom blijf ik bij je.
^Wil de Wit

De Parel
Sinds 2001 hangt aan het voormalige Shell-gebouw aan het Hofplein een kunstwerk van kunstenaar Marc Ruygrok. Het is een grote messing bol en heeft als titel: De parel. Het neemt de plaats in van het overbekende Shell-logo dat van 1976 tot 1999 een van de gezichtsbepalende landmarks van de stad vormde. Het Shell-gebouw vormde na veel verzet, het begin van de hoogbouw in het centrum, en van de moderne skyline van Rotterdam. Het kunstwerk van Marc Ruygrok is in opdracht van het pensioenfonds van Shell, de eigenaar van het gebouw, gerealiseerd. Het beeld is typisch voor de kunstenaar die al veel werken maakte in de openbare ruimte—waarbij beeld en lokatie samen de betekenis vormen.
Ik moet eerlijk bekennen dat me jarenlang was ontgaan dat het beeld een kunstwerk is. Al die tijd leek het mij alsof het gebouw van het Shell-logo was ontdaan en er niets voor in de plaats was gekomen. Alsof de messing bol de houder was waarop het Shell-logo had gezeten en dat het na het vertrek van de multinational maar zo gelaten was. Zo heb ik het jarenlang gezien als een monument van de minachting van een bedrijf voor de plek die het verlaten heeft—als een onbedoeld, fatalistisch No Logo embleem. Het tegendeel is waar: niet alleen heeft het bedrijf het pand uiterst netjes achtergelaten; het heeft de stad ook nog eens een nieuw beeld geschonken.
De titel: de parel verwijst naar de inhoud van een schelp. Ik weet niet wat de kunstenaar precies bedoeld heeft met deze verwijzing: staat de parel hier voor het kunstwerk dat de plaats van een commercieel logo heeft ingenomen, de triomf van de kunst op de dagelijkse werkelijkheid of wilde hij zich slechts tot de formele waarde beperken waarbij met het verwijderen van de buitenkant van de schelp de binnenkant tevoorschijn komt? Of is het (zelf)spottende ironie en toont hij met de titel een machteloosheid aan om een nieuw kunstwerk te kunnen scheppen tegenover dit machtige, overbekende beeld? Misschien is het een werk dat uitsluitend voortkomt uit beweegredenen en logica binnen het oeuvre van de kunstenaar en zijn al deze bespiegelingen er niet op van toepassing. Of al deze mogelijkheden tegelijkertijd?
Misschien schuilt de poetische kwaliteit in het feit dat het nieuwe kunstwerk moet wedijveren met de beelden die de voorganger, in zijn lange aanwezigheid in de stad, bij de bewoners heeft opgeroepen. Beelden waarvan de maker onmogelijk kennis kan hebben. Een parel van een inzicht als het ware.

^Jack Segbars

Joep van Liefland voor Videopalace#20, Autocenter, Berlijn 2006

Entangled Tongues
Curated by Julia Höner and Zoë Gray, Nunnery Gallery, London 21 April – 3 June 2006. A joint exhibition award from the Arts Council England and Leaside Regeneration. Artists: Pierre Bismuth, Rainer Ganahl, Jens Haaning, Audrey Marlhens, Jonathan Monk, Stephen Prina, Eran Schaerf, and Zineb Sedira.

[Enter Channel Tunnel] Entangled Tongues is an exhibition addressing artist’s use of translation. The task I have set myself for this short review is to attempt to write it in the time it takes to travel through the Channel tunnel as I make my way from England to France. I have to begin upon entry (as I have just done) and finish on departure, thus apologies if there is an abrupt ending. The reason for doing this comes from reading that the root of the word translation is from the latin ‘translatus’ meaning to carry across, and because this touring exhibition first took place in the Espace Culturel François Mitterrand in Périgueux. It seems an appropriate way to get to grips with an exhibition, which asks a simple yet maybe unanswerable question, why are different verbal communications mutually translatable and what are the possibilities for creative cultural commentary in the chasm that exists between the spoken and written words of various languages? As co-curator of the show Julia Höner points out in her catalogue essay, this is less to do with the act of translation itself and more to do with what Walter Benjamin describes as ‘pure language’ a unifying building block that exists between and within all languages.
Bearing testament to this idea is Zineb Sedira’s Mother Tongue (2002), a work tracing the bonds that develop and simultaneously disappear between three generations of women, namely the artist, her mother and her daughter. In this three-monitor video work the notion of familial bonds are played out on a number of levels by showing the inherent divides of language and tradition as related to cultural and geographic location. In the first video the artist and her mother converse in French. In the second the artist and her young daughter talk in English. In the third the artist is absent, and instead her daughter and her mother attempt to communicate in their native tongues of English and Arabic. The conversational aspect of speech is replaced by a family bond, which has warm and humorous outcomes as the daughter looks at odds with her Grandmother’s conversation. At the same time the grandmother smiles lovingly at her granddaughter, amused at her confused expression. In terms of manufacture there is a strange chattering background noise on the DVDs, perhaps a result of the piece’s sparse production values, but this side effect adds to the simplistic play on translation.
Also included in the show is an old favourite, Pierre Bismuth’s Jungle Book Project (2002). Using Walt Disney’s version of Rudyard Kipling’s children’s tale in which a young boy befriends a host of animals in the Indian jungle, Bismuth takes the multitude of language versions that exist due to the film’s global distribution, and remixes them into a new whole by attributing a different language to each of the story’s characters. The use of small brightly coloured floor cushions for viewing the video gives a childlike playfulness to the piece, however this sense of fun is undermined when one realises the selection of languages for each character sometimes mirror events on the global stage. The effect is jarring for the way it enacts notions of innocence and knowledge to provide an unwitting subtext to the original story.
In a similar yet more heavy-handed way, Rainer Ganahl’s video Homeland Security (2003) also employs a multi lingual line of attack, but this time the artist performs a series of statements-of-denial related to terrorism. The artist does this in the eleven languages he has learnt as part of his practice: French, Chinese, Russian, Spanish, Italian, Japanese, Korean, Arabic, German, English and Greek.  The work clearly illustrates the methodology of the artist’s intentions, that of learning language in order to understand the ‘other’. When this accomplishment is employed to state phrases such as, “I am not downloading dangerous information from the internet”, and “I am not a terrorist” it becomes evident that our own ability to understand the ‘other’ is given a political and visual emphasis because it is more conditioned by what we perceive through representation as opposed to what we know through experience.
Despite using a plethora of written translations Jonathan Monk’s Translation Piece (2003) appears to be less concerned about the world around us and is  more of a singular reflection on the art-world. Taking Robert Barry’s Telepathic Piece (1969) as its...

[Exit Channel Tunnel]

^Jason Coburn

ArtStore – Kunstambassade Rotterdam
[Inter] nationaal, 16 september tot en met 22 oktober, Groot Handelsgebouw. Met 55 deelnemers. Concept en realisatie: Han Goan Lim en Marleen van Wijngaarden. Quote van Rik van de Ploeg: “...ArtStore is een steengoed initiatief, in een stad die dat veel meer nodig heeft...”

FGA Welke positie neemt de ArtStore – Kunstambassade Rotterdam in ten opzichte van Project Rotterdam van vorig jaar zomer in het Boijmans? Marleen van Wijngaarden Bij Project Rotterdam hadden curatoren van museum Boijmans een selectie gemaakt uit een groep Rotterdamse kunstenaars en vormgevers die naam hebben gemaakt om Sjarel Ex te laten zien wat de energie van Rotterdam is. Wij hebben niet geselecteerd. ArtStore is een idee van Han Goan Lim en mij, en wij willen een dwarsdoorsnede laten zien. Hier doen ook kunstenaars aan mee die nog totaal onbekend zijn, en die wel in Rotterdam wonen en keihard werken.

FGA Hoe maak je dan drie grote tentoonstellingen?

MvW Wij hadden drie thema’s bedacht en kunstenaars konden zich melden. Iedereen kon meedoen. Veel kunstenaars kennen we natuurlijk wel, maar veel ook niet. Het enige criterium dat we hadden was dat het binnen het thema moest passen. Maar dat hadden we heel ruim gesteld. De eerste tentoonstelling ging over mensbeeld, een bekend thema in de beeldende kunst, wat we er aan hadden toegevoegd was dat het ten voeten uit (van top tot teen) moest zijn. De tweede ArtStore droeg de titel Orde en Chaos en nu hebben we (Inter)nationaal. Iedere kunstenaar kon maximaal twee werken inleveren.

FGA Op de uitnodiging staan ook kunstenaars die al meededen met Project Rotterdam en redelijk succesvol zijn met een internationale praktijk—dit had ook de Straat galerij kunnen zijn. Zijn de meisjes van de Stadsredactie (Straatgalerij) al langs geweest?

MvW Die zijn volgens mij geen enkele keer komen kijken.

FGA Vind je dat vervelend?

MvW Zo kan je het wel zeggen. Ik vind het schandalig, ik heb helemaal niets van ze gehoord. Van Sjarel Ex trouwens ook niet. Het blijft wel heel stil bij het Boijmans.

FGA En het CBK?

MvW CBK is wel langs geweest en heeft werken aangekocht voor de bedrijfscollectie.

FGA En de nieuwe programmacoördinator van TENT. Mariette Dölle?

MvW Die is vorige keer komen kijken.

FGA Waarom de dubbele naam: ArtStore - Kunstambassade Rotterdam?

MvW We wilden dat het voor een breed publiek toegankelijk zou zijn, laag drempelig. Niet te elitair en opgeblazen. Wij hebben met deze drie tentoonstellingen werk laten zien van 160 kunstenaars, en we hebben veel informatie van alle kunstenaars ter inzage—ook voor verzamelaars en galeries.

FGA Als je het succes ziet van ArtStore hoe zou jij dan omschrijven wat er hier in Rotterdam ontbreekt?

MvW Er zijn in Rotterdam veel kunstenaars wiens werk je nooit ziet, daar is geen podium voor. Eigenlijk vind ik dat TENT. dat zou moeten doen, die hebben iets laten liggen, zij zouden die ambassadeursrol kunnen vervullen.

FGA Is ArtStore kritiek op hoe het gaat in Rotterdam?

MvW Ja! In zekere zin wel. Ik vind dat kunstenaars die vanuit de stilte in hun atelier werken best wat aandacht verdienen. In de ogen van de ‘conceptuele’ curatoren zijn ze misschien niet interessant omdat ze schijnbaar niet kritisch zijn of geen vragen stellen. Maar dat maakt dat werk niet minder.
^


Mazenkerblog
“I am sorry to decline your proposition”
stop!
that’s it!
i can’t anymore!
nein!
Please do not contact me for any interview anymore.
I am beginning to freak out repeating 5 times a day the same things. if your interested in what i am doing, please write yourself a story about it (it’s easy, you’ll see). anyways, everything i am asked is already on the blog. or worst, on tv.
I should by the way keep record of these interviews, some are incredible. i was asked twice so far: “don’t you think that your piece of music and bombs is of a bad taste? I answered twice: “do you think that it is of a good taste to throw a bomb on a bus with civilians escaping their village?”
It is incredible that some people, listening to this piece in their living room in London or in Paris, ask themselves if they like it or not. i think that some people should never stop seeing cnn and fox news. it is made for them. it is “good taste” news.
Also, for the new comers on this blog, i repeat my now famous sentence (a sort of personal “to be or not to be” kind of stuff):
PLEASE DO NOT POST ANY POLITICAL COMMENT ON THIS BLOG. THIS IS BLOG DEDICATED TO ART. AND AS SUCH, IT VOMITS ON ANY-THING CALLED POLITICS.
Thank you to follow this simple rule (it’s easy, you’ll see), knowing that i have no scruple to erase whatever doesn’t please me. Yeah, it sounds rude, but you’re not in the “real” disneyland here.
Finally, a kind message to all the people posting comments on this blog:
Thank you for your support and for spreading the message. keep doing so please. with a little bit of luck it will end up on condoleeza rice’s desktop. I know it won’t stop the war, but I am sure at least that she’ll ask me to do her portrait. I am sorry not answering the comments (and a big part of the emails) i am receiving. it’s being tougher and tougher to keep all this going on. On the mental level it’s staying cool, but on the physical one I look more and more like Nosferatu. I should get some rest.
When all this shit is over.(hahahaha).
It’s 3 aam. i’ll try not to stay late tonight.
posted by mazen at 02:50 
32 comments

http://mazenkerblog.blogspot.com

^

Colofon
Fucking Good Art—Rotterdam is een initiatief van Rob Hamelijnck. FGA verschijnt onregelmatig in gedrukte editie, maar is altijd te lezen op www.fuckinggoodart.nl. FGA wordt door ons verspreid, en is ook gratis verkrijgbaar bij boekhandel Van Gennep, BART store, De Unie, Wormwinkel en balie Witte de With/TENT. in Rotterdam, maar ook bij de tentoonstellingsplekken waarover wordt geschreven.

Redactie Rob Hamelijnck en Nienke Terpsma
Typografie Nienke Terpsma
website Catalologtree.net
druk De Boog
papier La Gazzetta dello Sport.

De paperbackedities FGA#10 – The Interviews (140 pagina's met oa Chris Dercon, Catherine David, Sjarel Ex...) en FGA#12 – International edition / Berlin (160 pagina's) zijn voor 10 euro te koop in de boekhandel of te bestellen bij: www.episode-publishers.nl

^