#1 | #2 | IFFR#33 | #3 | #4 | #5 | #6 Munchen | #7 | #8 | #9 | #10 The Interviews | #11 | #12 Berlin | #13 Dresden | #14 | #15 | #16 Copenhagen | #17 IFFR | #18 Riga | #19 Conceptual Art | #20 The Swiss Issue | #21 Aktie! | #22 Rotterdam Art Map 1.0 | #23 Bruxelles | #24 Maasvlakte 2 | #25 Douala | #26 Rotterdam Art Map 2.0 | #27 Tbilisi | #28 Budget Cuts NL | #29 Italian Issue | #Side by Side | #30 Rotterdam Art Map 3.0 | #31 It’s Playtime | #32 Rennes Free Edition | #33 Rotterdam Art Map 4.0 | #34 Arnhem Art Map | #35 Existentialism | #36 Pascal Gielen | #37 The Swiss Issue revisited | #38 What Life Could Be | #39 The Void | #40 Over ziek zijn/On Being Ill | #41 Side by Side (2020-2021) | #42 Shelter for Daydreams | Colofon Redactioneel Er is helemaal geen financiele crisis in Nederland. Kijk maar eens goed om je heen. Het is een fabeltje, een politiek leugen. De staatsschuld is maar een fractie hoger dan de door het Groei-en Stabiliteitspact van de EU toegestane 60 procent. Om in deze kabinetsperiode 18 miljard euro te bezuinigen is niet noodzakelijk maar een politieke keuze. De 200 miljoen bezuiniging in de Cultuur is ook een politieke keuze. Er blijven er nog 700 over, ja maar het gaat hier wel om een korting van ongeveer 25% voor de hele Culturele sector. In de beeldende kunst is het nog erger. Hier bezuinigt Halbe Zijlstra bijna 50%. Het budget gaat van 53,5 naar 31 miljoen. Voor de beeldende kunst betekent dit o.a.: Fonds BKVB en Mondriaan gefuseerd en 50% minder budget, de individuele basisstipendia en werkbeurzen aan kunstenaars worden gehalveerd; Manifesta, SKOR, Premsela, Virtueel Platform, en het Nederlands Instituut voor Mediakunst verdwijnen; de financiering van de postacademische kunstenaarsopleidingen de Ateliers, Rijksakademie van beeldende kunsten, Europees Keramisch Werkcentrum en de Jan van Eyck Academie wordt stop gezet; 6 van de 11 presentatie-instellingen voor beeldende kunst mogen blijven bestaan; en slechts 50 plaatsen voor toptalent. Dit is nogal fors! Wij krijgen van deze neoliberale regering twee keuzes: de “vrije” markt op van vraag en aanbod, of anders "zoek het maar uit!". Er is nauwelijks sprake van een markt voor de kunst? Bedoelt hij dat handje vol middelmatige galeries in de grachtengordel? Verder... Welke vrije markt? Nederland heeft toch al langer dan vandaag een mix van vrijemarkt- en een planeconomie. De kunstenaars krijgen hier zware klappen. Er is 50% minder geld te verdelen. Dat wordt vechten. De consequentie is dat wij niet langer veel-voor-weinig kunnen doen, en als enige speculeren dat onze kunst ooit eens voor veel geld verkoopt, of dat we een prijsje krijgen toegestopt. Eindelijk gaan we eens "normale" prijzen rekenen inclusief 60 euro voorrijkosten, en 30 euro kosten voor administratie. Onze "bonus" komt dan in de vorm van verkoop van het kunstwerk. Een voorbeeld. Je krijgt een uitnodiging om deel te nemen aan een groepstentoonstelling in Witte de With. Stel, je bent drie maanden bezig om een nieuw kunstwerk te maken. Niet ondenkbaar. Je neemt jezelf serieus als kunstenaar. Volgens de Jan Modaalnorm zou je dan toch gauw 8000,- euro moeten rekenen. Er is geen presentatie-instelling die dat kan of wil betalen. Met een beetje geluk is er wat productiebudget. Wie gaat dan wel voor al die uren betalen? Begrijpt Halbe Zijlstra dit probleem? Ik ben heel benieuwd hoe solidair de presentatie-instelingen zijn, of dat vooral wij de individuele kunstenaars het slachtoffer8 zullen zijn van deze bezuinigen. Tot slot. De minister krijgt (goed) betaald, de directeur van het Mondriaanfonds krijgt (goed) betaald, de museumdirecteur en de curator krijgen (goed) betaald, de mensen die de muren witten krijgen betaald, dus waarom niet de kunstenaars!? Laten we het erbij zitten of luisteren we naar de wake-up-call van Stéphane Hessel? Gaan we eindelijk eens het geld dat beschikbaar is voor kunst anders verdelen... Tot nu toe werden wij betaald via het subsidiesysteem, dat werkte (blijkbaar) prima, nu dat voor de helft wegvalt moeten er andere voorstellen komen. Time for Outrage!In dit nummer bijdragen van Jeremiah Day (Eng), Florian Cramer (Eng), Ramsey Nasr, QS Serafijn, Hans Koolmees, Olphaert den Otter, en Nienke Terpsma. Korten en belonen Open letter and reading by Jeremiah Day This argument is not new - in fact the entire European post-war framework - a humanism defined by commitment to liberty, social justice, and a vibrant public life - was guided by this fundamentally conservative insight. This was precisely the rationale for the now established tradition of public support for culture all over Western Europe. From this perspective, the recent attack on public support for culture in the Netherlands - while often seen as coming from the "right" - is certainly not conservative. While the planned financial cuts are severe, the ideological cut is far deeper. Terms from management and marketplace cannot obscure that what is being attacked, what is being abandoned, are the lived traditions and practices, the guiding principles, of post-war European humanism. Given that the Netherlands has historically been a leader in the political dimension of the European project, and has enjoyed the peace and prosperity this project has produced, for an active participant in European and Dutch cultural life to see this anti-conservative program gaining momentum is confusing. The idea that this could be done in response to a relatively minor budget problem, and in the name of the public good is radical. As the Archbishop in England recently commented, to use budgetary policy as a cover for widespread ideological changes to national institutions is fundamentally undemocratic as well as a betrayal of the taxpayer's money. Damaging the infrastructure of the European humanist project, by cutting back and closing cultural institutions, raising the VAT tax for theater tickets and art in the Netherlands, while keeping VAT discounted for tickets to the cinema and football, is not what people voted for. The contemporary cultural realm of the Netherlands might have many failures and wants, but this space of living practice is one of the crucial stages for raising questions and critical reflections in a public realm threatened with the loss of thinking and judgment. Or, in the case of recent debates on immigration, the capacity to see the world through someone else's eyes, especially when they are our neighbors. At the time of this writing, those who practice and support culture have been roused in anticipation of imminent plans to radically withdraw public support. It is constructive to defend cultural space, good working conditions, and even particular institutions, but it is crucial to put these issues into a broader context. The withdrawal of public support is not a matter of fiscal priorities or shared sacrifice, but a profound attack on tradition, one that has served the Netherlands well for seventy years. Indeed, one of the origins of the post-war policy of public support for culture in the Netherlands was recognition of the contribution of artists and writers in the Dutch resistance of the Second World War. Public institutions of all sizes, dedicated primarily to culture, are in turn some of the foremost organs of contemporary civil society and true anchors of public life. It is barbaric to justify their destruction in the name of the public good, for no public good is served by this attack. ^Jeremiah DayJeremiah Day, co-signed with Rezi van Lankveld, Bart de Kroon, Jelle Bouwhuis, Maxine Kopsa, Maaike Gouwenberg, Joris Lindhout, Frédérique Bergholtz, Alisa Margolis, Fred Dewey, Martin Kaffarnik, Can Altay, Igor Sevcuk, Taf Hassam, Florian Goettke, Ansuya Blom, Rebecca Sakoun, Axel Wieder, Laura Schleussner, Hendrik Folkerts, Renzo Martens, Vasif Kortun, Marlene Dumas, Wouter Davidts, Marcel van den Berg, Rob Hamelijnck and Nienke Terpsma (FGA). Culture In Context: Preserving What Has Been Learned. On 23 June, 10:00 at Van Gogh Museum Rezi van Lankveld and Jeremiah Day hosted a reading of the letter and made a statement of solidarity in defense of the Dutch cultural heritage. I Would put it differently: It's politics of conservative resentment mixed with politbureau capitalism. Another problem for people working, in one way or the other, in or for the arts are the other people they are being forced into the same boat with: curators of contemporary art institutes, for example, who put the very same artists into their publicly subsidized shows whom they recommend, in their second jobs as private consultants, to art collectors. Or people paid a top salary for managing communal cinemas that run the same mainstream 'arthouse' kitsch as the other, non-subsidized movie theater in town. One is pressured to protest in the streets hand-in-hand with those people one would rather demonstrate against. The problem by itself is not that the arts are cut. The problem is how they are being cut, with almost everything being forced into shutdown or becoming "creative industries" that does not a highly illiterate, idiotic notion of "cultural heritage" and a completely deluded perception of "top art institutes". Why is this not neoliberalism? If the current Dutch government would exercise classical neoliberal politics, it would cut the public funding of the arts, leave things to the free market and cut taxes in compensation. But this is not what is happening. Instead, taxpayer's art subsidies are repurposed into taxpayer's business subsidies. The advice of the "Top Team Creative Industries", lead by the business manager of Rem Koolhaas' bureau OMA, to the Dutch government boils down to subsidizing, instead of the art non-profits, economically promising Dutch creative industries businesses, service design companies for example, in order to strengthen their position on the global market. This of course is just a small part of a bigger picture. Europe, and the Western World, is rapidly moving towards the model of Chinese politbureau capitalism. Governments now act as supreme CEO boards, public budgets are used as direct investment into businesses. But for the Western economies, this is not investment into macroeconomic growth, but a measure for preventing the ship from sinking. What started with bail-outs and nationalization of the financial sector has become a virus, or to be precise: a reverse Ponzi scheme, growing into the rest of the economy. Instead of mobilizing all production means for a military war, total mobilization for the global economic war. The 21st century is turning into the perfect fulfillment of a prophecy written down one hundred years ago, state monopoly capitalism as described in Rudolf Hilferding's 1910 book "Das Finanzkapital" ("The Financial Capital"). ^Florian Cramer, director Piet Zwart Institute Rotterdam, 28th June 2011Beste meneer Rutte, Ik sta hier niet voor de kunst Het gaat om de manier waarop Want op zich valt er bij ons maar weinig te halen U bent non-stop onoprecht Het gaat om onze cultuur Uitwissen van herinneringen Misschien bedoelde u het niet zo. Maar het kwam wel lekker uit Iedereen wordt voorgelogen Elite of de burger Geachte premier Rutte, er bestaan in deze materiële wereld een paar zaken die ons scheiden van de apen. Kunst is daar één van. Verder zijn er nog de nutteloze noodzaak om kennis te vergaren, en om andere mensen te helpen. Kunst, kennis, altruïsme maken ons tot mens. Het gaat vandaag niet over kunst. Dit kabinet haalt de mens uit ons weg. Dit is de volledige tekst die Ramsey Nasr, op 27 juni j.l. uitsprak op het Malieveld in Den Haag. Mark Faustus Rutte Deze regering paart gebrek aan visie en selectief gebruik van de feiten aan dédain voor het debat. Het congres van het CDA, oktober 2010, waar de basis werd gelegd voor het huidige kabinet, was niets anders dan een poging om de dissidenten de mond te snoeren. Met resultaat: Ab Klink hield de eer aan zichzelf, en wie heeft er sindsdien nog iets van Ferrier en Koppejan vernomen? De extase waarmee Maxime Mephisto Verhagen het bestond deze ontluisterende gebeurtenis uit te roepen tot ‘feest van de democratie’ zou Shakespeare’s aartsschurk Jago het plaatsvervangend schaamrood op de kaken bezorgen. Wilders’ pleidooi voor de vrijheid van meningsuiting betreft uitsluitend ‘s mans eigen mening. Het dualisme in de politiek is middels handjeklap, koehandel en gescharrel in achterkamertjes verworden tot een exposé van wat de Hollandse koopmansgeest vermag, waarbij en passant de liberale beginselen worden verkwanseld. Het kabinet intussen kraait victorie over de verhoging van de maximum snelheid. Met 130 kilometer per uur over de Afsluitdijk! Jawel, dat is daadkracht, dat is visionaire politiek! Top gear! Jeremy Clarkson for president! Kunst is vrij. Kunst is als zuurstof voor het organisme van de samenleving. Kunst is verbeelding en reflectie. Kunst verruimt de blik, laat de geest wapperen, verkent nieuwe horizonten. Kunst maakt de maatschappij beter. Kunst bevordert het intellectuele klimaat. Kunst geeft betekenis en vorm aan bestaande ontwikkelingen in de maatschappij en prikkelt het kritisch vermogen. Dit kabinet heeft daar geen belang bij, een kritische blik wordt niet op prijs gesteld. Het wekt dan ook geen verbazing dat de regering zijn bijlen voornamelijk heeft gericht op de kunstsector. Als argument wordt aangevoerd dat kunst slechts een speeltje zou zijn van de elite. De wens is hier de vader van de gedachte. Nu nog zijn kunst en cultuur vertakt in alle geledingen van de maatschappij: in de grachtengordel, de prachtwijken, de provincie, en in het leven van Henk en Ingrid. Kunst en maatschappij voeden elkaar wederzijds. Kunst bevindt zich letterlijk midden in de samenleving, zoals alweer een Frans voorbeeld Georges Pompidou het naar hem genoemde centrum voor moderne beeldende kunst in het hart van Parijs situeerde. De plannen van de staatssecretaris zullen kunst en cultuur verbannen naar de periferie. Binnen afzienbare tijd zal er van een bloeiend en internationaal befaamd kunstklimaat niet veel meer resteren dan folklore en een stoffig museum. Het toverwoord bij dit alles is Markt. De overheid treedt terug, de markt lost de problemen op. Daar valt wel iets op af te dingen: het zijn juist de excessen van de markt die deze crisis hebben veroorzaakt. Bovendien, de betekenis van vraag en aanbod is in de kunstsector beperkt. Het betreft voornamelijk producten die nog moeten worden uitgevonden, daar is nog helemaal geen markt voor. Het Amerikaanse model van private kunstfinanciering wordt genoemd als voorbeeld voor de huidige hervormingen, met een zogeheten geefwet om het allemaal aantrekkelijker te maken. Nog afgezien van het feit dat niemand weet wat die wet precies inhoudt, het is niet meer dan een schaamlap voor disproportionele bezuinigingen. Er wordt wijselijk niet bij vermeld dat de rol van universiteiten in de beroepspraktijk van Amerikaanse componisten vergelijkbaar is met die van de Nederlandse overheid, dat het Amerikaanse belastingsysteem totaal anders is dan in Europa, en dat een kaartje voor de opera zomaar 300 dollar kost. Kunstenaars van naam verdienen de kost met onnozele bijbaantjes omdat hun vak geen inkomsten genereert. De economische crisis heeft diverse musea in de problemen gebracht, en onlangs heeft het prestigieuze Philadelphia Orchestra faillissement aangevraagd. In de hele wereld is Halbe Zijlstra waarschijnlijk de enige persoon die denkt dat de kunsten in financieel opzicht in Amerika beter af zijn. Het beeld van scheppende en uitvoerende kunstenaars is in betrekkelijk korte tijd ten ongunste veranderd. Kunst is vogelvrij verklaard. Kennelijk is het iedereen geoorloofd om daar van alles over te roepen. Het gebrek aan kennis van het werkveld dat daarbij doorgaans wordt tentoongespreid is ontluisterend. Het is vooral bon ton om kunstenaars af te schilderen als een stel subsidieslurpende klaplopers, en het moment om die wantoestand te beëindigen is nu daar. Ik heb die klaplopers nog nooit ontmoet. Ik ken alleen collega’s die met bezieling en overgave aan hun œuvre bouwen, in de overtuiging dat dit voor hun de beste manier is om een waardevolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Waarom is subsidie plotseling toch zo’n omstreden begrip? Een enigszins ontwikkelde samenleving vraagt een financiële bijdrage van haar burgers, om zaken van algemeen belang te realiseren, zoals gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid, wetenschap, kunst en cultuur, een bestuurlijk apparaat. Eén van de taken van de overheid is er voor te zorgen dat dit budget op een redelijke manier wordt verdeeld. Consequentie van deze werkwijze is dat er geld wordt gespendeerd aan doelen waar niet iedere burger volledig achter kan staan. Zo wordt bijvoorbeeld het salaris van Zijlstra uit de algemene middelen betaald. Ook wordt, door middel van de hypotheekrenteaftrek, het particuliere huizenbezit gesubsidieerd. Dat is een kwestie van solidariteit, ook een kenmerk van een beschaafde maatschappij. Die solidariteit is opeens niet meer vanzelfsprekend. Sinds kort is het blijkbaar noodzakelijk dat iedere burger tot en met de laatste eurocent zelf bepaalt waar zijn belastinggeld aan wordt besteed. Dat is de bijl aan de wortel van het algemeen belang. Een zichzelf respecterende regering moet hier haar verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent niet rücksichtslos er op los hakken, maar met visie en oog voor samenhang kiezen voor wat op termijn belangrijk is voor de ontwikkeling van een land. Het is tekenend voor dit kabinet dat de intelligentsia in dit verband zo’n bescheiden rol wordt toebedeeld. Zijlstra vindt het niet nodig om zijn plannen met steekhoudende argumenten te onderbouwen. Hij weigert botweg een reden te geven waarom kunst en cultuur een kwart tot een derde inleveren, terwijl andere departementen slechts met 10 tot 15 % worden gekort. Zijn motieven zijn niet van financiële aard. Immers, de bezuinigingen zijn rampzalig voor de sector, maar leveren geen substantiële bijdrage aan de oplossing van het begrotingstekort. De maatregelen zouden een goede prikkel zijn om de sector te hervormen. Gezien de gevolgen heeft dit argument er veel van weg dat de kunstenaar de ogen worden uitgestoken, omdat dat bevorderlijk is voor het gehoor. De echte reden voor deze kruistocht tegen de kunsten is de kleinburgerlijke benepenheid die Nederland steeds meer in een verstikkende wurggreep krijgt. De visie van het kabinet beperkt zich tot het huishoudboekje, dat moet kloppen aan het einde van de maand. Het publieke debat gaat over hoofddoekjes in de bus. De gedoogpartner is geen ledenpartij, de interne discussie ontbreekt volledig. De blik wordt naar binnen gericht, provincialisme en xenofobie nemen toe, Europees beleid wordt steevast met wantrouwen bejegend. Men houdt de ramen gesloten om de frisse lucht binnen te houden. Langzaam maar zeker wordt de wereld weer plat, en reikt niet verder dan de gemeentegrenzen van Venlo. Het is beschamend dat de eerste liberale premier sinds bijna een eeuw zich op deze manier laat gijzelen. Aan de kunstenaar de schone taak de ramen weer open te zetten - dan wel ze in te gooien - om te voorkomen dat het in Nederland gaat stinken. J. A. Deelder - Intro (RENAISSANCE Gedichten ’44 - ’94) Bezuinigingen: anders denken ‘Natuurlijk moet iedereen bezuinigen,’ is de zin die ik de laatste maanden het vaakst hoorde. Hoezo iedereen? Daklozen, minima en zieken moeten nergens op bezuinigen. En de kunst? Moet de kunst bezuinigen? Volgens vertegenwoordigers werkzaam in de cultuursector moet alles anders, anders dan de afgelopen decennia onder hun verantwoordelijkheid het geval was. Hoewel het debat de indruk wekt over geld te gaan, gaat het natuurlijk niet over geld. Geld komt altijd wel ergens vandaan. Ik bedoel: het is uw geld, in alle gevallen. Of dat nu via belasting door de staat wordt geïnd of uit uw portemonnee wordt getrommeld door de musicals van Joop van den Ende - die u massaal bezoekt en waarvan de opbrengst door de VandenEnde Foundation terug in de kunstsector wordt gepompt - maakt niet uit. U betaalt. Wat is kunst ons waard? En wie zijn ‘ons’? ‘Ons’ kan in twee partijen worden opgesplitst: de ontvangers en de gevers. Dat lijkt een heldere tweedeling maar is het niet. Kunstkopers zijn weliswaar ontvangers, de ontvangers van het kunstwerk en kunstenaars zijn gevers, de gevers van het kunstwerk, maar de koper is tegelijkertijd ook gever: hij betaalt voor het kunstwerk. En de kunstenaar is tegelijkertijd ontvanger: hij ontvangt een geldbedrag voor zijn kunstwerk. Ontvangers zijn gevers en gevers zijn ontvangers. Als wisselstroom pendelt cultuur tussen twee polen. Er is relatief veel begrijpelijke cultuur en relatief weinig onbegrijpelijke cultuur. Begrijpelijke cultuur wordt populair genoemd. Onbegrijpelijke cultuur wordt elitair genoemd. Begrijpelijke cultuur is verhandelbaar, er zijn veel afnemers en dat drukt de prijs. Onbegrijpelijke cultuur is irrationeel en minder verhandelbaar. Daarom wordt onbegrijpelijke cultuur door de overheid gesubsidiëerd. De nieuwe regering zet in op begrijpelijke cultuur en meer mecenassen, zodat ze minder geld hoeft uit te geven aan cultuur die niet begrijpelijk is. Dat mensen nog nauwelijks aan het denken worden gezet lijkt de huidige regering een electoraal voordeel. De werkelijkheid is surreëel; het leven deels begrijpelijk, deels onbegrijpelijk. Het leven kost de overheid geld, veel geld: voedselvoorziening, huisvesting, infrastructuur, gezondheidszorg, noem maar op. Toch wordt wat ondoorgrondelijk aan het leven is niet elitair genoemd en nooit hoor je iemand spreken over de ‘populistische, doorgrondelijke aspecten van het leven’. De waarde van het leven wordt door niemand in twijfel getrokken. Ik vind het leven een linkse hobby, snobbistisch. Ik wil op het leven bezuinigen. Gezondheidszorg? Ouderdom? Tijdverdrijf voor vegetariërs, te laf om vlees te eten. Ik ben voor afschaffing van de huursubsidie. Huursubsidie is elitair. Iedereen moet in dit land zijn eigen broek op houden, onderwijs biedt gelijke kansen voor iedereen. Een significante reductie van de sociale woningbouw zou het land vele economische voordelen opleveren. Daarnaast bepleit ik volledige afschaffing van de zorgtoeslag, uitgezonderd een maximale tegoedkoming voor vrijwillige euthanasie als een vorm van mantelzorg. Zo houden we genoeg over voor kunst en cultuur! De kracht van het denken wordt vaak onderschat. Anders denken: het mag niet verloren gaan! ^Q.S.Serafijn, 21 april 2011Deze tekst is eerder geplaatst in Kaat. De markt wil Happy Meals Ja, Nederland heeft een uniek subsidiestelsel. Maar dat is er niet voor niets. Dat de landen om ons heen een veel levendiger kunstmarkt hebben weet iedereen die een beetje thuis is in de wereld van de beeldende kunst. En hoe komt dat? Dat is een historisch verklaarbaar feit. Nederland was - en is - een ander land en dat heeft te maken met de drassige grond waarop wij staan. Dat is grond die zich niet leent voor grootgrondbezit. Onze bodem is zo slap dat hij voortdurende zorg behoeft. Het is hier pompen of verzuipen. Daarom had je in Holland ook geen graven, maar dijkgraven. Hier was je niet in aanzien omdat je van adel was, maar omdat je verstand had van droogmakerij. Nederland is daardoor al heel lang een meritocratie: een land waarin je iemand bent omdat je wat kan en niet omdat je wat hebt. Dat klinkt leuk, maar heeft consequenties gehad voor de manier waarop de cultuur zich hier heeft ontwikkeld. Dat is totaal anders gegaan dan bij onze buren. Daar hebben eeuwenlang de vorsten in een heerlijke concurrentiestrijd geworven om de gunsten van de kunstenaars. Dat heeft in heel Europa geleid tot een de ongekende bloei van kunst en cultuur, waardoor wij nog steeds getuige kunnen zijn van de geschiedenis. Een aantal revoluties heeft aan die toestand een einde gemaakt. Van 1789, via 1848 tot 1917 is de Europese adel definitief onttroond. Dat klinkt verschrikkelijk in dit culturele verband. Maar die onttroning ging gepaard met een proces van burgerlijke emancipatie. Daardoor is er geen groot gat gevallen in de stimulering van de kunsten. De geëmancipeerde burger nam de cultuur-minnende taak van de verdwenen adel met het allergrootste plezier over. In de landen om ons heen is de kunst veel meer dan bij ons dan ook een echte publieke zaak. Er is een min of meer natuurlijke waardering voor de kunstinstituten en voor de individuele kunstenaar. Er zijn daar dan ook relatief veel particuliere verzamelaars. In Nederland is dat allemaal heel anders gegaan. Burgerlijk autonomie was er feitelijk al meteen bij het ontstaan van de Republiek. Daarom was het hoogtepunt van onze kunst er óók meteen, in die ongekende Gouden Eeuw. Toen in de negentiende eeuw overal om ons heen de burgerij in het post-adellijke vacuüm trad, bleef dat hier dan ook uit, want dat luchtledig bestond hier gewoon niet. Bovendien was het burgerlijk elan van de zeventiende eeuw hier allang weggeëbd. Mede daarom blijft de negentiende eeuwse kunst in Nederland ook zover achter bij die van bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk. Probeer eens een negentiende eeuwse componist te noemen die geen Duitser of Oostenrijker is? Noem een grote negentiende eeuwse schilder, maar geen Fransman? Vindt de Nederlandse evenknie van Monet of Delacroix. Dat is de reden waarom in de loop van de negentiende en twintigste eeuw vrijwel iedere Nederlandse schilder met ambitie naar het buitenland verdween: Jongkind, Van Gogh, Van Dongen, Mondriaan, Van Doesburg, Appel, De Kooning, noem maar op. Heel begrijpelijk, echt heel verstandig ook, dat er in Nederland langzaamaan een kunstbeleid van de grond is gekomen, dat erop gericht was om de kunsten te stimuleren. Wat in de ons omringende landen min of meer vanzelf liep, moest hier daadwerkelijk tot stand worden gebracht. Zo ontstond uiteindelijk een fijnmazig netwerk van maatregelen, instituten en ja, subsidies. En dankzij dit verantwoorde beleid hebben we in Nederland een goed netwerk van musea, een internationaal hooggewaardeerde ensemble-cultuur, formidabele dansgezelschappen (grote en kleine), topinstituten als De Ateliers en de Rijksacademie, maar ook het Piet Zwart-, Sandberg-, Frank Mohr-Instituut en de Van Eyckacademie. En we hebben kunstenaars die wereldwijd de aandacht vragen. Alleen in Rotterdam al: Atelier Van Lieshout, Erik van Lieshout, Charlotte Schleiffert, Jeanne van Heeswijk, BikvanderPol. Ik noem juist deze namen omdat ik die allemaal in het begin van de jaren '90 voorbij heb zien komen toen deze kunstenaars nog aan het begin van hun carrière stonden en stuk voor stuk een beroep deden op de subsidiecommissie waarin ik toen zitting had. Godzijdank hebben zij de steun ontvangen die zij nodig hadden en verdienden! Allen zijn inmiddels, ook internationaal, zeer gewaardeerd! So far so good. Maar dan draait de wind. Meer en meer wordt het geluid hoorbaar dat subsidies lui maken. Dat het allemaal heel beroerd is voor de kunst. Dat de kunstenaars uit de staatsruif eten. En, díe schade is in ieder geval nu al aangericht: het verhaal wordt breed geloofd. Henk en Ingrid weten het: kunstenaars leven van onze centen! Het tegendeel is waar: subsidies hebben nooit een substantieel deel van het inkomen van kunstenaars geleverd, behalve misschien in de periode van de Beeldende Kunstenaars Regeling (die al in 1987 is afgeschaft). Hier op dit binnenplein van Boijmans is geen kunstenaar te vinden die lééft van subsidies. Integendeel: de meesten van ons brengen post rond, hebben een baan in het onderwijs, of halen hun inkomen uit andere bronnen dan het eigen werk. Eventuele subsidies gaan negen van de tien keer op aan materiaal, drukwerk, assistentie. Kortom: áls we al subsidies krijgen gaat het geld meestal naar anderen. Er is maar één beroepsgroep die voor 100% uit de staatsruif eet. Er is maar een kaste die leeft van onze belastingcenten: dat zijn de leden van het kabinet! En laat nu juist dit onzalige Kabinet Rutte op het punt staan om met veredelde wartaal een historische afbraak te beginnen op het cultuurgebouw van Nederland! Want de markt moet het maar doen. De markt, die al in zoveel sectoren voor prutswerk heeft gezorgd. De markt is namelijk dom. De markt wil happy meals. De markt wíl wel zigeuners, maar alleen als het schattig geschilderde jochies zijn, met een traan op iedere wang. De markt wil kiloknallers. De markt wil van komkommers dat ze recht zijn. Met echte kwaliteit of uitzonderlijkheid heeft de markt niets te maken. De markt vraagt uit zichzelf nooit om een Divina Commedia, om een Marcel Proust, om een Louis Andriessen, om een Mondriaan, om een Hans van Manen. De markt wil precies de middelmaat waar het kabinet zegt vanaf te willen! Dat subsidies leiden tot een grauwe middelmaat (zoals de VVD beweert) kan door geen enkel onderzoek worden bevestigd. Dus durf ik me gerust aan een voorspelling te wagen. Kabinet: als u wilt dat de markt bepaalt wat er in dit land aan kunst wordt geproduceerd, dan beloof ik u weinig bijzonders. De markt wil meer van hetzelfde. Nooit het vreemde, nooit het bijzondere, nooit het experiment en al helemaal nooit het vragen-stellende, het kritische. Natuurlijk zou een geweldige kunstmarkt wel van enig belang zijn voor Nederland. Ik ben schilder. Natuurlijk wil ik mijn werk verkopen. Maar mijn werk kan ten minste nog aan een spijker hangen. Hoe moet het met kunstenaars die nauwelijks verhandelbare waar maken? Wat moet je als je talent ligt bij de performance, de interventie, de installatie? En hoe is het ook nog eens mogelijk dat een van de weinig concrete maatregelen die het Kabinet tot op heden genomen heeft, de onmiddellijke verhoging is van de btw op de verkoop van kunst? Echt waar: één van de weinig markt-stimulerende maatregelen die er waren is de nek omgedraaid. Wie mij dat allemaal met succes kan uitleggen voor we vannacht in Den Haag zijn krijgt meteen een werk van mij cadeau! Hoe vaak heeft de politiek in de voorbije tijd niet moeten spreken over 'de kennis van nu'. Met de kennis van nu waren we niet naar Irak gegaan. Met de kennis van nu had de HSL niet gereden, en zeker niet tegen deze prijs. Met de kennis van nu waren er niet die gigantische anonieme fusie-scholen ontstaan. Halbe Zijlsta: u kunt nu nog uw historische vergissing voorkomen. U kunt nu nog uw 'kennis-van-nu-moment' van straks ontwijken, door nu te luisteren naar de analyses van talloze experts in binnen- en buitenland die de onzaligheid van uw plannen hebben doorgerekend en geanalyseerd. U hoeft alleen maar even uw halsstarrigheid opzij te zetten en te luisteren. Het bedrag dat u wilt bezuinigen is een druppel op de plaat, die de banken met hun onverantwoorde financieringen gloeiendheet hebben gemaakt. Die 200 miljoen zullen onmiddellijk verdampen. Maar de schade die die 200 miljoen aanrichten aan het gebouw van de kunsten is gigantisch. Het logo van deze bezetting van Boijmans (ontwerp: 75B) geeft het goed weer: niet de kunst zal sterven, maar het kunstgebouw wordt ernstig aangetast. Het logo is echt goed, want het laat zien dat je maar een paar procent van de vitale kolommen hoeft te verwijderen en het hele gebouw stort in. En dat is precies wat gaat gebeuren. De fundamenten zijn in het geding. Het kunstonderwijs, de talent-ontwikkeling, de brede basis vanwaaruit excellentie zich kan ontwikkelen. De infrastructuur aan ensembles en instituten, de ruimte om te experimenteren: dat staat allemaal op het spel. Het zijn precies die dingen waar de markt nooit zorg voor zal dragen, maar die dienen te worden behoedt door een zorgvuldig bestuur. Halbe Zijlstra: de Nederlandse cultuur wordt niet bedreigd door islamisering; dat is gelukkig louter fictie. Nee, niet de islamisering, de Halbering van de Nederlandse cultuur, dàt is de ramp die voor de deur staat, Halbe. U zegt: de markt moet het maar doen. Maar kan iemand mij dan uitleggen waarom de komkommerkwekers, die door de Ehec-bacterie verlies hebben geleden, omdat hun handel een paar weken stil lag, onmiddellijk werden gecompenseerd? BAM: 210 miljoen lag er vorige week in één keer op tafel! Nota bene nog 10 miljoen meer dan u op de cultuurbegroting snoeit. Terwijl een kind kan bedenken dat een branche, die in een paar weken honderden miljoenen verliest, ook in een paar weken honderden miljoenen zal verdienen! Als de markt het nou ergens gewoon regelt, dan is het wel in de handel. Kortom: je kan in dit land honderd keer beter in de komkommers zitten, dan in de kunst! Leden van de oppositie: dit argument is vrij van auteursrechten. U mag het morgen zo gebruiken. Als een stok, om er de hond mee te slaan! Er zijn nu twee opties: óf de oppositie krijgt het voor elkaar om in het regeringskamp voldoende medestanders te vinden om het onheil af te wenden. Gezond verstand zegt mij dat het moet kunnen, omdat het verreweg de meest rationele optie is. Maar mijn donkerbruin vermoeden houdt rekening met de tweede optie en dat is deze: de Halbering van de Nederlandse cultuur krijgt morgen zijn beslag. En dat zou verschrikkelijk zijn. Maar dan, beste collega-kunstenaars, dan moeten wij de moed hebben óver deze ramp heen te kijken. De kunst gaat natuurlijk nooit verloren, hoe zwaar gehavend het gebouw ook wordt. Ik hoop dat iedereen de moed heeft om tegen de verdrukking in te overleven: als kunstenaar. Geef de moed niet op! Vita brevis, Ars longa!! Het leven is kort, maar de kunst heeft de tijd. Últrakort is het politieke leven. Misschien valt morgen al het kabinet! Misschien duurt het nog wat langer, maar deze heilloze weg wordt natuurlijk niet eindeloos bewandeld. Hou vol: kunst en cultuur hebben domheid uiteindelijk altijd, altijd met succes bestreden. Geen vandaal heeft ooit een duurzaam rijk gesticht. De toekomst is uiteindelijk altijd aan de beschaving. Lang leve kunst!! ^Olphaert den Otter, 26 juni 2011Uitgesproken tijdens de bezetting van Museum Boijmans Van Beuningen door kunstenaars. Deze bezetting was tevens het startsein van de Mars der Beschaving die 's nachts vanaf het museum naar Den Haag liep. |
Stéphane Hessel Indignez vous! Een klein bericht! Wij hadden onze kleine mars voor de beschaving, van Rotterdam naar Den Haag, en een half dagje Malieveld, en dan de mensen uit de zorg een halve dag enzovoort, maar in Spanje hebben al die kleine bewegingen zich samengevoegd, en worden al weken de pleinen bezet in de centra van de steden Barcelona en Madrid. Hier zijn wat links over deze indignados: In de Groene Amsterdammer stond een goed artikel: Vamos a la plaza! DE INDIGNADOS VAN SPANJE. Er zijn zoveel werkloze jonge academici in Spanje, die nu dus de tijd hebben gevonden, en weinig genoeg te verliezen, om zich werkelijk in te zetten voor veranderingen. Tegen het privatiseren van een van de beste en goedkoopste zorgstelsels van europa, tegen het tweepartijen stelsel, tegen onzinnige bouwprojecten en woningnood, en voor een socialer en ecologischer politiek. Remake van de advertentie in New York Times van kunstenaarsgroep Dutch Artists 2011 ^ Colophon |