FGA41 Side-by-Side revolves around a number of important existential questions. How do we want to live? What kind of place do we need for living and working? In a time where space is increasingly scarce and expensive and citizens are pushed out of their homes, what alternatives can be found to counteract dominant forms of ownership, real-estate development and market-driven housing policies? And what can the role of art be in all of this? In the summer of 2020 we set up our editorial studio in het Wijkpaleis in Rotterdam. During this residency we will publish fieldwork for a new FGA edition on this blog. The blog houses 3 different voices in 3 columns: Rob (R), Nienke (N), and (G) for Guests: Vincenzo Latronico, Joke van der Zwaard, Arie Lengkeek, Bernd Trasberger... FGA is supported by
Mondriaan Fonds
, and the first three initial months research by
CBK Rotterdam
. Our partners are
TENT
,
RADIO WORM
,
Leeszaal West
. Enjoy reading! In selfless service to our community, artists/editors Robert Hamelijnck & Nienke Terpsma.
email
R
N
G
26 Sept: hier wil Rotterdam bouwen! bouwen! bouwen!
Een van de belangrijkste conclusies in de Staat van de woningmarkt 2020 van het ministerie van Binnenlandse Zaken is dat er de komende tien jaar 845.000 nieuwe
woningen
bij moeten komen om te voorkomen dat het woningtekort verder oploopt.
In Rotterdam wonen ongeveer 652.541 mensen (toename 2021 van 9%). 45% van de woningen in Rotterdam is huur via woningcorporaties, 35% is eigendom, koop dus, en 20% is huur via private verhuurders etc. De voorraad woningen is 318.868. Het aantal woningen dat door sloop aan de voorraad is onttrokken (denk aan o.a. Tweebos en Wielewaal) is 14.000. “Overige” ontrekking van woningen is 38.000. Dat is nogal wat. Geen idee wat dit betekent?
(Bron: CBS, aug 2021).
De gemiddelde woningwaarde in de gemeente Rotterdam is met €87.000 toegenomen van €135.000 in 2005 tot €222.000 in 2020 (dat is een stijging van 64%). Ongeveer 1/3 van de Rotterdammers is 25-45 jaar. Het gemiddelde bruto jaarinkomen per inwoner is 25.100 euro. Kop van Zuid heeft met €50.800 het hoogste gemiddelde inkomen per inwoner. Het percentage laag, middelbaar en hoog opgeleiden is ongeveer gelijk verdeeld. Dat stelt me op een of andere manier toch gerust. Aboutaleb: Rotterdam is al behoorlijk goed in balans. Houwen zo!
26 Sept: FGA podcastserie gaat online
Gesprekken, fieldtrips en audio experimenten, binnenkort hier op onze blog online beschikbaar én nu al op het platform van TENT-online. Binnenkort ook te beluisteren via het podcast platform van WORM.
Tijdens de presentatie Rotterdam Cultural Histories #19 in TENT/Melly van April—September, maakten we wekelijks op vrijdag een 1-uur durende FGA radiouitzending bij Radio WORM. We zijn begonnen die te bewerken tot een serie podcasts met de titel
Shelter for Daydreams, Homes for People not Profit
. Hier op onze FGA blog en op TENT-online zijn de eerste 6 afleveringen te beluisteren.
Hoe willen we leven? Wat voor plek hebben we nodig om te wonen en te werken? Welke alternatieven zijn er voor de dominante eigendomsvormen en het door de markt gestuurde huisvestingsbeleid in een tijd waarin ruimte steeds schaarser en duurder wordt en burgers uit hun huizen worden geduwd? We onderzoeken het in een serie gesprekken en excursies in en om onze eigen stad—waar collectieve en zelf-georganiseerde woonvormen ondanks de veranderde Woningwet van 2015 en het ‘Actieplan coöperatieve woonvormen Rotterdam’ van 2019 geen voet aan de grond krijgen. We leggen links tussen verzet en acties tegen het huidige woonbeleid in Nederland en de succesvolle Rotterdamse bewonersprotesten van de jaren ’70 en ’80. Bakema’s oproep voor “veel soorten ruimte-kwaliteit” en “woonplezierverenigingen” (1971) lijkt urgenter dan ooit.
.
Vitrine 2 met Van stoel to stad (j.b. bakema); OASE 51; WONEN (Joop Hardy 1957); verzet tegen stadsvernieuwing …
26 Sept: Laatste dag Rotterdam Cultural Histories #19 Homes for People not Profit in TENT/Melly Rotterdam
We breken de tentoonstelling af, sluiten deze blog die we een jaar geleden zijn begonnen, en bedanken onze gastschrijvers voor hun bijdrage. We hebben voorlopig even genoeg geschreven. Scrol naar beneden voor de verhalen van Bernd Trasberger over de wooncrisis vanuit Berlijn; Arie Lengkeek vanuit de kraamkamer van “Operatie Wooncoöperatie”; Joke van der Zwaard vanuit Leeszaal West en vanuit haar jarenlange betrokkenheid bij de stad; en Vincenzo Latronico vanuit zijn zelfgekozen vlucht uit “yesterday’s cities” naar…
.
Wij blijven radio maken en gaan verder met ons (bijna) wekelijkse programma op Radio WORM Open City Live die we sinds februari op vrijdag om 17:00 uur uitzenden. Een selectie van onze radioshow staan online als podcasts met de titel Shelter for Daydreams, Homes for People not Profit. Om onze podcasts te beluisteren click hier:
TENTonline Podcasts
, en click hier:
WORM Podcasts
, of ga naar onze
FGA Mixcloud
.
.
25 Sept: Test! FGA Podcast #1 Homes for People not Profit
..
.
11 July: Wereldbevolkingsdag, World Population Day
Vivek Ranjan Sahoo, class IXA 56
Vanochtend tijdens het ontbijt vond ik surfend op het web dit bericht: Anno 2021 leven er ruim 7 miljard mensen op aarde.
Sinds 1987 is het op 11 juli Wereldbevolkingsdag, World Population Day. Het UNFPA (United Nations Population Fund/Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties) heeft deze dag uitgeroepen om de aandacht te vestigen op de bevolkingsgroei van mensen op aarde.
Volgens het UNFPA kunnen problemen door overbevolking leiden tot voedsel- en water tekorten, uitputting van grondstoffen, geen goede plek om te kunnen wonen en het ontstaan van conflicten.
Ieder jaar komen er per saldo ongeveer 83 miljoen mensen per jaar bij, ongeveer de omvang van de bevolking van Duitsland. De huidige verwachting is dat rond 2023 de grens van 8 miljard wordt doorbroken, rond 2037 die van 9 miljard mensen.
..
.
..
19 Mei: Zolang het nog niet platligt…
Herman Meijer was van 1994 tot 2002 wethouder in Rotterdam, van onder andere stadsvernieuwing en volkshuisvesting, monumentenbeleid en migrantenbeleid, sociale vernieuwing, en dak-en thuislozen beleid. Ik was benieuwd naar zijn kijk op de huidige toestanden in Rotterdam en sprak met hem. Ik klink nogal bedremmeld naast die schwung, kennis en welbespraaktheid, en terecht, want ik ben schandalig slecht voorbereid het gesprek ingegaan en begin al met een blunder. Ondertussen las ik wel het één en ander over en door Herman Meijer, en begin ik een een idee te krijgen van de breedte van zijn perspectief. Niet voor niets zegt hij: “als je mij aanzet ga ik praten en jij moet zorgen dat ik ga praten over de dingen waar je ’t over wilt hebben”. Enfin, ik kwam achteraf online een brief tegen van Herman Meijer aan het huidige stadsbestuur, die precies ingaat op iets waar we al tegenaan gestommeld waren vanwege Rotterdam Cultural Histories, Recht op de Stad, en het recente verzet en de bewonersprotesten tegen de uitwassen van de Rotterdamse Woonvisie en NPRZ, namenlijk: wat we kunnen leren van de bewonersprotesten van 50 jaar geleden, in aanloop naar de stadsvernieuwing en democratisering van de jaren 70.
Later meer hierover, op Vrijdag 21 mei om 5 uur wordt het gesprek met Herman Meijer uitgezonden op Radio Worm Open City, maar ik deel hier alvast een fragment waarin de mensen in Tweebos en de Wielewaal stevig een hart onder de riem gestoken wordt aan de hand van wat historische voorbeelden.
Herman Meijer: “Zolang het nog niet platligt… ” (fragment)
.
19 Mrt: Loterij
Vandaag ontvangen email van Woonbron:
Geachte heer/mevrouw,
U heeft uw interesse kenbaar gemaakt voor de woning aan Troelstraweg 22 te Dordrecht. Zojuist heeft de loting plaatsgevonden en moeten wij helaas mededelen dat u niet bent ingeloot voor deze woning. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Woonbron Makelaars
..
.
.
22 feb. Vers beton
Ari Lengkeek heeft het ons proberen uit te leggen in de kolom hiernaast,
Joke van der Zwaard heeft het uitgelegd
, nu doet Vers Beton weer een goeie poging: waarom lukt het nou niet in Rotterdam om een wooncoöperatie te starten en zo met een groep mensen goeie ruime woningen te bouwen die voor altijd buiten de gekte van de markt blijven; wat doet die gemeente nou om dat zo grondig tegen te werken, ondanks de pilot wooncoöperatie en alle mooie woorden? Grondig. Grond. Inderdaad. En dit gaat niet eens om goedkopere woningen, het Rotterdams Woongenootschap wil vooral appartementen bouwen in het zogenaamde middensegment, precies wat de gemeente zegt te willen bouwen-bouwen-bouwen. Waarom werken ze dan toch tegen?
Lees hier
.
18 Feb: FGA-Radio WORM Open City Live
Sinds begin februari maken we een uur radio op RADIO WORM Open City Live. Ons programma is iedere vrijdag van 17:00u—18:00u. Aanstaande vrijdag 19 februari aflevering #3: Bewoners protest tegen huisuitzetting door Vestia.
Vestia verstopt zich. De politiek verstopt zich. Er is een brief gestuurd naar Aboutaleb maar die geeft geen antwoord. Er is steun in het stadhuis van slechts 5 partijen: Denk, SP, Nida, 50 Plus, en de Dierenpartij. Zij staan voor een inclusief Rotterdam. De andere grote partijen, CDA, PVDA, VVD, D66, GroenLinks, PVV, ChristenUnie, SGP, en Leefbaar blijkbaar niet.
Een aantal bewoners krijgen het woord en vertellen hun verhaal, en aan het eind wordt de Bewonerspetitie met EISEN voorgelezen door een van de oudere bewoners van Tweebos, en in de brievenbus gedaan. Voor 1 maart verwachten we een antwoord, zegt Abel van de Bond Precaire Woonvormen, anders staan we hier weer.
Hoeveel besteden mensen gemiddeld van hun inkomen aan huur? Woonlasten noem je dat, de optelling van de huur, eventueel minus huurtoeslag, het energie- en waterverbruik, de lokale lasten en de waterschapslasten.
Op de website van de
Woonbond
las ik dat volgens de
Lokale Monitor Wonen,
een organisatie die inzicht biedt in de betaalbaarheid van (huur)woningen per regio, gemeente en soms zelfs per wijk, de gemiddelde woonlasten van huurders variëren van 25 tot 30 procent bij sociale huur tot 41 procent bij particulier/commerciële huur van het inkomen. In de film
PUSH
vraagt Lailani Farha, UN Special Rapporteur on the Right to Housing, zich af wat “redelijke huur” is en komt ook op 30%. Dus ongeveer 1/3 van je inkomen. Dan moet je natuurlijk wel inkomen hebben. Wat heb je nodig voor een waardig leven? Behoorlijke, betaalbare huisvesting is een van de die dingen. En dat is vervat in internationale wetgeving, zegt ze.
Woningcorporaties moeten jaarlijks minimaal 80% van hun vrijgekomen sociale-huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 39.055, en ze moeten er voor zorgen dat de juiste woning bij de juiste huurder terecht komt. Passend toewijzen heet dat. Dit is gebaseerd op huishouden, verzamelinkomen en maximale huurprijs. Bijvoorbeeld voor een alleenstaande met een verzamelinkomen t/m 23.225 is de maximale huur 619,01. Dit is iets meer dan 30 procent.
Toen ik 25 jaar geleden in Rotterdam kwam wonen ging denk ik 30 procent van mijn inkomen naar de huur. Sommige periodes ging het financiëel wat beter dan andere, dus dan was het percentage iets hoger of juist lager. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Ik woonde in het Scheepvaarkwartier waar in de jaren 1990 veel kantoren leeg stonden en hoertjes op de kade hun klanten bedienden in de auto’s. Je gleed uit over de kapotjes en moest oppassen voor naalden. In het Park waren de legendarische House parties. Maar, het was een prachtige plek, het was betaalbaar en ik kon er zelfs een atelier bij huren. Die waren toen ook betaalbaar. Alles klopte, zeg maar. In ieder geval heb ik 25 jaar lang ieder jaar traditioneel bezwaar aangetekend tegen de huurverhoging en was mijn economie zo dat ik de huur altijd kon betalen. Er was een goeie balans tussen inkomsten en uitgaven, en hoewel dit vrije huursector was, was het eigenlijk heel sociaal en betaalbaar. Rotterdam was immers de armste stad van Nederland en geen mens wilde hier wonen. In die 25 jaar is het gebouw minstens zeven keer doorverkocht. Alle zeven kopers waren zeer schappelijk, er viel mee te praten. Zij waren verbaasd dat ik boven op hun kantoorgebouw woonde en vonden het wel best. En iedere drie jaar werd het weer door verkocht als beleggingsobject. Iedereen maakte er winst op. Toen ging de laatste belegger failliet en kwam eigenaar nummer acht. Een telg van de familie Vervat. Hij had het pand voor weinig van de bank kunnen kopen. En toen ging het mis. Goed mis. Vijf jaar gezeur, bedrog en intimidatie van zijn advocaat, want hij wilde zelf op het dak wonen.
Nu zitten we in ons nieuwe huis, en is ons inkomen zo ongeveer niks. Dramatisch. We hebben de verhuurder gevraagd of de huur omlaag kon. Dat heeft hij gedaan, dat is heel bijzonder. Sinds maart zijn we op zoek naar een betaalbare sociale huurwoning en iedere keer staan we achter in de rij, ergens op positie 1646, 451, of 33. Met ons inkomen samen opgeteld zitten we in de laagste inkomensgroep. Ik vermoed dat veel kunstenaars in deze groep zitten. Al die jaren hebben we ons nooit “arm” gevoeld. Nu wel. Niet echt om vrolijk van te worden. Gelukkig hebben we in Nederland sociaal beleid, maar dan moeten die “betaalbare” woningen er wel zijn.
Maaike van de Natuurvoedingswinkel waar wij boodschappen doen leeft met ons mee. Ze zegt dat het helpt als je positief blijft en iedere dag 10x tegen jezelf zegt: “Ik zal een fijn huis vinden; Ik zal een fijn huis vinden; Ik zal een fijn huis vinden…”
.
Bronnen:
www.rijksoverheid.nl
www.woonbond.nl
De Lokale Monitor Wonen is een platform met data van alle 355 Nederlandse gemeenten. www.waarstaatjegemeente.nl
22 Nov: bouwen-bouwen-bouwen.
Toen de Bond Precaire Woonvormen deze week voor het stadhuis die petitie overhandigde aan wethouder Bas Kurvers, zei hij: “we gaan bouwen-bouwen-bouwen.” Je houd je hart vast. De VVD-oplossing. Wat gaan ze bouwen, en waar!? Er gaat heel wat groen in de stad sneuvelen. Agrarische grond rond de stad. Lekker bouwen, wie gaat er daarvan profiteren, en wat voor huizen worden dat? Wat als er nou eens heel mooi, verrassend, en inventief gebouwd wordt voor de sociale woningbouw? Mét de mensen, zodat een project specifiek is, en met goeie prioriteiten, zodat het een tijd mee kan en kan ontwikkelen tot een fijne plek? Het kon ooit, Nederland stond er bekend om. Bijvoorbeeld het Plan van Gool, Justis van Effenblok, Amsterdamse School, Rode Dorp, Mussenbuurt, Het Blauwe Dorp, Het Witte Dorp, de Bergpolderflat.
En het kan nog steeds
wel
, hebben ze bijvoorbeeld bij Iewan in Lent laten zien. Daar heeft een groepje mensen zelf het initiatief genomen voor een stro-leem complex met heel verschillende eenheden, gemeenschappelijke ruimtes, eigen waterzuivering in de tuin, een grijs-water systeem, en veel groen. Voor sociale huurprijzen! Ze trokken de architect aan, en beheren het complex zelf voor de woningbouwvereniging. Vanaf het begin was hun houding dat ze geen gunst vroegen, maar de woningbouwvereniging met hun tijd, kennis en energie hielpen met wat de doelstelling en plicht is van een woningbouwvereniging, en waartoe die kapitaal en grond in beheer heeft: goede en goedkope, duurzame woningen bouwen.
Het kan wél! Sociale huurwoningen, met veel gezamenlijke ruimte, binnen en buiten.
22 Nov: Guest
17 Nov: People not Profit!
Vandaag demonstreren wij mee met de Bond Precaire Woonvormen (BPW) bij het Stadhuis van Rotterdam.
Actie tegen huizenuitzettingen en woningen voor iedereen.
HUIZEN VOOR MENSEN, NIET VOOR WINST
Bas Kurvers (VVD) Wethouder Bouwen, Wonen, Energietransitie Gebouwde omgeving in Rotterdam neemt petitie in ontvangst
17 Nov:
Nog even een kleine impressie van het krachtenveld.
17 Nov: Guest
18 Oct: Het Kameel
Woon-werkgebouw Het Kameel in Vlaardingen, 1986
Het is jammer dat Hein de Haan, de zendeling van het CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap), in 2015 is overleden. Wij hadden hem heel graag gesproken over COOPS, en vooral over Het Kameel, volgens hem ‘een van de meest zuivere CPO-projecten omdat het initiatief volledig bij de groep bewoners lag.’ Bewoners en kunstenaars hebben zelf het initiatief genomen en de uitdaging was om met zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk m3 binnen de woningwetsfeer te bouwen. De 28 woonwerkhuizen werden in 1986 opgeleverd. Het gebouw heeft minder dan 2 miljoen gulden gekost en is ontworpen door Hein de Haan en CASA Architecten. Zelf woonde Hein in de Vrijburcht op IJburg, ook een CPO project.
DASH #8 Samen bouwen / Building Together, nai010 uitgevers, 2013. ISSN 978-94-6208-013-3. Onderzoek naar en voorbeelden van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) waarbij een groep toekomstige bewoners zelf hun woningen ontwikkelt.
18 okt. shelter for daydreams
(…. ) if we were asked to name the chief benefit of the house, I should say: the house shelters daydreaming, the house protects the dreamer, the house allows one to dream in peace. Thoughts and experience are not the only things that sanction human values. The values that belong to daydreaming mark humanity in its depths. Daydreaming even has a privilege of auto-valorisation. It derives direct pleasure from its own being. Therefore, the places in which we have experienced daydreaming reconstitute themselves in a new daydream, and it is because of our memories of former dwelling-places are relived as daydreams that these dwelling places of the past remain in us for all time.
Now my aim is clear: I must show that the house is one of the greatest powers of integration for the toughest, memories and dreams of mankind. The binding principle of this integration is the daydream. Past, present and future give the house different dynamisms, which often interfere, at times opposing, at others, stimulating one another. In the life a (wo)man, the house thrusts aside contingencies, its counsels of continuity are unceasing. Without it, (wo)man would be a dispersed being. It maintains him/her through the storms of the heavens and through those of life. It is body and soul. It is the human being first world. Before he is “cast into the world,” as claimed by certain hasty metaphysics, (wo)man is laid in the cradle of the house. And always, in our daydreams, the house is a large cradle. A concrete metaphysics cannot neglect this fact, this simple fact, all the more, since this fact is a value, an important value, to which we return in our daydreaming. Being is already a value. Life begins well, it begins enclosed, protected, all warm in the bossom of the house.
(Gaston Bachelard,
The poetics of space,
p28)
18 Oct: Day 7—Sunday
Last blog from our guest Bernd Trasberger, Berlin.
.
Full circle: seven days. Looking back I realise, that I have written a lot about the past, about things that happened to me in the last years. I realise that all these experiences shape my feeling towards “housing”, architecture and/or the city in general. I look sceptically at every new construction site, since I am more often disappointed afterwards by faceless gated townhouses, rather than being excited by interesting architecture and innovative housing models. Real estate agent has become a swear word to me, landlords rather a problem than help. A large amount of my irregular income goes to the rent of apartment, studio and storage space. Studio and storage space becoming more of a millstone around my neck, rather than enjoyable places of artistic production. I remember how I felt pity for my friends in New York City, Paris or London since they had to work in different jobs to be able to afford a small windowless room and I asked myself: “why?” Every conversation with them seemed to revolve around housing and therefore money or the lack of it.
Today, I find myself in the same situation in Berlin, which was lucky to be the real estate world’s sleeping beauty for 20 years after the fall of the wall. Nowadays every talk with friends eventually involves eviction from studios, new owners that double the rent, temporary subletting, crazy flat share castings or someone looking for a flat, studio, office or rehearsal room. What does it do to a society when an essential human need like housing becomes a major life issue? How can we stay alert and try to invent new ways of living together if we’re constantly pressured? Why do we still think of eternal durability cast in concrete if we think of architecture, rather than trying to build temporarily and flexible? Why would anyone rather buy property than rent, if we wouldn’t be afraid? Why can we not share more of the spaces we inhabit? – and I am not talking about AirBnB. Why are we artists interested in the housing issue? I think you guys from FGA are always tackling social issues, the community and I am interested in the infrastructure of it, the architecture, cities and the question, why they look the way they look. We look at the same topic from the opposite ends. That topic is huge in front of us. Unavoidable, because the place we inhabit and our fellow creatures are all we have.
17 Oct: COOP Takeover!
Soms is het goed om even terug te kijken om te zien waar je mee bezig bent. Om op te frissen zeg maar en terug te gaan naar onze eerste uitgangspunten, en dan daaraan vast te knopen wat we tot nu toe hebben geleerd.
In mijn blog van 27 July schreef ik: Op dit moment zijn de maatschappelijke thema’s dekolonisatie, migratie, en ecologie zeer actueel. Belangrijke thema’s, maar voor ons persoonlijk zijn dit de urgente vragen: Op wat voor plek willen (of kunnen) we wonen en werken en wat kan kunst daaraan bijdragen? Welke alternatieven zijn er in een tijd waarin ruimte steeds schaarser en duurder wordt? Wat kunnen we van die alternatieven leren?
Ons nieuwe FGA-project gaat dus over existentie, onze existentie, maar ook over een bestaansmogelijkheid en een plek op de wereld. Maar ons project gaat ook over utopia, wat we ons kunnen voorstellen als ideale plek om te leven. En natuurlijk is dan de volgende stap hoe we die ideale plek willen vormgeven en kunnen realiseren. Een COOP starten zoals Iewan en de Warren geeft mij op dit moment de meeste hoop. Maar ja, hoe doe je dat en waar?
Amsterdam en Almere geven alle ruimte aan COOPS of CPO’s, maar ook in de provincie Gelderland liggen de beste kansen voor een CPO project. Onze eigen stad Rotterdam is hier nog lang niet op ingericht en laten de huizencrisis aan de markt over. Dit werd gisteren nog eens pijnlijk duidelijk tijdens het symposium Taking Back Housing. Annet Akkerma, de Beleidsadviseur Wonen van de gemeente Rotterdam is onder de indruk van hoe Amsterdam en Almere het aanpakken. Daar wordt volop gebouwd terwijl hier de 1st pilot met Het Rotterdams Woongenootschap maar niet van de grond komt.
Wat zijn de ambities van Rotterdam?
In maart is het
Aktieplan coöperatief wonen
gepresenteerd en is een expertteam samengesteld om initiatieven 1 jaar lang te ondersteunen met max 250 uur (gratis) om een plan uit te werken. 4 initiatieven hebben zich gemeld. Dit jaar nog worden 5 gebouwen (gemeentelijk vastgoed) verkocht voor het realiseren van woningen voor middeninkomens. Verder: grond is schaars, toch is iedereen met een plan welkom. That’s it.
Die COOP Takeover duurt hier nog wel even 🙁
17 Oct: Day 6—Saturday
My oldest son is going from primary to high school next year. Once in a while I take him to my studio to work on projects that he has to present at an interview, when applying to the school of his choice. Something cringes inside of me when I imagine a job interview for an eleven year old, and I am doing my best to support him with fake projects that look as if he had made them himself. I am familiar with applications already from going to kindergarten with my pregnant partner, and from all the parents getting registered at friends’ addresses within the assigned catchment area of their preferred primary schools. I find the inherent pressure to perform perverse, but no one dares to make experiments with one’s own children. What does ultimately define a good or a bad school? And how terrible is it, that sometimes you have the impression, that even the most liberal appearing parents seem to associate a bad school with a high proportion of children with migration background?
I meet a friend on my way to the studio who works as a teacher, and who can probably explain the facts to me. I soon understand that this is a highly complicated topic, branching out into all kind of social and political discourses concerning the city. What I learn is this. A bad or problematic school isn’t considered so because of the level of education, but mostly because of its toxic social climate with aggression and violence. This seems to correlate with the social segregation of certain neighbourhoods. And again it is understandable that kids who feel discriminated in society don’t develop respect for school authority in return. How can these schools escape the downwards spiral, if all hipster parents that want to live in Kreuzberg, don’t want to send their kids to these schools? The pressure is on the schools, since the people moving to the various new built condominiums in trendy districts like Kreuzberg are mostly young families or couples that will be parents tomorrow. I ask my friend how this vicious circle can be broken. Her answer from a teacher’s point of view is plain simply: “It’s not a Berlin problem, but a problem of big cities in general. What cities need are more qualified teachers, more schools, and ultimately more money for education, so the pressure would be relieved from schools and the social segregation. Diversity in the classroom is the main condition for a fruitful and social learning.”
16 Oct: Taking Back Housing
Taking Back Housing online symposium 16 Oct. Michelle Provoost, Peter Kuenzli, en Maarten van Poelgeest
Part 1 of the online symposium Taking Back Housing organised by The International New Town Institute and the Independent School for the City the first two speakers Peter Kuenzli and Maarten van Poelgeest addressed two questions:
1)What are housing coöperatives? (the possible 3rd way)
2) Why do we need more democratic forms of housing?
In her introduction Michelle Provoost states that social housing, once the Dutch pride with an impressive tradition, is now for losers. She loosely quotes Pickety. The growing housing prices leads to growing inequality. You can work all day everyday, but if you own a house (property) you will make more money. Today our economy is based on real estate as the object of speculation. This is what you call the “financialisation of the housing market”.
Peter Kuenzli explains that in 1990 we had 800 housing corporations with a stock of 55%, now in 2020 just 297 (in 355 municipalities) are left and have a stock of 30%. Some more figures. In 1990 people spent 10% of their income on rent, now in 2020 this is 38%. These are hard facts. On a personal note, at the moment we spend almost all of our income on rent.
In our
FGA#38 issue Hans Widmer
, the author of
bolo’bolo
and involved in the famous coops (Genossenschaft) Kraftwerk 1 and Kalkbreite explains that in Zürich 20% of the housing stock is coops and this model is existing for over 100 years. Zürich has 25% not for profit social housing, the so-called housing of public utility of which only 5% is city owned. Now they voted that there should become 33% coops. In Vienna the public housing is 60% and in Singapore it is 80% because there was so little land left that the city decided to build all the housing, otherwise soon nobody could live there anymore.
In Germany and Switzerland there is a strong counter movement and there are many examples where housing is taken out of the market and people live in cooperatives. Next to the existing model (monopoly) of housing corporations (55% of the housing stock) and free market project developers we desperately need a 3rd model, the coop model! with social housing for low and middle income, and where the initiative comes from the future residents. They decide how they want to live. Amsterdam signed a declaration and is actively supporting self organised not-for-profit housing initiatives, and to make these co-housing projects possible they reduced the land price. Anyway Amsterdam is owner of 80% of the land. In Rotterdam they still think the market will solve the housing crisis. In Germany and Switzerland they know the coops will, people do!
*
Also read our blog from 24 July: Leilani Farha was here! The Right to Housing.
16 Oct: Day 5—Friday
This morning I had to pick up my camping van at my mechanic, since he repaired a few things. Well, yes: I do not only have an apartment and a studio, but also a camper. It’s a fully functioning tiny house, which I often use as an escape vehicle to flee to the countryside. I justify the camper for myself, because I also use it when I for work for projects abroad. It’s parked around the corner, when not being used. And this can obviously be a problem in Kreuzberg. Especially the area around Kottbusser Tor is a hotspot for drug users and many homeless people, that build their makeshift camps in parks, underneath the subway high line, and along the banks of Landwehrkanal. So it is to be expected, that the car gets burglarised once in a while. Last winter someone broke into the car through a hatch in the roof and stole all blankets, sleeping bags and a thermo insulation for the windshield. The damaged hatch was easy to repair and if the blankets prevented someone from freezing to death I am happy they did. I considered the loss as my donation to the Berliner Kältehilfe. Recently, someone broke into the camper again and damaged three windows (!) and a door. It looked as if some kids partied in my van, which, since all the clubs are still closed due to CoVid-19, wouldn’t surprise me at all in Kreuzberg. But then Police also arrested one person sleeping in the car later that same night. As police contacted me, they immediately told me, I should not have any hope, that I could hold that person accountable for the costs of the damage. I got really angry, since this seemed unfair and unnecessary. I have a great heart for the homeless, especially those that seem to have (mental) health issues and/or addictions and if I would be one of them I surely would also break into a car if that would spare me a cold night outside. But being confronted with a large damage of ones property is a major challenge to empathy. You want to hold someone accountable. If not the homeless and poor, then whom? The state, society, yourself? In the end it is the price to pay for living in Kreuzberg, privileged enough to have a convenient apartment and an old-school camping van. But then still: why do they break into an alternative looking van rather than into a fancy new camper in which there might be more to steal and a more comfortable bed for the night? The answer is easy: because the fancy campers exclusively used for vacations don’t park in Kreuzberg, but on fenced, secured parking lots elsewhere in the city, which cost more than an occasional repair.
15 Oct: Day 4—Thursday
Homeless person in front of Netto grocery store on Gitschiner Straße.
14 Oct: Kraak
Affiche op het raam van een leegstaand winkelpand op de Nw Binnenweg, Rotterdam, om de hoek bij ons huis.
Terwijl in Berlijn de laatste kraakpanden worden ontruimd staat hier in Rotterdam een nieuwe generatie “krakers” op. Het zijn de kinderen van vrienden die inmiddels hun middelbare school hebben doorlopen. Kraak de crisis! Het is 10 jaar geleden dat de Nederlandse regering kraken strafbaar verklaarde.
*
10 Jaar Verder! En nog steeds kan je in een wachtlijst niet wonen!
Op 1 oktober, 2020 was het 10-jarig jubileum van het criminaliseren van kraken dmv de Wet Kraken en Leegstand.
Maar wet of geen wet, gaat kraken door!
Schijnbaar was deze wet gecreëerd om een eind te maken aan zowel kraken als leegstand. Blijkbaar is geen van beide gelukt. Gebouwen staan nog steeds leeg en voor veel mensen blijft kraken noodzakelijk. Het is namelijk niet het bestaan van lege gebouwen dat tot kraken aanzet, maar vooral het gebrek aan beschikbare woningen.
*
Op de website lees ik:
Of je nou kraakt, huurt of op zoek bent naar een koopwoning, het vinden van een beschikbaar (en al helemaal betaalbaar) huis is een lastig gevecht.
Wachtlijsten blijven groeien terwijl huur en woningprijzen blijven stijgen door het hele land [
*
].
In 1911 besteden mensen in Amsterdam nog zo’n 16,2% van hun inkomen aan woonlasten. In 2015 besteed men al 38,9% hieraan [
*
].
En niet alleen betalen huurders gemiddeld 40% van hun inkomen om ergens te kunnen wonen, maar de meest arme en kwetsbare groepen besteden nog het meest [
*
].
In de privé-sector is de situatie nog erger. Jong volwassenen die particulier huren zijn 50% van hun inkomen kwijt aan huur [
*
].
Dit verschijnsel zien we in het hele land. Sinds 1996 zijn de huurprijzen nationaal gestegen met 21%, terwijl de lonen slechts met 8% omhoog gingen [
*
].
Gezien de mate van uitbuiting binnen de huursector (en het feit dat kraken illegaal is gemaakt!) is het niet verbazingwekkend dat de dakloosheid in Nederland tussen 2009-2018 is verdubbeld naar bijna 40.000 mensen [
*
]. Kijkend naar de huidige economische situatie voortgebracht door de pandemie, kunnen we er alleen maar van uit gaan dat deze aantallen verder blijven stijgen.
En terwijl 40.000 mensen vechten om te leven zonder plek om te wonen, staan er naar schatting zo’n 100.000 woningen leeg door heel het land [
*
]. En dan zijn de tientallen miljoenen vierkante meters aan lege kantoorruimte niet eens meegerekend. Blijkbaar is de overheid vergeten om het tweede deel van hun wet uit 2010 door te voeren… Het deel dat leegstand aan zou pakken.
Dan wordt deze leegstand ook nog verborgen gehouden door anti-kraak bedrijven die ‘leegstandsbeheerders’ in gebouwen zetten. Deze bedrijven verdienen geld aan wanhopige mensen die weinig (of geen) andere opties hebben dan hun woonrechten op te geven in ruil voor een tijdelijke en extreem precaire plek om te kunnen wonen.
Anti-kraak bedrijven zijn berucht voor het zo goed als leeg laten staan van gebouwen, op een enkele eenzame leegstandsbeheerder na. Zij hebben immers genoeg aan één persoon om te kunnen beweren dat een gebouw in gebruik is en daarmee het kraken ervan te voorkomen. In Nederland zijn er maar liefst 50.000 mensen die op deze manier wonen [
*
]!
Onder deze omstandigheden is kraken een noodzaak. Legaal of niet.
14 Oct: Day Three—Wednesday
For 1 week our guest Bernd Trasberger, German/Belgium born artist and friend who lives in Berlin, will blog about the consequences of the housing crisis in his city.
Urban gardening season is over. My neighbour just harvested the last green tomatoes and left the flowerbeds plowed.
In the 1990s and early 2000s the Berlin senate had sold off a lot of its social housing and because of this threw several of Berlin’s quarters to the lions a.k.a. investors. City officials have come under widespread criticism for this irreversible loss of an instrument to regulate the social composition of the city. Even though the number of Berlin’s social housing apartments is shrinking—in 2019 the social housing stock was 95.000—the senate has learned its lesson and builds new houses trying to not let that number decrease. Earlier this year the so called “Mietendeckel” came into action, a law regulating the maximum amount of rent that can be charged for an apartment. All’s well that ends well…?
Well, our blocks form an enclave in an area that is rapidly changing. Last year the seminal Robben & Wientjes rental car company around the corner, that has moved countless students from one apartment to the next and lots of art for exhibitions from A to B, was pushed to the outskirts. Now real estate business Pandion pops up there with creativity hubs called The Shelf and The Grid. This is threatening the existence of the legendary garden Prinzessinengarten on Moritzplatz for a year now, a self-organised neighbourhood garden based on solidarity with no commercial use.
I will stay, hopefully along with all my neighbours. So everyone who is able to do so, stays where they are. A vivid fearless city is a city where every weekend an endless trek of Robben & Wientjes moving vans let people move to new places that suit them better. An unsettled society becomes static. If you have a legal rental contract and your building will not be sold to an investor soon, you stay as long as possible. Possibly for the rest of your life, depending on your opportunities. Hopefully everyone will cultivate the flowerbeds again next year, even when there is no pandemic. We’ll see…
Zo werkt het overal! De oude trukendoos van de vastgoed-boys. Padovicz is de Berlijnse investeerder die Leibig34 heeft laten ontruimen.
De trukendoos in een lijstje:
Huursverhoging
Leegstand
Dwangontruiming
Spekulatie
Verbouwing tot luxe appartementen
*
Vijf jaar na de inwerkingtreding van de 2010 wet Kraken en Leegstand zou er een evaluatie komen. Dat is ook gebeurd en de minister heeft aan de Staten-Generaal een verslag gestuurd over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Die blijkt nihil!
Er staan nog steeds veel panden leeg en dus wordt er nog steeds gekraakt. Maar er is wel wat veranderd. Door deze kraakwet zijn er steeds meer aanbieders van anti-kraak bewoning, om de eigenaar te helpen. Tegen betaling uiteraard.
Anti
–
kraak
wonen, dat is avontuurlijk wonen adverteert Ad Hoc, daar zullen HOD, Villex, Alvast, Intervest, Camelot en alle andere aanbieders het mee eens zijn. Het is een nieuwe economie geworden. Iets waar in principe natuurlijk (met al hun goede bedoelingen) ook atelierverhuurders als SLAK in Arnhem en SKAR in Rotterdam op inspelen en dankbaar gebruik van maken.
“Op 29 januari 2019 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer laten weten dat het kraakverbod (van 2010) wat hem betreft adequaat wordt gehandhaafd. Volgens de Minister weten krakers dat zij zich schuldig maken aan een strafbaar feit en dat zij rekening moeten houden met (strafrechtelijke) ontruiming.”
In het Kamerstuk 35296 nr3 staat onder andere:
“Het onderzoek kon geen effect aantonen van het kraakverbod op leegstand of andersom.”
Maar ook: “Krakers hebben na 2010 meer dan voorheen panden bezet die korter dan één jaar leeg staan, dan wel recent zijn opgeleverd.” En tot slot: “Tussen 2010 en 2014 is in totaal 213 keer aangifte gedaan van kraken. In deze cijfers is een sterke toename zichtbaar van slechts 10 in 2010 naar 73 in 2014. Overigens merken de initiatiefnemers hier op dat de toenmalige politiecommissaris van de regio Amsterdam zelf een fors hoger aantal ontruimingen meldde: 724 adressen tussen 2010 en mei 2015.”
For 1 week our guest Bernd Trasberger, German/Belgium born artist and friend who lives in Berlin, will blog about the consequences of the housing crisis in his city.
Hey Nienke en Rob, you are not using your instagram account. I assume you have problems with their policies and the superficiality of influencer culture. Understandable! But since it was “empty” I decided to squat it. I hope that you’re OK with that. If not, I hope that the eviction will take more than a week, so I can use your instagram account for an extra thread of images accompanying my contributions here!
Sitting at my desk in Berlin-Kreuzberg looking at the screen of my laptop, it is easy to see the housing crisis touching my life. I just have to let my eyes glide over the desk, through my window and up the eleven-stories of the huge Wassertor flats, built in 1974 by the Berlin senate. As a sort of slum clearance the entire run-down center of Kreuzberg 36 was destined to be demolished and rebuild in a brutalist way. The so called “Häuserkampf” with massive squats in the area preserved large parts of Kreuzbergs old buildings: yesterday derelict, today the bobo dream apartment. The post-war modernist housing blocks instead were top notch accommodations in the 1970s, nowadays they are called problem areas. Architect of the entire area was Werner Düttmann, one of West-Berlin’s well-known post-war architects. He is the architect that influences Berlin’s cultural scene to this day, because he has build many of its infrastructures. The most iconic one is the old Akademie der Künste surely followed by St. Agnes, that Berlin’s big player gallerist Johann König converted from catholic church to art mecca. Furthermore Düttmann built the Brücke Museum, and he was involved in building the Kongresshalle, now known as Haus der Kulturen der Welt. And he was involved in planning and building several social housing complexes, amongst others the entire development area around Kottbusser Tor to which my block belongs. The area is almost exclusively social housing with a predominantly Arab and Turkish community.
The rising pressure on housing in other parts of Kreuzberg is spilling various privileged white artists (like me) into the neighbourhood in the last years. Gentrification is always a displacement going down the social ladder. The commercial spaces in the ground floors of the buildings are already being occupied by young architects, co-working spaces, galleries and cafés—the notorious vanguard. Oh wait: artists and students usually come first. Before I managed to get this apartment I was living in an illegally sublet flat-share close to Mehringdamm with a close to criminal landlord. The building was owned by an Austrian bank, which only wanted to invest in the apartments that they would rent out expensively to new tenants, thus trying to freeze the old ones out. To make a long story short: anytime we would argue with our subletting landlord over different maintenance issues in the flat—like a leaking bathtub that spilled some of our bath water into the apartment below for almost an entire year—he would just raise the rent and say: “You don’t have to live here, if you don’t like it!” Being a freelance artist with two kids that go to school and kinder-garden close by, I couldn’t agree less with his statement, and he made use of it shamelessly. Finally my flat mate, who worked as a data-scientist for various Berlin start-ups bought an apartment in Friedrichshain and moved out, which raised the pressure on me to finally also move out.
I was lucky, I had received a well endowed grant just before, so my bank account temporarily made me look like a trustworthy tenant. This way, today one more artist lives (and partly works) in a Düttmann flat. Because it is social housing, the price is affordable, size and floor-plan are quite efficient and I have good relations with my neighbours. During lockdown they started to plant vegetables in Düttmanns exposed concrete flowerbeds and the housing company installed an extra tap outside for watering.
12 Oct: Geen woning geen Kroning—Wet kraken en leegstand 2010
In de jaren 1980 was kraken geen probleem. Maar het ging ook wel eens goed mis zoals bij de Vondelstraat in Amsterdam. De krakers van “De Vondel” werden er net als nu bij Leibig34 in Berlijn door de politie uitgeknuppeld. Dit waren de 1st krakersrellen en voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog rolden er weer tanks door de straten van Amsterdam. Er waren meer dan 1000 ME’ers nodig om de krakers te overmeesteren. Ik was toen nog zelf geen kraker en ging samen met een vriend van mijn broer kijken. We hebben geen steen gegooid, schijters die we waren. Sinds 1 oktober 2010, 30 jaar later dus, is in Nederland kraken strafbaar en de maximale gevangenisstraf is 1 jaar. Bij gewelddadig verzet, zoals toen met “De Vondel” krijg je er 1 jaar bij. Heb je toch snel 2 jaar aan je broek hangen inclusief een strafblad.
*
Wet kraken en leegstand
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is kraken en leegstand verder terug te dringen en daartoe het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet en enige andere wetten te wijzigen;
Omdat het kraakverbod niet tot meer leegstand moet leiden, krijgen gemeenten meer mogelijkheden om leegstand te bestrijden. Zij kunnen een leegstandsverordening vaststellen waarmee pandeigenaren verplicht zijn leegstand bij de gemeente te melden. Zo staan er in onze oude buurt het Scheepvaartkwartier al 7 jaar 3 historische panden leeg. De eigenaar Vervat die ook onze huisbaas was wil hier een trendy boutique hotel en wacht al jaren kalmpjes af tot de vergunningen rond zijn. Hij heeft geen haast en kan zich dit permitteren omdat hij veel geld heeft, heel veel geld.
Maar hoeveel leegstand is er eigenlijk in Nederland en over wat voor soort gebouwen hebben we het dan? Hierover meer in een volgende blog.
12 Oct: Day One—Monday
For 1 week our guest Bernd Trasberger, German/Belgium born artist and friend who lives in Berlin, will blog about the consequences of the housing crisis in his city.
Eviction Liebig34, Friday 9 October 2020
In seven days god created heavens and the earth, but afterwards he seems to have left. He built the world but seems not to have planned on how to maintain it properly, how to house all its inhabitants. Like in the original sin Pruitt-Igoe in St. Louis, the first large scale US-American social housing project. Built in 1955 in the wake of the 1949 Housing Act that fostered slum clearance and urban renewal with regard to increasing value of the property. But there was no secured concept of how to maintain the 33 eleven-story apartment blocks. The so-called white flight to suburbia and the unanticipated shrinking of the post-industrial city did the rest: Pruitt-Igoe went into free fall, becoming a neglected, unliveable, dangerous “ghetto” which the city officials did not know how to handle, apart from blowing it up and destroying it roughly 20 years after it was built. Bam – so we step right in to the subject, which is actually highly complex. Housing crisis? Phew… Especially in Berlin, that since the financial crisis of 2008 has become the testing ground for various neoliberal strategies of governing the public realm.
My first thought on this subject was: There is too much to say and I will get lost. So I decided to keep it the classical FUCKING GOOD ART way and stay true to my personal observations. I will blog one week long – seven days – from my everyday life in Berlin focusing on: “How does the housing crisis affect MY life?” After seven days I will probably leave you with the mess and your own conclusions.
The most actual issue related to housing in Berlin surely is last Friday’s eviction of a squatted house on Liebigstraße 34 in Friedrichshain and the following protests and riots. The media had actually anticipated larger protests for the entire weekend. Me too. The bad weather and the new lockdown of all public life from 11 pm on seems to have dampened the activism. Liebig34 was one of the last squats in Berlin from the first generation of about 130 post-reunification squats, mostly in the Eastern part of the city where many real estate ownerships were unclear. Liebig34 was the most famous and most symbolic one. After the eviction in which 1500 police forces were involved the building has been handed over to the owner Gijora Padovicz. It remains to be seen how quick a city can forget its history to shift to a luxury designed condo, in which the parents might not even pass on the history of their house to their children. However: With the anarcha-queer-feminist collective of Liebig34 Berlin looses another part of its diversity. This diversity because of which the future tenants of that house will move to Berlin. Their neighbours of Rigaer94 which now is one of the last remaining squats in Berlin will welcome them if they are still there.
On
http://liebig34.blogsport.de
you can read: “You can have our house, you will never get our passion. We are so much more than this house – we are anarchists, feminists, queers and antifascists who will now channel our anger and attack capitalist patriarchy to the last.” Berlins interior senator Andreas Geisel (SPD) replies: “We object to the fact, that minorities try to violently impose their opinion to the majority. This is unacceptable in a constitutional state and it is unacceptable in a democracy.” The question remains, whether the real estate boys aren’t also a minority imposing their opinion to the majority of righteous tenants in Berlin.
Starters op de woningmarkt – Zondag met Lubach. Een veelzeggende quote van een makelaar: “Voorheen verkocht ik 15% van de woningen tot 150.000 aan beleggers, nu is dat al 80%.” (bron: NRC 17-11-2017)
Klussers en beleggers opgelet! Een woning met potentie! Twee keer een uitroepteken. Even opletten, het is nu echt menens. Alsof ze willen zeggen: als je deze kans laat lopen dan ben je echt een sukkel. Verderop in de wervingstekst van de makelaar: “oplevering per direct”, en “prachtig stadspark voor de deur”, en “gratis parkeren”, ook voor de deur. Verder in de tekst geen woord meer over hoeveel er geklust moet worden. Met klusser bedoelen ze waarschijnlijk “starter”, iemand die voor de prijs niet te beroerd om wat muurtjes te verven. De belegger hoeft helemaal niets te doen, alleen wachten tot de prijzen nog verder stijgen en het met winst verkopen. Alles beter dan de 0% van de bank. Iedereen doet mee in dit grote maatschappelijke roulettespel schrijft Arie Lengkeek in zijn blog Huh?! #3. Ik bel de makelaar op om een afspraak te maken: “Sorry, hij is al verkocht en het contract is getekend.”
Ik zoek op Youtube de aflevering van
Zondag met Lubach
. Mijn god wat zijn deze mensen efficient. Daar kunnen wij van FGA nog wat van opsteken. Maar goed, hier zit waarschijnlijk een hele redactie achter en wij zijn met z’n tweeën en een aantal gastschrijvers. Arjen krijgt genoeg munitie om mee te schieten en kopt de ene na de andere pijnlijke grap in. Het publiek lacht besmuikt en weet dat hij gelijk heeft.
Lubach knalt hem er gelijk voor. “Het gaat hard”, “het gaat heel erg hard.” We zien een grafiek van de stijgende huizenprijzen, het publiek lacht. Hij vertelt dat de afgelopen vijf jaar de huizenprijzen zijn gestegen met 32 procent en dat de starters (wij dus) daar de meeste hinder van ondervinden. Het publiek is muisstil. In een clipje zegt een makelaar dat hij 500 mensen heeft die een huis komen bezichtigen, en om het een beetje gezellig te maken heeft hij zo’n leuk Italiaans koffiewagentje laten komen. En dan deze: In Almere bieden mensen 60 procent meer dan de vraagprijs. Maar de grootste concurrenten zijn de particuliere beleggers die huizen kopen om te verhuren en niet om zelf in te wonen. Het begint nu pas echt goed tot me door te dringen. De jonge makelaar in Antwerpen zei het al tegen ons, bij een crisis stoppen mensen hun geld in vastgoed en goud.
Maar dat is het niet alleen. Volgens mij is het probleem de lage of geen rente op spaargeld. Daarom stoppen mensen met geld het in stenen. Mijn bank bijvoorbeeld, de Triodos bank, die geeft mij 0,00% rente op mijn spaargeld, en voert een negatieve rente van -0,50% in vanaf 100.000 euro aan spaargeld! Natuurlijk stop je je geld dan in stenen en goud. Niemand wil geld betalen voor het hebben van geld. Dus als de overheid echt iets wil doen aan de overspannen woningmarkt dan moet naast het zo snel mogelijk bouwen van 315.000 woningen ook deze kwestie worden aangepakt. Hoe zat het ook alweer met de bankencrisis? Fortis/ABN Amro, ING, SNS en Aegon werden gered met miljarden overheidssteun omdat ze onverantwoorde financiële constructies en vette bonussen belangrijker vonden dan rente uitbetalen aan hun klanten. En dan is er nog die andere crisis die over de wereld raast: de covid-19 pandemie. Moeten we ons geld voorlopig in een ouwe sok stoppen?
.
Lees ook het
artikel van PBL
(Planbureau voor de Leefomgeving) over koopstarters vs beleggers.
Opschalen! Van bierviltje naar bouwbord.
’Every body works, but the vacant lot’
stond er op een bouwbord dat in 1914 op een braakliggend kavel in Rochford, Illinois werd opgericht. Ondertekend door Fay Lewis, een ondernemer in tabak, rookwaar en revolutionaire ideeën. Hij kocht het kavel voor $ 3600 en zal het weer verkopen wanneer de waarde is gestegen naar $ 6000, een onverdiende waardestijging dankzij de aanwezigheid en activiteiten van de gemeenschap. Als je het met deze gang van zaken oneens bent, lees dan als remedie ‘Henry George’, is zijn advies. Een betere combinatie van wereldverbeteren, actievoeren en ondernemen is moeilijk te vinden. Henry George staat aan de basis van het idee dat vandaag opnieuw ontdekt wordt: baseer belasting niet op combinaties van arbeid of toegevoegde waarde, maar op één ding: op de waarde van grondeigendom.
.
Ik breek m’n hoofd over het equivalent van zo’n bouwbord vandaag. Het zou in Rotterdam ontzettend op z’n plek zijn. Maar waar, en wat staat er dan op? De hele kwestie van ‘unearned income’ laat zich in goed hedenlands vertalen naar ‘Huisjesmelkers’, naar de problematiek van vastgoed dat als beleggingsobject grote waarde vertegenwoordigt maar onbetaalbaar wordt voor de directe gebruiker. En iedereen doet mee in dit grote maatschappelijke roulettespel. Is het niet door de redenatie dat je ‘dief van je eigen portemonnee bent’, dan wel dat je via een algemeen, burgelijk of anderszins pensioenfonds afhankelijk bent van wat in vastgoedland ‘indirect rendement’ heet. Waar ‘direct rendement’ de toename in huurpenningen is die meestal zo’n 4% beloopt, is ‘indirect rendement’ de waardestijging dankzij de aanwezigheid en activiteiten van de gemeenschap, op de langere termijn, wat berekend wordt op zo’n 14%. Een oude aflevering van
Lubach op zondag
komt wellicht ’t best in de buurt van een hedendaags bouwbord. Op geestige, luchtige, wijze legt hij de stinkbom bloot die het hedendaags huisjesmelken is, inclusief de volledige goedkeuring van onze VVD-politici. Ik denk echter dat het bouwbord van Fay Lewis toch ergerlijker was, en dwingender, en met een groter bereik. Je kon geen sigaar roken zonder te worden aangestoken door het gedachtegoed van Henry George. Lubach’s tirade is inmiddels 2 jaar oud en hela, weinig is er veranderd ten goede. Bovendien: het onkruid schiet hoog op rond dit bouwbord, want als reclamefilmpje ervóór schotelt YouTube me een webinar over vastgoedbeleggen in UK vastgoed voor.
.
Om daar iets tegenover te zetten eerst maar eens de piketpaaltjes in de grond slaan: een klein cursusje coöperatief vastgoedrekenen. In de vorige column zijn rek- en strekoefeningen beloofd. Nu, hier komen ze. Herinnert u zich de vier richtingen waarin wordt getrokken? Programma van Eisen, Stichtingskosten, FInanciering en Huurniveaus. Wel: laten we eens uitgaan van een gebouw van 50 woningen, van 70m2. We willen dat de huur uitkomt op € 900 per maand, keurig volgens de gemeentelijke norm voor ‘middenhuur’. Dat komt neer op € 12,86 per m2/maand. Voor de financiering is het goed te weten dat de financieringslastsen circa 80% van de maandelijkse huur zullen bepalen. Ook, ten overvloede: de huur stijgt louter mee met de werkelijke kosten en inflatie, dus zo’n 1,25% per jaar. En: nimmer wordt ons gebouw verkocht of de waarde verzilverd. Goed, het cooperatief wezen heeft zich op de draaischijf laten vastbinden, we gaan in vier richtingen rekken en strekken.
.
Aan de kant van de stichtingskosten (SK) wordt de belangrijkste knop bepaald door de bouwkosten. Die zijn in de afgelopen 3 jaar met zo’n 25% gestegen, en het einde is nog niet in zicht. (Dat betekent dat je nu 25% minder gebouw voor je geld krijgt, dus een woning van 70m2 van drie jaar geleden is nu gekrompen naar 55m2. Daar staat tegenover dat de rente op financiering (F) sterk is gedaald. Een bank ziet een coöperatieve als een onderneming, en financiering voor een onderneming is niet te vergelijken met de hypotheektarieven voor individuele consumenten. Nu is te rekenen met circa 2,5-2,0%. Als je je realiseert dat de financieringslasten zo’n 80% van de huur bepalen, dan snap je dat deze knop voor de betaalbaarheid van de woningen veel sterker doorwerkt dan de bouwkosten dat zullen doen. Rustig uitademen dus, de bouwkosten zijn te overzien. We houden de appartementen op 70m2, het programma van Eisen (PvE) blijft ongeschonden.
Echter: voor de stichtingskosten zijn we er nog niet! Aan de bouwkosten worden extra percentages opgehangen. Elk project maakt kosten voor adviseurs, architect, proces, installaties: gemiddeld zo’n 12% extra. Werk je met een commerciële ontwikkelaar, dan zal die daar een Algemene Kosten en Winst- en Risicoopslag overheen zetten, van 8 – 12 %. Dus nog zo’n 25% komt bovenop de bouwkosten. En daarbij komen dan nog de grondkosten.
.
De waarde voor de grond wordt veelal vastgesteld volgens de residuele methode: een taxatie naar marktwaarde bepaalt de prijs per m2. De totale kosten worden afgetrokken van deze getaxeerde waarde, en het verschil wordt geacht de grondwaarde te zijn. Omdat die som zo simpel is, is het verleidelijk te denken dat hij ook waar is. Maar voor sociale huurwoningen wordt een vast normbedrag gebruikt, en met een erfpachtcanon wordt de grondwaarde ook anders berekend. Voor de residuele grondwaarde zou je een ander uitgangspunt kunnen hanteren dan de marktwaarde: wat is de huuropbrengst die het gebouw kan realiseren als betaalbaar coöperatief woonproject, wat kost het om het te bouwen? Het verschil daartussen is een maatschappelijke grondwaarde. Wat je als ‘vaste norm’ beschouwt is niet de waarde bij vrije verkoop in de markt, maar de waarde bij een specifieke bestemming, onttrokken aan de markt.
.
Welja, om dan als laatste de stinkbom te serveren: hoe verhoudt de investering van een coöperatie zich tot de investering van een belegger? Dan is het belangrijk om te kijken naar de huurwaarde. In ons rekenvoorbeeld rekenen wij met €12,86/m2/maand. Voor een heel jaar levert dat dus 12,86 x 70m2 x 50 woningen x 12 maanden = € 540.120 op. Een belegger berekent z’n investeringswaarde via een Bruto Aanvangs Rendement, de huur van jaar 1 / totale investering. Bij een BAR van 4% is dat dus € 540.120/0,04 = een investeringswaarde van €13,5 miljoen. Maar dit is bij een coöperatief huurprijsniveau. In de markt is het gemiddelde in Rotterdam € 19 / m2/maand. Dezelfde sommetjes leveren dan een huurwaarde van € 798.000 en een investeringswaarde € 19.9 miljoen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de 14% extra rendement die als ‘exit yield’, verkoopopbrengst, geboekt kan worden.
.
Dat zijn de krachten van de vrije markt in kort bestek, en het krachtenveld waarin het coöperatieve wezen een beetje in vorm moet blijven, ondanks rekken en strekken. Iedereen verdient aan vastgoed. De gemeente via z’n grond. Ontwikkelaars via hun expertise en de winst en risico die ze rekenen. Een belegger via de verwachte rendementen. Het coöperatief model zoekt een ander speelveld. Prima, je kan als vastgoed-professional je boterham verdienen aan vastgoed en aan de ontwikkeling ervan. Je kan er ook in beleggen, want er is kapitaal nodig in het eigen vermogen van een coöperatieve. Maar de coöperatie haalt elk element van speculatie uit de vergelijking. Er wordt betaald voor reële diensten, voor reële risico’s en voor alles wat het kost om een bouwproject te ontwikkelen, te onderhouden, te exploiteren. Iedereen werkt aan een dak boven je hoofd. Als je dat betaalbaar wilt maken, kwaliteit wil leveren, en als je dat de komende 100 jaar zo wil houden, moet het daar bij blijven. Maar omdat het zo makkelijk is om zoveel geld te verdienen aan vastgoed, blijft het daar niet bij. Steden treffen hun maatregelen om daar iets tegenover te stellen. Amsterdam maakt ruimte voor coöperatief wonen. Rotterdam is wat halfslachtiger, en probeert met het gereedschapskistje van de normale vastgoedontwikkeling een coöperatief project in de stad te lepelen. Dat houdt de werkelijke kwestie comfortabel buiten de deur. Tijd om na te denken over een bouwbord.
28 Sept: Kunnen we nog verhuizen #2
>Woningcorporaties starten binnen twee jaar met bouw 150.000 sociale huurwoningen<
Op 14 september heeft de Rijksoverheid een hoopgevend bericht op haar website geplaatst. Er zijn afspraken gemaakt om de bouw van woningen te versnellen. Hier een quote van minister Ollongren: “Het is fantastisch nieuws dat er nu afspraken zijn gemaakt zodat er binnen twee jaar gestart kan worden met de bouw van heel veel nieuwe huizen met een lage huur. Zo zorgen we ervoor dat er meer betaalbare woningen komen voor de mensen met een lager inkomen en kwetsbare groepen zoals daklozen.”
Ik vind “daklozen” een behoorlijk ongelukkige woordkeuze. Het stigmatiseert! omdat het direct het beeld oproept van zwervers, alcoholisten en drugsverslaafden. Maar lang niet iedereen zonder dak is aan de drank of in de war. Ze bedoelt natuurlijk al die mensen die geen woning kunnen vinden; de woningzoekenden. En die mensen zwerven echt niet allemaal over straat. Het zijn mensen die bij gebrek aan beter tijdelijk iets onderhuren of bij vrienden wonen, of bij hun ouders of op een volkstuinencomplex zitten totdat ze iets voor zichzelf hebben gevonden. Dat bedoelt ze natuurlijk. Toch!?
En omdat er 315.000 woningen te weinig zijn gaat dat op korte termijn niet lukken. Als er vanaf nu 25.000 woningen per jaar gebouwd worden duurt het nog 12 jaar totdat dit tekort is ingelopen. Maar dan zullen er weer nieuwe woningzoekenden bijgekomen zijn. De voorspelling is dat we in 2030 845.000 woningen gebouwd moeten worden (bron: Nos nieuws).
.
Hier de volledige tekst op de website van de overheid:
Minister Ollongren is vandaag met Aedes (woningcorporaties) en VNG (gemeenten) tot bestuurlijke afspraken gekomen om gezamenlijk de bouw van 150.000 sociale huurwoningen te versnellen en binnen twee jaar te groeien naar een bouwproductie van minimaal 25.000 woningen per jaar. Samen willen zij ervoor zorgen dat de bouw van deze woningen binnen twee jaar start. Daarnaast willen partijen de komende twee jaar 10.000 flexwoningen bouwen. Een gezamenlijke taskforce gaat aan de slag om de bouw van deze (flex)woningen aan te jagen. Ook is afgesproken de bouw van middenhuur en goedkope koopwoningen door corporaties te stimuleren en daartoe de marktverkenning tijdelijk buiten werking te stellen. De afspraken moeten nog worden goedgekeurd door de achterbannen van VNG en Aedes.
In mei werd al bekend dat woningcorporaties ruimschoots gebruik maken van de korting op de verhuurderheffing als ze betaalbare huurwoningen bouwen. Het zag er toen naar uit dat er op 1 juli plannen zouden liggen voor de bouw van 80.000 woningen met steun van deze regeling. Bij het sluiten van de regeling op 1 juli overtrof het aantal aanvragen de verwachtingen en sloot de teller op 115.000 corporatiewoningen. Uit een vorige regeling voor vermindering verhuurderheffing liggen nog aanvragen voor de bouw van nog eens 35.000 woningen. Het totaal aan nieuwe corporatiewoningen komt daarmee op 150.000.
Volgens minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staat Nederland voor een grote bouwopgave. En zeker nu, ten tijde van de coronacrisis, moet alles uit de kast gehaald worden om door te bouwen. Het is daarom van groot belang dat de bouw van de 150.000 woningen zo snel mogelijk start en corporaties binnen twee jaar 10.000 flexwoningen bouwen.
Gezamenlijke taskforce
Om ervoor te zorgen dat dankzij de heffingsverminderingen geplande investeringen ook zo snel mogelijk leiden tot de bouw van nieuwe woningen, hebben Aedes, VNG en het ministerie afgesproken dat zij de bouw samen gaan bewaken en aanjagen. Hiervoor wordt nog dit jaar een gezamenlijke taskforce opgericht.
Ervaringen met het versnellen van de woningbouw uit woondeals wordt gedeeld en het gebruik van Versnellingskamers Flexwonen wordt gestimuleerd.
Bouwopgave corporaties
De bouw van 150.000 woningen draagt bij aan het terugdringen van het tekort aan betaalbare woningen. Martin van Rijn, Aedes-voorzitter: “Er wachten nog veel te veel mensen op een betaalbare huurwoning. Woningcorporaties staan te trappelen om die voor hen te bouwen. Het is goed om samen de knelpunten in de planning en voorbereiding te bekijken en op te lossen.” Corporaties zijn volgens de minister, VNG en AEDES ook hard nodig bij de renovatie en herstructurering van de bestaande woningvoorraad, de energietransitie, de huisvesting van kwetsbare groepen en de leefbaarheid van de wijken. Volgens Van Rijn is het belangrijk dat de drie partijen erkennen dat de financiële draagkracht van de corporatiesector onvoldoende is voor alle volkshuisvestelijke opgaven in de komende jaren. De afspraken zijn nu gemaakt voor deze kabinetsperiode.
Om ook in de toekomst betaalbare woningen te bouwen en de startmotor te zijn voor de verduurzaming, hebben corporaties onvoldoende middelen. De partijen benadrukken dat er voor de middellange termijn daarom nadere afspraken nodig zijn, waarvan een structurele oplossing voor de financiële positie van corporaties een onderdeel is. De minister komt dit najaar met oplossingsrichtingen. Albert Vermuë, directeur bij de VNG: “De corporaties moeten kunnen investeren in nieuwbouw en zijn ook hard nodig bij de renovatie en herstructurering van de woningvoorraad, de energietransitie en de huisvesting van kwetsbare doelgroepen en de leefbaarheid van de wijken. We hebben nu samen vastgesteld dat er een structurele oplossing moet komen voor de financiële positie van de corporaties.”
28 Sept: Past midnight / Laundry lady
Can’t sleep. The monotonous hum of the forced air circulation system seems to get louder and louder, once you notice it. I worry. I think of a beautiful and impressive documentary I saw a few nights ago:
Midnight Traveler
, a cine-journal made by two filmmakers with their young daughters, on their way from Kabul to Europe, on the run, over land. Expulsion. Exodus.
What can life be and what can art contribute?
Probably making that film—father mother and daughter filmed over
years
(yes, years) with their smartphones—saved those people’s own sanity, for a start. They show the intimacy of their family life, and the brutality and bureaucracy they encounter. A film was also the cause of the fatwa that made life impossible for them in their home country. Hassan Fazili, the filmmaker, is the son of a Mulah but definitely not religious himself. In a particularly desolate refugee camp he’s asked to preach. He does. He can. Pain into pearls, these filmmakers do it.
I try to count my blessings and I really really
do
realise how very luxurious my situation is. It doesn’t help. I think of that other friend who secretly thinks about leaving the US when the elections turn out wrong again. He feels guilty he has the privilege—of the colour of his skin for one thing—to even be able to make the choice to leave. Think of a Swiss friend who is on Lesbos as a volunteer. When will I see them again? What on earth can I contribute?
Next morning there is a email from Lesbos. Our friend Edit finishes her quarantaine today and can start working tomorrow. She will be helping at
The Lava Project
, “a very simple but necessarily and effective project. An english guy has set it up about three years ago. It is a warehouse outside of the camp, with about 10 washing machines and 10 dryers. We collect the laundry at the camp, clean it and bring it back every day. Mainly for the unaccompanied minors, single women with children, and medical NGOs like MSF, Kitrinos asf. At least that’s how it worked before the fire burned down Moria and the refugees got relocated to the new camp. We are a small team refugees and volunteers together. I was looking for something to work and where I am useful because I am no doctor, nurse, lawyer, or social worker…”
Some days ago she had send an image for us to use in the blog if we wanted, and now writes what the title is: “I think „Home Is No Place“ is a good one. Probably used already a hundred times!”
Edit Oderbolz: HOME IS NO PLACE, 2020, Print 128 x 89.5 cm
28 Sept: Huh?! (#2)
Door Arie Lengkeek
.
In de tijd dat ik bij AIR als programmamaker werkte, ontwikkelde ik ondermeer het Stadmakerscongres. Het was onze inzet om een plek te maken waar ongelijke/ongelijksoortige spelers op een gelijkwaardige wijze elkaar ontmoeten. Iedereen draagt bij aan de stad, maar ieder met een ander soort kapitaal, een andere tijdshorizon, een ander motief, een andere kracht. Eerlijk is eerlijk, het was ook de ruimte die ontstond in de vorige crisis, rond 2008. Ineens was de tussentijd een thema, de tijdelijke periode waarin de werkelijkheid nog even uitstel krijgt van de harde logica van de markt. Ik vroeg me toen af hoe duurzaam die heerlijke nieuwe wereld van en voor stadmakers zou blijken. (lees bijvoorbeeld:
https://archief.stadmakerscongres.nl/wp-content/uploads/2015/06/Stadmakers-Rotterdam.pdf
) Als de crisis voorbij zou zijn, het geld weer ouderwets ‘tegen de plinten klotst’: hoeveel ruimte zou er dan nog zijn voor alternatieve vormen van stedelijke productie en stedelijk leven?
.
Voor mij was de slotsom: je moet eigendom zien te verwerven. Zonder ‘maatschappelijk gebonden’ eigendom is elke alternatieve praktijk gedoodverfd te sneuvelen bij de eerste heronderhandeling van de voorwaarden. Die notie van ‘bezit’ bracht me bij de commons. Immers: meer dan een verzameling enthousiaste ‘placemakers’, gaat het bij de commons om een gemeenschap van mensen, die gezamenlijk een gedeeld goed in stand houden, via een heldere set regels en transacties. Ik zou de baude stelling wel aanwillen dat een huurdersvereniging, zonder eigendom, eigenlijk geen commons kan vormen. Immers: je kan nog zo veel met elkaar regelen en afspreken, als uiteindelijk de eigenaar besluit te verkopen valt alles in elkaar.
.
Vandaar mijn overtuiging om met Het Rotterdams Woongenootschap ook niet te volstaan met een slimme afspraak met een corporatie. Of de snelle afslag naar een CPO-project, waarin iedere bewoner met een eigen hypotheek zijn appartementsrecht in eigen bezit heeft. En op elk moment tegen de dan geldende prijs op de markt kan verhandelen. Willen we de kracht van de commons ook echt in de woningmarkt een plek geven, dan moeten we iets organiseren dat a) het eigendom weghaalt bij een eventuele derde partij, corporatie / belegger, b) ook de individualiteit van elke gebruiker uit het eigendom weghaalt. (Individualiteit in het gebruik is echter een groot goed, daar torn ik niet aan). Zolang de logica van de markt in het spel blijft, zal een echte commons niet tot bloei kunnen komen en zeker geen lang leven beschoren zijn.
.
Daarom twee consequenties: een nieuwe commons moet zélf opdrachtgever zijn, en moet vanaf het begin het eigenaarschap als gedeeld goed organiseren. Om met die tweede te beginnen: de coöperatieve vereniging is daar de meest elegante vorm voor; die kan in z’n statuten de gezonde argwaan tegenover de kracht van de markt in het collectief en in het individu verankeren. Onttrekken aan speculatie is een voorwaarde voor duurzaam betaalbaar wonen. Onttrekken aan speculatie betekent ook: nimmer verkopen of verhuren voor rendement. De onderneming moet zichzelf in stand houden door kosten en inkomsten in balans te brengen. De enige inkomsten van een wooncoöperatie zijn de huren. Het principe is dan: een kostprijs dekkende huur, die meestijgt met de reëele kosten. Welke huur kan je opbrengen, per maand? Hoeveel m2 kan je daarvoor huren?
.
Maar voordat het zover is, is het zaak de coöperatie als opdrachtgever te organiseren. Het befaamde motto ‘in gelul ken je niet wonen’ is daarbij een fijn kompas. Wensen en dromen
(PvE)
vragen om een directe vertaling in de werkelijkheid, die sterk bepaald wordt door kosten. Kosten om te bouwen, en kosten om te wonen. De realisatie van een gebouw, de stichtingskosten
(SK)
, wordt bepaald door drie componenten. De bouwkosten, de grondkosten- en de bijkomende kosten voor adviseurs, ontwerp, vergunningen. Alle aandacht van de opdrachtgever richt zich op het beheersen van die kosten. Alle aandacht van de gebruiker, bewoner richt zich op de exploitatie, en dus op de huur, de kostprijsdekkendehuur
(KPH)
. Die huur wordt grotendeels gevormd door de financieringslasten. Elk procentpuntje in de financiering
(F)
tikt door, in de ruimte voor bouwfinanciering, en in de exploitatie voor de komende dertig jaar.
.
En zo, argeloze lezer, bent u in het pak genaaid. Ik teken een soort gemankeerde homo universalis, achter op een bierviltje. Als hij droomt, wordt hem gevraagd naar zijn portemonnee. Als hij wens en eist, moet hij zijn maandelijkse uitgave aan huur onder ogen willen zien. Als hij kwaliteit wil, moet hij zich realiseren wat hij kwijt is aan bouwkosten. Als hij maatschappelijke doelen nastreeft, moet hij marktconforme grondprijzen opbrengen. Alles moet bij elkaar komen in het hier en nu, om alles te doen lopen in de komende dertig, wat: honderd jaar. Van alle kanten wordt aan hem getrokken, en al deze aspecten staan ook nog eens met elkaar in verband. In de volgende column meer over deze coöperatieve rek- en strekoefeningen.
22 Sept: OPZOUTE!
Ik luister naar de podcast Push Back Talks, the filmmaker & the advocate van de filmmaker Fredrik Gertten en Leilani Farha. De podcast heeft 12 afleveringen: The Monster (in your home); Why are People so Angry?; Airbnb: Friend or Foe?; Blackstone & Oatly: Can you sell your soul and still keep it?; The Housing Advocate’s Pandemic Prescription; Corruption: The New Normal; The Making of PUSH—The Filmmaker in the Hot Seat; Home Sweet… EVICTION; Gentrification—Don’t Touch My Cortado!; The Golden Ticket—Citizenship for Sale; The Vulture Ate My Student Housing; Shift the Focus, Shoot the Messenger, Kill the Message.
Samen hebben ze de documentaire PUSH gemaakt over het recht op huisvesting. De synopsis: “Housing prices are skyrocketing in cities around the world. Incomes are not. PUSH sheds light on a new kind of faceless landlord, our increasingly unliveable cities and an escalating crisis that has an effect on us all. This is not gentrification, it’s a different kind of monster.The film follows Leilani Farha, the UN Special Rapporteur on Adequate Housing, as she’s travelling the globe, trying to understand who’s being pushed out of the city and why.” Fredrik Gertten volgt Leilani Farha in haar onderzoek naar de mistige wereld van durfkapitalisten, speculanten en huisjesmelkers. Stenen zijn de nieuwe valuta, en grote steden zijn speeltuinen voor de rijken, aldus een van de geïnterviewden. Kunnen we iets doen tegen de ‘vastgoedmaffia’ en waarom grijpt de overheid eigenlijk niet in?
>
Vandaag op FB een discussie over het einde van Oud-Charlois. Het begint met Maziar Afrassiabi van RIB:
MA: “The end of Oud-Charlois. Developers took over already with the help of us art workers. Rents have skyrocketed. So sad. The classic gentrification scheme has finally reached its realization. The last part was so fast. Its as if waking up in a different neighborhood suddenly.”
Jeroen Jongeleen answers.
JJ: “and you are part of it (we both).. with eyes wide open. ‘and all we got was this lousy free tshirt with that socialhousing corp logo’”
MA: “totally. We even did workshop on gentrification with wdka students last year in Rib.”
Witske Eeken reacts.
WE: “at least you got a tshirt guys we are getting a good fuck”
Rossella Biscotti follows the discussion and chips in.
RB: “So sad!!!! I remember visiting the flats with an empty street/neighborhood and all artists running in and out choosing apartments. Rotterdam really changed.”
…
Zeker, Rotterdam is enorm veranderd, maar waarom waren die huizen eigenlijk leeg, en waar zijn die mensen gebleven? We hebben het over 2004, de tijd van de Groeibriljanten. En nu, ongeveer 15 jaar later gaat het heel snel. Twee jaar geleden kwamen de bakfietsmoeders uit Amsterdam en een jaar later schoten de huizenprijzen door het dak. Dit probleem is niet de schuld van de kunstenaars-als-gentrificatie-machine, “it is a different kind of monster.” De woningcorporaties voeren het beleid uit. Al meer dan 20 jaar draait de PR-machine op volle toeren om toeristen en mensen met een “goed” inkomen naar de stad te lokken. Nou, dat is eindelijk gelukt! Maar wat is er eigenlijk gelukt? Rotterdam heeft volgens mij een enorm calimerocomplex en zet daarom in op het verleiden van mensen met midden- en hogere inkomens om hier te komen wonen. Ze baalt van haar ‘arme bewoners’ en jaagt ze samen met de junkies en de kunstenaars de stad uit om plaats te maken voor nieuwe succesvolle stadsbewoners. “OPZOUTE!”
22 Sept: Milan
An Italian friend tells me: “In Milan rents go down, and even existing contracts are renegotiated. People phone their landlords and say: either it is less rent or no rent or I have to leave. Since so many people people at the same time saw their income diminish, landlords agree to renegotiate for a new price.” It sounds like such a civilised and natural way to go, but I haven’t heard anything like this in the Netherlands. In the contrary. Rents go up this year. Where to find data about this Italian know-how?
22 Sept: Huh?! (#1)
Door Arie Lengkeek
.
Hoera, er waart een spook door Europa! Afgelopen week keek ik met een schuin oog naar de Algemene Beschouwingen, en van links tot rechts leek men het er nu over eens: het neoliberalisme is uit. Zeker in het wonen lijkt de zeephelling die eind jaren negentig is opgetuigd z’n langste tijd te hebben gehad. Betaalbaar wonen, wonen als grondrecht, partij na partij sluit zich aan bij de noodzaak iets te doen aan ‘de nieuwe woningnood’. Zelfs Mark Rutte, de man van zeep, neemt het woord ‘economisme’ in de mond zonder een vies gezicht te trekken.
.
Maar dan begint het gedonder. Want als het niet langer de markt is, dan keert de blik zich massaal naar de andere kant: de overheid! Maar het is geen tenniswedstrijdje, met de overheid links en de markt rechts. Het gaat over de regels van het spel, en over de spelers op dat speelveld. ‘Het is makkelijker het einde van de wereld voor te stellen dan het eind van het kapitalisme.’ We hebben eigenlijk geen idee, van wat we zouden kunnen willen. Het neoliberalisme heeft niet alleen onze woningmarkt opgesoupeerd, ook ons denken over ‘wonen’ is schrikbarend uitgehold.
Toen Stef Blok de vastgoedbeurzen van Europa afschuimde met ‘mandjes’ vastgoed van corporaties voor de beleggersfondsen, zat heel holland vast in de droom van immer stijgende huizenrpijzen, en wilde volgens Friso de Zeeuw, de profeet van de projectontwikkelaars, zelfs een
hipster een rijtjeshuis
.
.
Ik ben nu zo’n drie jaar, samen met een kleine bende, bezig met het oprichten van de wooncoöperatie Het Rotterdams Woongenootschap (dat is één) en haar eerste project(en) (maar dat is een tweede). Daarin merk ik hoe hardnekkig het denken vastzit in het schema markt-overheid, sociale sector- vrije sector, huren-kopen, en hoe Rotterdammers worden uitgesorteerd over die categorieën.
.
Dat is te zien bij de vraag die iedere keer terugkeert, op avondjes waarop we rond de keukentafel mensen vertellen over het idee van coöperatief wonen. ‘Huh? Dus, als ik na een paar jaar vertrek, kan ik de waarde die in de tussentijd is ontstaan niet meenemen?’ Nee- die waarde blijft in de coöperatie, niemand neemt die overwaarde mee, want het doel is ‘betaalbaar wonen voor de leden’ en niet ‘rendement op belegging in vastgoed’. Het is bijna niet voor te stellen dat je niet zou verdienen aan vastgoed. Of de variant voor volksmenners: je bent een dief van je eigen portemonnee als je huurt.
.
Dat is ook te zien in de vraag die tot op de dag van vandaag de gemeentelijke rekenmeesters van de afdeling markt en contracten bezig houdt: hoe komen we tot een marktconforme grondprijs? Welke waarde heeft de grond onder een woongebouw dat niet na verloop van tijd tegen de dan geldende waarde wordt verkocht? Die vraag is nog tot daar aan toe, en met loepzuivere redenaties te berekenen. Komt in een volgend blog. Maar de vraag erachter is tekenend: het moet een
marktconforme
grondprijs zijn. Huh? Marktconform voor een maatschappelijke onderneming die wonen zonder rendement en speculatie organiseert? Die wonen onttrekt aan de markt?
.
En het is ook te zien in de benadering van de woningmarkt door het stadsbestuur. Corporaties, sociale huur, en huren überhaupt, is voor wie geen andere keuze heeft. De heilige graal is eigen woningbezit, wie meewil moet een plaatsje op de roltrap van de vastgoedwaarde zien te krijgen. Gemengde wijken betekent: koopwoningen voor het midden- en hogere segment toevoegen. Middengroepen kunnen zichzelf organiseren. Als ze een beetje creatief zijn, beginnen ze een bouwgroep of CPO-project en vinden hun plek in de stad via het portaal
pakjeruimte.nl
. Huh? Pak je ruimte?
.
Ik heb een paar bierviltjes van Rob en Nienke gekregen. Omdat sommige dingen zo simpel zijn dat ze op een bierviltje moeten passen.
.
Met het ééndimensionale denken in ‘markt’ en ‘overheid’ beroven we onszelf van een enorm rijk repertoire om iets anders te zijn dan burger of klant. We zijn namelijk ook solidaire en zorgende mensen, levend in huishoudens en gezinsverbanden, in gemeenschappen en samenwerkingen.
.
De afgelopen maanden gaven een prachtige correctie. Via de webcams voor Skype,
zoom
en MS-teams (voor ambtenaren) kwam die achtergrond ineens haarscherp in beeld. Vooral in eerste weken, toen we nog niet wisten hoe je de achtergrond kon blurren of vervangen. Naast de overheid en de markt is het huishouden een plek van transacties: in zorg, in ontwikkeling, in huisvesting. Een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren in de andere domeinen. Zelfs Adam Smith had “the economic man” niet op papier gekregen zonder zijn
moeder
op de achtergrond. Of eigenlijk, als fundament. Goed, dat is nog niet zo ver van huis.
.
Maar dan zijn we er nog steeds niet. Naast markt, overheid, en gezin, zijn er ook nog de
commons
: de gemeenschapseconomie. In een notendop: een gedeeld goed, dat zorgzaam wordt beheerd door een duidelijke groep mensen, op basis van helder afgesproken transacties en regels. Het is een oud principe, maar daar zit de werkelijke vernieuwing voor het denken. En daar zit ook de grote ‘Huh?’. Want: het is een onderneming (die gezamenlijk wordt gerund en levert waar de aandeelhouders behoefte aan hebben: betaalbaar wonen). Het wordt democratisch bestuurd en gecontroleerd (de regels en transacties zijn een belangrijke voorwaarde voor het duurzaam functioneren van een commons). De gebruikers vormen een gemeenschap, maar geen huishouden of gezin (liever niet!). Het heeft van alle andere domeinen iets, maar is fundamenteel anders. Tegelijk is het oud, ouder dan het neoliberalisme, en zijn succesvolle commons in staat gebleken eeuwen te doorstaan. Langer dan menige overheid, langer dan de meeste ondernemingen. Tine de Moor, historicus, gebruikt er een prachtige term voor:
instituties voor collectieve actie
. Ze zijn niet van gisteren. Ze zijn essentieel voor morgen.
.
Hoe dat werkt, wanneer je er een woonproject mee wil ontwikkelen? Volgende viltje. Volgende blog.
21 Sept: Vancouver.
We zagen een documentaire op de NPO over Vancouver en de rampzalige stijging van de woonlasten:
Paradijs Canada
: “Vancouver is volgens verschillende lijstjes een van de meest leefbare steden ter wereld met een bloeiende filmindustrie, een belangrijke haven, het milde klimaat en de ontspannen levensstijl. Maar de stad toont ook hoezeer de woningmarkt kan ontsporen door het grote geld van buitenlandse investeerders. (..) Vancouver is uitgegroeid tot een van de steden waar de huizenprijs en het besteedbaar inkomen het verst uiteenlopen. Daklozen bezetten met hun tentjes de straten van het centrum.”
Het is allemaal veel erger dan hier in Nederland natuurlijk, maar we zijn al een angstaanjagend eind die richting opgeschoven. Er zijn veel werkende daklozen in Vancouver, en zelfs een middeninkomen is niet meer genoeg om de huur te betalen. Een oude verpleegster woont sinds haar pensionering in een mobile home. Dagelijks moet ze die verplaatsen om geen boete te krijgen. Als de motor het begeeft is ze dakloos. In Rotterdam vertelde de huisarts dat haar assistenten steeds verder van de praktijk wonen, omdat dichterbij niets meer is te betalen, van hetzelfde inkomen, dat best een eind boven het minimum ligt. Jarenlang VVD-beleid (met hulp van teveel andere partijen) heeft huurrechten verzwakt en de huizenmarkt tot speculatiemarkt gemaakt.
.
17 Sept: Where can we live.
A friend sends a link to an exhibition in the Queens Museum:
After the Plaster Foundation, or, “Where can we live?”
, an exhibition of twelve artists and artist groups with roots in New York City asking critical questions about home, property, and the Earth, and who has access to these things under capitalism. “Where can we live?” is a question that features in all our lives, but is experienced unevenly.“
“Who can dream of stability and who can dream of movement?”, it asks, and:
“As shelter loomed large in the show, it loomed larger amidst the pandemic. Who could and could not stay home? What kind of home can you shelter safely in? Crucially, how is this mapped onto race and class?”
When I enter “where can we live” in the search engine, I get hundreds of sites that ask the same question, each in a slightly different mode: “where should
I
live, where
can
I live,
where on earth should I live
, where can you live for 500 a month, best countries for US expats to live abroad” and the more open-ended and phlegmatic-sounding: “where will I live”. I click on a pro-active one that promises me a practical solution:
where can I live, a practical tool
. Since when are we such nomads again? Is it totally random?Or are we adrift? It sounds desperate. Not long ago the “travel light” scenario seemed unambiguously glamorous. But “last moment delivery” didn’t work well during the lockdown. We
almost
had ourselves convinced that we can lease and (commercially) share and rent and let and sub-let and uber everything from cars to bikes to rooms to tools.
17 Sept: Next week Arie Lengkeek, 3 x “Huh?!”
Vanaf maandag 21 september blogt onze volgende gast Arie Lengkeek een week lang over coöperatieve wooninitiatieven. Hij heeft gewerkt als programmamaker bij AIR Rotterdam en is bestuurslid van het Rotterdams Woongenootschap: “Een coöperatieve beweging biedt kansen voor een gelijk speelveld”.
.
Scroll down for 3 contributons by Vincenzo Latronico.
.
Scroll naar beneden voor 3 bijdrages van Joke van der Zwaard.
16 Sept: Sociale huursector wordt doelbewust verkleind
Inequality in the gentrifying European city, academisch proefschrift van Cody Hochstenbach, UvA 2017
De Tweede Kamer riep op om de huren te bevriezen maar minister Ollongren van Binnenlandse Zaken weigert dat. Eerder schreef ze in een brief aan de Tweede Kamer: “Iedereen in Nederland moet prettig kunnen wonen in een fijne leefomgeving”, en wil ze dat de woningbouwcorporaties meer bouwen om het tekort in te lopen. Volgens CBS is dit tekort 315.000 woningen.
Woningcorporaties hebben de afgelopen 5 jaar er maar 729 sociale huurwoningen bij gekregen. Dat hadden er minstens 150.000 moeten zijn. Dan hadden Nienke en ik nu zo een nieuw huis gehad met sociale huur.
Nienke heeft gisteren een link gepost naar het radiointerview met Cody Hochstenbach bij NieuwsBV. Nieuwsgierig naar wat hij te zeggen heeft heb ik het uitgeschreven voor onze blog.
…
Cody Hochstenbach, sociaal geograaf Universiteit van Amsterdam op de radio bij NieuwsBV:
download het proefschrift hier
.
CH: “Nederlandse bevolking is gegroeid en er komen vooral woningen bij in de koopsector. Het is geen toeval dat dit gebeurt en is ook niet onverwacht. Dit is bewust woonbeleid en hier wordt al jaren op aangestuurd.”
De oorzaken tekort sociale woningen?
CH: “De belangrijkste oorzaak is de invoering van de verhuurdersheffing in 2013. Dit kost de woningcorporaties ongeveer 2 miljard euro per jaar. Dit geld kan dus niet naar nieuwbouw, onderhoud, of lagere huren. De VVD is nu nog de enige voorstander van deze maatregel. (red. sinds 2010 hebben we Kabinet Rutte I, II, en III) Voor de invoering in 2013 bouwden de corporaties ongeveer 30.000 sociale woningen per jaar. Sindsdien is dat niet meer dan 15.000, dus een halvering.”
Wat is de gedachte achter dit beleid?
CH: “De afgelopen 30 jaar moesten mensen zichzelf steeds meer zien te redden en iedereen moest z’n eigen huis kunnen kopen om zo vermogen op te bouwen. De sociale huursector is doelbewust verkleind tot een “laatste redmiddel”, als het echt niet anders meer kan. De VVD is leidend in dit beleid om de markt te stimuleren, maar in principe stonden alle partijen hier achter, ook de PvdA.”
Wat zijn de concrete gevolgen?
CH: “De behoefte aan betaalbare woningen neemt toe maar de voorraad neemt af. Concrete gevolgen zijn langere wachtlijsten, hogere woonlasten, dus ook een toename van het aantal mensen dat in de problemen komt. Maar ook een groeiende kloof tussen kopers die genieten van allerlei voordelen en huurders die gemarginaliseerd worden. Meer woononzekerheid, minder woontevredenheid, en de afgelopen 10 jaar is het aantal daklozen verdubbeld.
Mensen blijven zitten waar ze zitten ook al is de woning te duur, jongeren blijven thuis wonen omdat ze niets kunnen vinden, en mensen die niets kunnen vinden worden dakloos.”
Wat zou een oplossing zijn?
CH: “Nederland heeft een rijke traditie in de volkshuisvesting en stond internationaal bekend als een goed voorbeeld. Dat is afgebroken. Ik pleit voor volkshuisvesting met sociale woningen niet alleen voor de laagste inkomens maar ook voor midden inkomen. Dat betekent dat er heel veel geïnvesteerd moet worden in betaalbare woningen. Te beginnen met het afschaffen van de verhuurdersheffing van 2 miljard.”
Wat is er mis met de eis dat er een bepaald percentage sociale huurwoningen gebouwd moet worden?
CH: “Amsterdam kiest er voor om 40% sociale huur toe te voegen, maar andere gemeenten kiezen voor een lager percentage. Afspreken om op z’n minst 30 to 40% betaalbare sociale huurwoningen toe te voegen in alle bouwprojecten lijkt me een goede eerste stap. Maar voor marktpartijen moet het winstgevend blijven, dus daar moet dan een woningbouwcorporatie bij betrokken zijn of er moet financiële compensatie tegenover staan. Het is aan het Rijk om de regie te nemen en bereid zijn om hierin te investeren. Ik verwacht geen grote veranderingen meer van Rutte 3 op de woningmarkt. Wel zal er 200 miljoen worden afgetrokken van de verhuurdersheffing om te investeren in betaalbaarheid. De huren in de sociale huursector zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Die 200 miljoen moet de betaalbaarheid ten goede komen maar is ook een sigaar uit eigen doos. Het is echt afwachten wat de volgende verkiezingen gaan doen.”
(Bron: De NieuwsBV maandag 14 september)
16 Sept: Boekenhuisje
Ik bel mijn tante die net verhuisd is naar een zorgcentrum, en bijna niet haar kamer uit mag omdat er “een geval is.” We praten over de spullen die je zoal verzamelt, en de uitdagingen van het verhuizen. Ik vertel haar dat ik in Friesland een huisje te koop zag staan dat één en al boekenkasten is. Een kabouterhuisje rondom boekenkasten. Boeken met een dak. “Oh”, zegt ze, “wat leuk, net als Omke Watse: midden in Poppenwier had hij een piepklein huisje helemaal vol boeken.” Omke Watse deed van alles, maar was daarbij en onder andere, dacht ik, ook fotograaf. Eten en wassen en slapen, dat deed hij bij zijn ouders. “Op zolder, in een bedstee waar je via twee kippenladdertjes naartoe moest klimmen.” Dus die pake en beppe huisden in hun kleine huisje hun volwassen zoon, en ook een dochter die net met haar kinderen—mijn tante en mijn vader—als wrakhout aan waren komen drijven uit voormalig Nederlands-Indië. Zij sliepen ook in bedstedes op die zolder. “In zijn eigen huisje, midden in de gribus van het dorp”, zegt mijn tante, “had Omke Watse alleen zijn boeken en kantoortje.” “En zijn brommer”, vullen mijn moeder en zus later aan. Poppenwier is een mini-dorpje, dicht rond een kerk gebouwde huisjes tussen de velden, op de vlakte. Ik ken het wel, ik herinner me ook de geheime schuilkerk, die ze met het dorp samen restaureerden een paar jaar terug. Je kijkt met de ogen van nu, maar zo’n dorpje zat misschien heel anders in elkaar dan je denkt, niet iedereen per gezin, voor zichzelf, een huis.
Het onconventionele ruimte delen of “omschikken”, om met Joke van der Zwaard te spreken, werd ver doorgevoerd, bedenk ik nu: de inschikkelijke oer-beppe ligt in een driemans-graf, tussen haar eerste en tweede man in.
.
16 Sept.
Scroll down for 3 contributons by Vincenzo Latronico.
.
Scroll naar beneden voor 3 bijdrages van Joke van der Zwaard.
15 Sept: 80X
Mijn zoektocht naar een huurhuis op de vrije markt brengt aan het licht hoe absurd de regels zijn. De huurprijs voor het nieuwbouwhuis in een groeigemeente onder Amsterdam is 780 euro per maand. Dat is slechts 42,86 meer dan de maximale huur voor een sociale woning. Dus best ok. Komt nog wel iets bovenop voor water en elektra. Wij kunnen dit betalen (als we dat zouden willen) en past ook wel in onze huurgeschiedenis van de afgelopen 10 jaar.
Maar nu komt het addertje. Om in aanmerking te komen moeten onze twee bruto jaarsalarissen samen minimaal 80 keer de maandhuur van de woning zijn = een inkomen van 62400 euro. Dat hebben we niet. Wat we wel kunnen aantonen is dat we de afgelopen tien jaar een vergelijkbare huur konden betalen, en dat we als borg spaargeld op de bank hebben staan. Ze lopen dus helemaal geen risico met ons.
Basisregel is dat je inkomen mag niet te hoog zijn. Woningcorporaties moeten jaarlijks minimaal 80% van hun vrijgekomen
sociale
–
huurwoningen
toewijzen aan huishoudens met een
inkomen
tot € 39.055 (prijspeil 2020). 10% mag naar huishoudens met een
inkomen
tussen € 39.055 en € 43.574 (prijspeil 2020). En 10% mag naar de hogere inkomens.
Wij passen in de eerste categorie.
15 Sept: 729 sociale huurwoningen in 5 jaar
Mijn nicht W. stuurt een bericht met het nieuwe adres van haar moeder, mijn favoriete tante. W. en ik hebben elkaar wel 15 jaar niet gezien maar nu hebben we al snel van alles te bespreken. Ze is eindredacteur bij de NieuwsBV. Ik wist het niet, zoek de website op, en zie meteen een interessant item over de woningmarkt-crisis: In 5 jaar zijn er maar 729 sociale huurwoningen bijgekomen in heel Nederland, terwijl de bevolking groeit en er wel veel huizen in de duurdere prijsklasse bij zijn gekomen, zowel koop, als huur. Het is geen verrassing, zegt stadsgeograaf aan de Universiteit van Amsterdam, Cody Hochstenbach: “het is doelbewust beleid waar al jarenlang op aangestuurd wordt”.
Hier het interview,
een heel kort overzicht van wat mis ging in Nederland.
15 Sept: Our next guest is Arie Lengkeek
8 Sept: Loting
Geachte heer/mevrouw,
U heeft uw interesse kenbaar gemaakt voor de woning aan Hooidrift 166 te Rotterdam. Er is besloten om zonder een open huis een loting te houden voor welke geïnteresseerden deze woning kunnen bekijken/kopen. Zojuist heeft de loting plaatsgevonden en moeten wij helaas mededelen dat u niet bent ingeloot voor deze woning. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Woonbron Makelaars
8 Sept: Time/More real than a laptop.
Here in this monastry with artists, writers, academics and highly educated drop-outs (in German you say Ausstieger, much more friendly), I lose track of time. Not just the romantic kind of losing track of time that belongs to the silence of the place, to the run-down state of this ancient—not-so ancient place, the smell of childhood memories of holidays in France, but another, very practical losing of time that happens walking kilometres in this building between library, garden and bed, meeting people on the way to the kitchen, getting off-track and onto other tracks. Each wing of this building is the sunny side—some time of day. One can always choose from different routes, walk in a circle.
I am wanting too many different things with my time here. The contemporary stress of wanting
to make most of it
. Plenty of everything, but limited time. There is social diversion, there is curiosity about the place, there is a wish to BE HERE and be calm and concentrated and work. Maybe we should get stuck here in the corona lockdown and like in the magic mountain the 5 days become 5 years.
Seven
! A sea of time, that is available here, potentially. This is not a place next to the highway. Zygmunt Bauman wrote that we all now live at the side of the motorway, metaphorically, but I mean: literally, I live on a crossroad of “autres directions”. Ok, is it a romantic wish not to live at these of the highway?
I cannot find the quote, I thought it was in
Liquid Modernity
. Searching for it, I start leafing through a small book by Safranski—translated to Dutch—about a chinese fable—which he probably read in German—starring a painter who steps into his painting, and disappears into it. Safranski says this is the wish to live only in
Das Geistiche
, the spiritual, the imagination—and leave the material world behind. I wonder if his explanation is old-fashioned romanticism in itself. The painter knows the painting is matter. And what I see around me is that yes, people want to disappear into something, but not necesarily into the imagination or the imaginary. But it occurs to me that “we”, this heterogeneous conglomerate of contemporaries, we want to disappear into the real, not just any real but
the realer-than-real
. More real than the real of the city, more real than capitalist realism, more real than a laptop.
8 Sept: Guest
5 Sept: Te weten dat het kan.
We hebben vandaag een introductie- en sollicitatie bij een coop, een woongemeenschap middenin de bossen waar een appartement vrijkomt. Sociale huur in een verbouwd voormalig kraakpand.
Vanuit de kraakbeweging zijn hier en daar in Nederland projecten gelegaliseerd en behouden. Net als de Zwitserse coops waar we over schreven in FGA35 “What life Could be” zijn het vaak site-specific voorstellen en arrangementen voor samenwonen- en werken, ontstaan uit de interesses, kennis en kundes van de gebruikers, en uit de specifieke kwaliteiten en problemen van de vaak grote, niet voor bewoning bedoelde panden. Je hebt als groep een heel lange adem nodig voor zo’n transitie, veel kennis, en onderhandelings-vaardigheid. En het idee dat het kan! Een zekere goodwill en ervaring van de lokale overheden en instanties is ook nodig, die moeten hun bewoners als meer zien dan investeerders of armoedzaaiers. Precendenten helpen. Welke constructies zijn er mogelijk? Hoe borg je betaalbaarheid en toegankelijkheid voor de lange termijn? Hoe hou je de boel uit de markt, zodat er niet alsnog mee kan worden gespeculeerd en na jou anderen ook nog een kans hebben? In het oosten van het land lijkt vaker een samenwerking met een woningbouwvereniging mogelijk. In Rotterdam is het vaak juist de toetsing aan marktprijzen en die panden onbereikbaar maakt voor gezamenlijke voorstellen of cultureel of sociaal gebruik. Als alles tot woonruimtes mag vertimmerd, ook het maatschappelijk vastgoed, dan heeft een projectontwikkelaar altijd een dikkere portemonnee.
De mensen die strobaalwijk Iewan hebben gebouwd in Lent (
Het Kan Wel
—zie 27 Juni) woonden daarvoor in een gelegaliseerd kraakpand uit de jaren 80, in een enorm klooster bij Nijmegen: de Refter. Daar leerden ze
dat het kan
, en ontdekten ze wat ze anders wilden. Vanuit die kennis en ervaring hebben ze een groep gevormd, plannen gemaakt, en ze hebben de woningbouwvereniging erbij betrokken vanuit de overtuiging dat ze met hun plannen een enorme bijdrage konden leveren aan de officiele doelen van die woningbouwvereniging: goede, goedkope, duurzame, groene, sociale woningen bouwen, waar mensen graag in wonen.
Maar goed, daar zijn we nu niet. We zijn aan de bosrand, 2 van zo’n 15 gegadigden, waarvan sommigen als vrijwilliger hebben gewerkt op het terrein, een natuurgebied. We maken hier meer kans dan bij een kleine sociale huurwoning in Schiedam (1 op 1700) maar hier schat ik ons als nieuwkomers niet de gedroomde kandidaten van die 15, helaas. De omgeving en de gebouwen zijn geweldig, de mensen aardig, het werk dat gedaan moet fijn en zinvol, de huur meer dan redelijk, en de geur en het geluidslandschap maken dat ik steeds diep en opgelucht ademhaal: stilte, vogels, en een
hint
Jacques Tati: tennisbanen op gehoorsafstand. Ik leer maaien met de zeis. Een draai uit de heup, het mes vlak over de grond, en als je het goed hebt een bevredigend geluid als het gras afgesneden wordt. Het heeft iets met kalligrafie van doen, en met dans, en met zenmeditatie.
Het leven hier lijkt me heel fijn. Veel buiten zijn. Minder mensen meer andere wezens—veel meer andere wezens. Maar hoe zou het zijn hier te werken?
new backyard, new neighbours, new companion species?
5 Sept
4 Sept: Aan andere woningzoekende aangeboden
positie 331 van 514
positie 1642 van 1659
positie 1276 van 1640
positie 325 van 419
positie 240 van 292
positie 463 van 594
positie 586 van 759
Het is dramatisch en deprimerend, heel erg deprimerend.
4 Sept: De omslag
Hanneke van Iewan vertelde ons over
een club in Eindhoven die heel veel kennis bijeenbrengt en deelt over alternatieve woonvormen
. Ze hebben ook een blaadje: ZOZ heet het. Daar staat het allemaal: dat het kan. Met tips en inloopuren. Maar het is het laatste nummer! Het ziet er allemaal wel een beetje stoffig uit. Misschien dat dat ze de das heeft omgedaan, want inhoudelijk is het prima, en helemaal bij de tijd, informatief. Bijvoorbeeld
een inzichtelijke pagina over mobiel wonen en kraken oude en nieuwe stijl
, met weer een link naar een praktische gids voor
hoe je een huis kraakt in deze barre tijden
: “ Allereerst: beweeg je naar een kraakspreekuur. (…). Kraken vergt voorbereiding en doorzettingsvermogen, en dat begint met jezelf informeren over praktische en juridische zaken bij een kraakspreekuur. Tijdens zo’n spreekuur kunnen ervaringsdeskundigen je vertellen hoe je een deur openmaakt, wie de eigenaar is van een specifiek pand, of wie gespecialiseerde advocaten zijn.”
Veel aandacht voor ecologische projecten, en gelegaliseerde voormalig kraakpanden, reizigers en mobiel wonen.
4 Sept: Our next guest is Arie Lengkeek
30 Aug: Oosterwold; een set van spelregels die een veelheid van particuliere initiatieven mogelijk maakt
Oosterwold, Toekomststraat
Homeruskwartier is dé grootste zelfbouw wijk van Nederland. Maar dat is niet waarom we naar Almere gaan. Deze FGA-excursie willen we combineren met een bezoek aan Studio Makkink & Bey in de Noordoostpolder. Net voorbij Utrecht bellen we Rianne Makkink op of onze afspraak nog doorgaat. Helaas, andere keer zijn we welkom. In plaats daarvan gaan we de Groene Kathedraal (1996) van Marinus Boezem bekijken.
Wij willen zien wat er gebouwd wordt in Oosterwold, een gebied van 4.300 hectare dat wordt ontwikkeld voor wonen, werken, en recreëren. Zo stellen de gemeente Almere, de provincie Flevoland, het Rijksvastgoedbedrijf, en het Waterschap Zuiderzeeland zich dat voor. Op de website van
Maak Oosterwold
lees ik dat er ongeveer 15.000 woningen worden gerealiseerd waarin heel veel elementen van de omgevingswet zitten.
Bewoners kopen een stuk grond om zelf een huis te bouwen en ontwikkelen zelf het gebied. De bedoeling is dat ze aan stadslandbouw gaan doen en samen een groene omgeving organiseren. Oosterwold is een initiatief om je eigen woonomgeving naar je eigen hand te zetten. We zien alle denkbare vormen van zelfbouw, van tiny houses tot glazen kassen waarin een aantal woonmodules staan. Een idee waar wij ook al jaren mee rondlopen, alleen nu zien we dat het waarschijnlijk veel te warm is. Een kas is niet om in te wonen, die moet je tegen je huis hebben staan. Maar ook decadente kolossale landhuizen, waarschijnlijk zo uit een bouwcatalogus, met paardenbak voor het huis, met paard en paardenmeisje.
Wat is dan die omgevingswet?
Dingen “mogelijk” maken in plaats van zeggen wat niet kan. Grond wordt rechtstreeks aan eigenaren of “eindgebruikers” verkocht; de toekomstige bewoners van Oosterwold, en zij bepalen wat en hoe en nemen de verantwoordelijkheid voor hun eigen leefomgeving. Dat is waar de omgevingswet voor staat. In Oosterwold maak je niet alleen je huis maar ook je hele leefomgeving. Er is dus veel nog niet voor je geregeld zoals de wegen. Hier doen de toekomstige bewoners en de overheid alles samen.
Dit is “uitnodigingsplanologie”. Wat niet betekent dat alles totaal vrij is. De gemeente heeft nog steeds een taak, maar de invloed van de overheids is heel veel minder dan in de rest van Nederland. Wel zo verfrissend!
Oorspronkelijk was het idee dat de
Groene Kathedraal
zou vervallen tot ruïne, vertelt de eigenaar van het theehuis. Hij is gevlucht uit Amsterdam om hier een nieuw leven op te bouwen en de zelfgekozen ambassadeur van de Kathedraal. Hij kijkt naar de toekomst en wil alles zien opgroeien in plaats van “die ouwe troep”. Het idee is nu om de Kathedraal te behouden en oude dode bomen te vervangen. Of we wel weten dat er een positieve en een negatieve vorm is, vraagt hij, en of we ook wel weten dat hier in Oosterwold het grootste voedselbos van Europa zal komen?
30 Aug: Guest
24 Aug: P.A.R.A.S.I.T.E.S de Houten Revolutie
Parasite Las Palmas, Korteknie Stuhlmacher Architecten, Rotterdam 2001
Dit weekend herinnerde ik me twee prachtige verplaatsbaar houten gebouwtjes. De groene “Parasite Las Palmas” van Korteknie Stuhlmacher Architects en de zwarte kunstenaarsstudio Huis Nº19 (of Nomads in residence) van onze vrienden Bik Van der Pol i.s.m. Rien Korteknie en Mechthild Stuhlmacher. Zelf denken we al tijden over de combinatie van een landje met daarop een tweedehands romnyeloods geschakeld aan een houten directiekeet. Niet echt een architectonisch hoogstandje maar wel betaalbaar en CO2 neutraal. Het gedoe van de tiny houses staat me tegen, en toen ik prijzen zag moest ik aan de Parasite en Huis Nº19 denken en vroeg me af wat die gekost hebben. Waar zijn ze en zouden we er een kunnen overnemen om in te wonen?
In 2001 was Rotterdam de culturele hoofdstad van Europa. In het toen nog behoorlijk verwaarloosde Las Palmas op de Wilhelminapier was een architectuurtentoonstelling. Op het dak stond een groen gebouwtje. Wij zagen het vanuit ons huis in het Scheepvaartkwartier en we konden zien hoe het in een paar dagen werd opgebouwd. Een onderdeel van de tentoonstelling was Parasites: prototypes for advanced ready-made amphibious small scale individual temporary ecological houses. De Parasite Las Palmas was ontworpen als tentoonstellingsobject. Het was het eerste houten gebouw in Nederland gebouwd met CLT, Cross-Laminates Timber, en werd als compleet bouwpakket ter plaatse gemonteerd. Het steunde op de liftschacht van Las Palmas en het riool en de elektriciteit werd aangesloten op dat van het gebouw. Een parasiet heeft zijn gastheer nodig om te functioneren. Hier een link naar Rotterdamse Dromers:
https://rotterdamsedromers.nl/2020/01/08/bouwen-in-rotterdam-staan-we-aan-de-vooravond-van-een-houten-revolutie/
Wij zijn een aantal keren in de groene Parasite geweest. In 2005 werd hij van het dak gehaald en verscheept naar Heijplaat-RDM. We zagen hem liggen toen er in 2010 de eerste opening was van het museum Boijmans in de Onderzeebootloods met Atelier van Lieshout. Toen we Mechthild opbelde om te vragen wat de plannen waren met de Parasite zei ze dat we hem wel mochten hebben. Maar ja, we konden er toen jammergenoeg helemaal niks mee. Hij mocht niet bij ons op het dak. Nu hoor ik dat hij in 2014 is geadopteerd door Maarten van Gent, een kunstenaar die woont op het Quarantainegebied op Heijplaat.
Huis Nº19 Nomads in Residence, BikvdPol i.s.m. Korteknie Stuhlmacher
De zwarte Huis Nº19 werd in 2003 gebouwd voor ‘Beyond Leidsche Rijn’ om kunstenaars uit te nodigen voor een bepaalde periode in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn te wonen en te werken. Beyond was een verkenning van kunst, stad en het landschap. Huis Nº19 is na bijna 20 jaar op verschillende locaties te hebben gestaan in Leidsche Rijn verplaats naar z’n laatste standplaat bij de Metaalkathedraal, aan de rand van de stad in De Meern waar de nieuwe “eetbare woonwijk” Rijnvliet wordt gebouwd, met voedselbos.
https://www.metaalkathedraal.nl/en/nieuws/de-nomads-in-residence/
24 Aug: Proofs or illusions
“A house constitutes a body of images that give mankind proofs or illusions of stability.”
Gaston Bachelard wrote.
24 Aug: Guest
17 Aug: RAUS! Die Häuser gehören mir. Zelfde probleem 50 jaar geleden
Jörg Immendorff—50 Familien: Raus, 1971, 15 x 15,6 cm
(Immendorff Zeichne * Draw, Verlag der Buchhandlung Walther König, Köln)
Jörg Immendorff—Thema: Unsere Stadt Düsseldorf soll nach unseren Interessen und Wünschen gebaut werden, 1972, 16,1 x 22,5 cm
(Immendorff Zeichne * Draw, Verlag der Buchhandlung Walther König, Köln)
Jörg Immendorff—Mietterror ist da!, 1971, 7,3 x 9,6 cm
(Immendorff Zeichne * Draw, Verlag der Buchhandlung Walther König, Köln)
17
17 Aug: Omschikken
.
Door Joke van der Zwaard
.
Driegeneratiehuishouden op zn paasbest in 1963.
Het gebeurde een jaar geleden in Zoetermeer, tijdens een paneldiscussie over ‘De nieuwe stad. Een gebruiksaanwijzing’, het afscheidsboek van Arnold Reijndorp als hoogleraar Nieuwe Steden. Het begon met de vaststelling dat Zoetermeerse jongeren lang niet allemaal hunkeren naar een leven in ‘de grote stad’, maar dat er in Zoetermeer helaas heel weinig betaalbare starterswoningen voor hen beschikbaar zijn. ‘Gezinsstad Zoetermeer dreigt een bejaardenoord te worden’, zegt iemand. Daarop reageert een oudere dame van het Armoede Platform voorzichtig, bijna verontschuldigend: ‘Kunnen we die oudere mensen niet dwingen of verleiden om inwoning te accepteren?΅ Haar radicaal ouderwetse voorstel blijft onaangeroerd op de tafel liggen. Moeten we wel terug naar die tijd? Is dwingen wenselijk en is verleiden mogelijk? Was dat inwonen wel zo’n pretje?
Vermoedelijk zaten er in de zaal niet veel mensen met ervaring met inwonen. Zelf heb ik die wel. Ik ben opgegroeid in een driegeneratiehuishouden met vader, moeder, vier broers en zussen, af en toe een half broer en zus, en grootouders van vaders kant. De laatsten woonden op de eerste verdieping en waren voor de kinderen een welkom tussenstation als we naar bed gestuurd werden. Zelf hadden mijn opa en ma in een armere periode in hun leven nog veel krapper ingewoond: met 4 kinderen op één kamer, bij een ander arm gezin in een kleine arbeiderswoning. Dat was jaren tien en twintig van de vorige eeuw. Mijn ervaringen dateren uit de jaren vijftig/zestig. Hoe het voor mijn vader en moeder was, kan ik niet meer vragen, maar ik weet nog wel hoe ‘normaal’ dit was. In onze stadstraat met grote woningen die nu honderd jaar oud zijn, woonden bijna alleen driegeneratiehuishoudens en twee gezinnen met gemiddeld vier tot vijf kinderen boven elkaar achter dezelfde voordeur. In diezelfde ‘dubbele’ huizen wonen sinds 25 jaar gezinnen met twee, max drie kinderen. Een aanzienlijk deel daarvan zal inmiddels uit de kinderen zijn en een deel van het huis eigenlijk niet meer gebruiken. Als zij al willen verhuizen naar iets kleiners, is de prijs die zij voor hun huis willen hebben voor starters (en vele anderen) niet op te brengen. Dus zouden zij niet beter een etage kunnen afscheiden? Altijd beter dan verkopen aan een anonieme beleggingsmaatschappij die het – eventueel opgeknipt – veel te duur gaat verhuren.
Nederlanders wonen ruim. In Europa is er gemiddeld 42,5 m2 woonruimte per persoon, in Nederland is dat 65 m2. Dat is een gemiddelde. Een heleboel mensen wonen (veel) kleiner en een andere heleboel wonen dus (veel) groter. Met name 65+ers hebben vaak onbenutte ruimte. Michael Urlings uit Eindhoven heeft voor zijn stad uitgerekend dat in 10.000 huizen gemiddeld 50 m2 onbenutte ruimte is. Als de helft van de mensen bereid zou zijn om de bovenverdieping af te splitsen voor zelfstandige bewoning, dan heb je toch mooi 5000 extra woningen. Voor 45,1 kton CO2 minder dan als je die nieuw zou bouwen en je zorgt voor verjonging van de wijk. De huuropbrengst zouden de eigenaar-bewoners kunnen gebruiken om hun benedenwoning aan te passen en het huis te verduurzamen. Dat laatste zou ook een voorwaarde voor een splitsingvergunning kunnen zijn. Aan woningen splitsen zitten veel haken en ogen, denk aan de beleggers maar ook aan huurdersrechten, maar daar moet iets op te verzinnen zijn. Onder andere door een speculatiebeding waardoor de verleidingsvoordeeltjes niet doorverkocht kunnen worden. Ook een betrouwbare bemiddelingsinstantie is geen overbodige luxe.
In de sociale woningbouw levert splitsen te weinig op, maar het zou wel helpen als ouderen die nog in hun oude gezinswoning wonen, kunnen verhuizen naar iets geschikters en kleiners zonder daarvoor gestraft te worden met honderden euro huurverhoging. ‘Precies dat extraatje wat ik na mijn pensionering wilde gebruiken om bijvoorbeeld eens naar mijn familie in Suriname te reizen,’ zegt mijn buurvrouw.
Dit is allemaal klein grut, we moeten bouwen-bouwen-bouwen, en liefst op buitenstedelijke plekken waar er flink doorgepakt kan worden. Dat is de dominante mening, onder andere uitgedragen door prof Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing System ofwel woningmarktbeleid; ook een empty nester uit Zoetermeer trouwens. Ik krijg bij dit soort verhalen altijd visioenen van Chinese en Spaanse lege flatwijken; en van grote zandzuigers (van Nederlandse baggermaatschappijen) die wereldwijd hele stranden (en het inkomen van de omwonenden) opslurpen om dat bouwen bouwen bouwen maar door te laten gaan. De markt kan de huidige woningnood in Nederland niet oplossen, daarvoor zijn de woningzoekenden niet rijk genoeg. Woningcorporaties kunnen niet veel, sommigen door eigen financieel wanbeleid in het verleden en allen door de jaarlijkse aderlating van de verhuurdersheffing. Als de regering serieus werk wil maken van het oplossen van de woningnood, moet ze die natuurlijk afschaffen. Sorry voor deze open deuropmerking. Daarnaast zou veel meer nagedacht moeten worden, bijvoorbeeld door de afdeling Housing System van de TU Delft, over manieren om de bestaande woonruimte beter te verdelen. Dus hoe die haken en ogen kunnen worden opgelost. Nederland heeft momenteel 7.892.000 woningen. Op 17.408.573 woningen is dat 2,2 mens per woning. Dat biedt perspectieven, lijkt me. Behalve politieke wil en creatief technisch en bestuurskundig denken, hebben we voor dit meer doen met dezelfde ruimte ook een andere taal nodig. ‘Inwonen’ en ‘splitsen’ roepen vooral bezwaren op. Zo kwam ik op ‘omschikken’. Daar zit ‘schikken’ in: tot een overeenstemming van belangen komen, je gedrag aanpassen aan de omstandigheden. Inschikken = plaatsmaken. Schik = plezier. Omschikken is geen courant woord, maar Van Dale (1898) heeft een toepasselijke referentie: ‘Het leek er eerst al te vol, maar toen allen een beetje omgeschikt waren, was er nog plaats genoeg.’
.
Het voorstel voor huizensplitsing in Eindhoven en de cijfers in dit stukje komen uit de lezersdiscussie in de nog steeds lopende artikelenserie van Josta van Bockxmeer over ‘hoe we goed en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk maken’ in De Correspondent. Een aanrader.
14 Aug: Tiny Houses #1
The Small House, Londen, 12,8 m2
Dat de woningcrisis zo snel zo ernstig zou zijn, wisten we niet toen we na 25 jaar vertrokken uit het Scheepvaartkwartier. Ineens gingen de prijzen door het dak. Ik heb spijt, verschrikkelijk veel spijt, maar ook weer niet. Wat we er voor in de plaats hebben gekregen is “een nieuwe stad” en een super fijne studio in het Wijkpaleis met geweldige mensen. Nu nog een fijn en betaalbaar huis.
Ik geloof dat we op korte termijn weinig van de woningcorporaties kunnen verwachten. De bouw ligt stil “door het stikstof probleem” zeggen sommigen. De max snelheid is naar 100 km/u, iets waar Rutte enorm van baalt. Maar ja het moet. Ik hoorde dat veel huizen worden opgekocht door aannemers die ze verbouwen tot “hokken” en verhuren aan studenten. Er staan heel veel woningzoekenden op de deur te kloppen van de corporaties. We hebben ons al voor verschillende sociale huurhuizen ingeschreven via het woningportaal. Bij een sociale woning uit 1920 in Schiedam staan we op positie 1146 van 1442. Dit is voor een kleine woning van 42 m2 met een schattig voortuintje. We zijn met z’n 1441-en kansloos.
Misschien toch plannen gaan maken om zelf iets te bouwen, D.I.Y, do it yourself? Op de website van stichting Tiny House Nederland staat een oproep aan minister Kajsa Ollongren: “Meer ruimte voor burgerinitiatieven op de woningmarkt!” In de brief aan de Tweede Kamer schrijven ze dat de woningmarkt niet alleen mag worden overgelaten aan projectontwikkelaars en woningcorporaties, en dat er genoeg ruimte moet zijn voor zelfbouw en (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO). Helemaal mee eens.
www.tinyhousenederland.nl
Tiny houses, zelfontworpen, off-grid en zelfvoorzienend. Je hebt ze in twee soorten. Verplaatsbaar, zeg maar een huis op wielen en wat toch géén woonwagen is, en die tijdelijk op een gedoogterrein mag staan, en een die is gebouwd op een vaste fundering waar het permanent mag blijven staan. Voor beide geldt dat het een vaste woonplaats is en bewoners moeten worden ingeschreven in het Basisregister Personen (BRP). Een tiny house is een volwaardig huis van ongeveer 15 m2, zoiets als Thoreau en Catrina Davies, tot maximaal 50 m2. Je bouwt het zelf of je koopt er een kant-en-klaar. Een hypotheek is niet nodig. Je hebt ze in de stad of in de rafelranden. Rotterdam werkt met ‘tijdelijke erfpacht’ voor enkele tiny houses in de wijk Heijplaat. Het duurste tiny house dat ik ken staat in Londen. Het is The Small House, slechts 12,8 m2, maar het kost wel 3,4 ton.
Bij het initiatief Tiny Village Kleinhuizen in Nieuwegein maken alle bewoners een bewuste een duurzame keuze in wonen en leven, en iedereen ontwerpt en bouwt zijn eigen huis, meestal op wielen. De vergelijking met Walden ligt erg voor de hand en sommige van de huisjes zien er net zo uit. Kleinhuizen is in de herfst van 2019 verhuisd naar voormalig kamp Zeist omdat dit jaar in Nieuwegein de bouw start van een nieuwbouwwijk. In die zin waren ze de kwartiermakers of pioniers en oppassers. In april 2019 werd het voormalig asielzoekerscentrum op het militaire terrein Kamp van Zeist afgebroken en het Rijksvastgoedbedrijf was bang dat het gekraakt zou worden. Ook dit is weer tijdelijk en in de nabije toekomst zal deze locatie worden teruggegeven aan de natuur. Op hun website lees ik: “Wij zorgen voor extra sociale controle tegen kraken, vandalisme, illegale afvaldump of andere vormen van criminaliteit.” Eigenlijk zitten ze dus anti-kraak. Niet ideaal, en dat is ook de reden waarom al deze huisjes wielen hebben. Dan zijn ze ook zo weer weg. Een onderscheid tussen een tiny house en een woonwagen zie ik niet, toch schijnt hij er te zijn. Kleinhuizen in Nieuwegein had via Stichting Tiny House Utrecht een tijdelijke vergunning als experimenteel woonproject. In Zeist hebben ze een anti-kraakovereenkomst met vastgoedbeheerder HOD.
www.kleinhuizen.nl
Doet me toch teveel denken aan dit versje:
Daar was eens een mannetje, dat was niet wijs;
Het bouwde zijn huisje al op het ijs;
’t Begon te dooien, maar niet te vriezen –
Toen moest dat mannetje zijn huisje verliezen.
Misschien dan toch liever zelf een stuk land kopen of voor minimaal 10 jaar pachten waar je je tiny house permanent op mag neerzetten!
14 Aug:
Als reactie en aanvulling op Joke’s tekst “De prijs van het samenwonen” deze link: Abram de Swaan zegt in deze bijdrage aan een webinar “Basisinkomen” van de Koninklijke Nederlandse academie voor Wetenschappen ook iets over het tekort aan woningen en de strafkorting op samenleven. Hij geeft in deze presentatie een paar waarschuwende kanttekeningen bij het idee van een basisinkomen, onder andere dat het niveau van de overige maatschappelijke instituties en omgeving net zo belangrijk blijft, en dat het volstrekt individualistisch is gedacht, “een samenleving van louter enkelingen”.
Op 23:00 minuut gaat het over een voordeel: “Een van de ellendigste voorwaarden bij veel bestaande uitkeringen is dat mensen die samen een huishouden vormen, maar 3/4 ontvangen van wat ze zouden krijgen als ze gescheiden leefden. En dat leidt ook tot de walgelijkste inbreuken van de overheid op het leven van mensen die uit hetzelfde pannetje eten, of in één bed slapen. Bij een basisinkomen—individueel als het is—doet dit dus niet terzake. Dat heeft ook nog een heel groot voordeel: als je mensen niet ontmoedigt samen te gaan wonen, en ze strekken samen in één huis, dan komen er een heleboel woningen vrij, en wel precies het soort woningen waaraan nu het meeste behoefte is.”
14 Aug: De prijs van het samenwonen
Door Joke van der Zwaard
.
Twee jaar geleden kregen alle bewoners van mijn portiek een brief van de woningcorporatie met de mededeling dat was vastgesteld dat wij in ‘onzelfstandige woningen’ wonen en dat wij dus binnenkort één huisnummer zouden krijgen. De overheid eiste namelijk de handhaving van een streng onderscheid tussen ‘zelfstandige’ en ‘onzelfstandige’ woningen. Een zelfstandige woning heeft achter de voordeur een eigen keuken, wc en badkamer; en dat hadden wij niet.
Ik stond gelijk op m’n achterste benen. Bij de inrichting van deze stadsvernieuwing-groepswoning was een eigen huurcontract en huisnummer een belangrijke afspraak geweest. Als een van ons (toentertijd allemaal dertigers) onverhoopt een uitkering zou moeten aanvragen, wilden we niet als ‘voordeurdelers’ financieel van elkaar afhankelijk worden. Daar komt anno nu bij dat bewoners van een onzelfstandige woning geen recht op huurtoeslag hebben. Dat zou heel goed de achtergrond van deze bureaucratische oekaze kunnen zijn.
Bestaande huurcontracten kunnen niet zo maar gewijzigd worden, maar dan zou het probleem terugkomen bij de volgende bewonerswisseling, dus we gingen onderhandelen. Het compromis na een half jaar zienswijzes uitwisselen was dat op twee verdiepingen deuren werden verplaatst (+ leidingen etc.), zodat we nu twee zelfstandige en twee onzelfstandige woningen hebben. Ik woon op een verdieping met twee onzelfstandige woningen, waarbij voor het bureaucratische gemak de gemeenschappelijke verdieping is bijgeteld. Ik deel een (nieuw) huisnummer en ik heb een uitkering: AOW. Dat is spannend. Een alleenwonende AOW-er, die in de leeftijdsperiode van 15 tot 65 jaar altijd in Nederland heeft gewoond, ontvangt momenteel 1000 tot 1200 euro. Een AOW-er die een huishouden deelt met één andere persoon (type relatie maakt niet uit) krijgt 400 euro minder. Een huishouden delen kan ook zijn: als Amsterdammer weekendverkering hebben met iemand in Leeuwarden. Het voorbeeld komt uit de officiële brochure van de Sociale Verzekeringsbank. In deze brochure staat ook dat een meerpersoonshuishouden, ‘zoals kloosters en woongroepen’, beschouwd worden als een verzameling zelfstandig wonende personen. Op initiatief van een vorige (PvdA) staatssecretaris Jetta Klijnsma is die regel een paar jaar geleden geschrapt, maar vanwege protesten van mantelzorgorganisaties is deze wetswijziging (nog) niet doorgevoerd. Desondanks kreeg ik na mijn huisnummerwijziging opnieuw en wel twee keer een formulier van de Sociale Verzekeringsbank toegestuurd waarop ik precies moest invullen hoe onze financiën geregeld zijn, hoe vaak we samen eten en of en met wie ik soms op vakantie ga.
Ik word elke keer boos, opstandig en zenuwachtig van deze surveillance. Als ik in mijn eentje een villa in Veldhoven zou bewonen, zou die uitkering zonder vragen over mijn financiële en sociale leven op mijn bankrekening worden gestort. Maar ‘t kan erger. En dan denk ik aan jongeren van 18 jaar die hun huis uit moeten, omdat hun studiefinanciering, uitkering of salaris bij de uitkering van hun ouder(s) wordt geteld. De dak- en thuisloosheid van jongeren in Rotterdam heeft vaak zo’n achtergrond. Of ik denk aan mensen die hun hulpbehoevende (schoon)moeder of vader in huis willen halen, daar investeringen voor moeten doen, maar het risico niet durven nemen. En al die twintigers en dertigers die vanwege de lange wachtlijsten in de sociale woningbouw en de onbetaalbare huren in de vrije sector met twee of drie roommates een veel te dure woning huren en wat er gebeurt als ze zonder werk of opdrachten komen te zitten. En tenslotte denk ik aan de ruim drie miljoen alleenwonenden in Nederland, die – willen zij niet in de problemen komen – allemaal een keuken, wc en badkamer (+ daarbij horende outillage) achter de voordeur moeten hebben. Al die privéruimte en de productie en het vervoer van de spullen, dat kost ook niet niks: geld, woonruimte, milieuschade bijvoorbeeld. Dat is de prijs van het alleen wonen, maar die betalen we met ons allen.
12 Aug: De woningnood loopt op!
In de regio van Rotterdam en Den Haag zijn de problemen in woningkrapte het grootst. Dat lees ik in een artikel dat op 07 juli 2020 in Mijn Stad door woningcorporatie Samenwerking Vlaardingen is geplaatst. Ik kwam het tegen op hun website omdat ik wilde weten of er misschien voor ons een huis is in Vlaardingen. Ik bedoel, waarom niet? Zo spannend is Rotterdam nou ook weer niet en Vlaardingen kan ook centrum van de wereld zijn. Ze schrijven: “Door de vele en hoge lasten die corporaties betalen blijft er weinig ruimte over voor investeringen in nieuwbouw, en voor onderhoud van bestaande bouw. (…) Voor Samenwerking gaat het om 2,6 miljoen per jaar. Dat is meer dan 10% van hun begroting. De corporaties spelen de bal naar de overheid. Komt allemaal door de verhuurderheffing.
Die 315.000 woningen die er gebouwd moeten worden zie ik er op korte termijn echt niet komen. In het artikel wordt het rapport
‘Opgaven, Middelen Corporatiesector’
genoemd. Een landelijk onderzoek over de financiële capaciteit van woningcorporaties. Nou, het gaat heel slecht!
Dit schrijft
minister Ollongren
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een 5 pagina lange brief van 3 juli 2020 aan de kamer:
“Iedereen in Nederland moet prettig kunnen wonen in een fijne leefomgeving. Om dat te bereiken, staat Nederland voor een aantal grote maatschappelijke opgaven op de woningmarkt. Woningcorporaties leveren daar een onmisbare bijdrage aan. Van hen wordt gevraagd om meer te bouwen om het woningtekort in te lopen en zo tijdens de coronacrisis hun anti-cyclische rol op te pakken. De betaalbaarheid van huurwoningen is hierbij een groot aandachtspunt en daarnaast moet de woningvoorraad aardgasvrij en verduurzaamd worden. (…)”
“De conclusie van het onderzoek is dat corporaties over onvoldoende middelen beschikken om alle maatschappelijke opgaven tot en met 2035 op te pakken. Bij handhaving van het huidig beleid en bij het volledig oppakken van de berekende maatschappelijke opgave, ontstaan vanaf 2024 op regionaal niveau financiële knelpunten en is er vanaf 2028 sprake van een sectorbreed tekort. Dat betekent dat het overgrote deel van de corporaties vanaf dat moment niet genoeg huurwoningen kunnen bouwen, verduurzamen of betaalbaar kunnen houden. Een kwart van de opgave blijft zo liggen, ter grootte van € 30 miljard. De tekorten zijn het grootst en ontstaan het eerst in de regio Haaglanden/Midden-Holland/Rotterdam. Voor de maatschappelijke opgave zijn hogere investeringsniveau’s nodig dan de afgelopen jaren. Alternatieve demografische scenario’s of een ander verduurzamingstempo veranderen enkel de maatvoering en doen niet af aan deze conclusie. Er is dus sprake van een structurele disbalans tussen opgaven en middelen, die structurele oplossingen vergt.”
12 Aug: Warmte (temperatuur loopt op)
Nog steeds temperaturen boven de 30 graden. Ik zie drie mensen op rij met een klein draagbare goedkope airco op de Binnenweg lopen, zo van de winkel uit de doos, en ventilatoren op poot, zo van de container uit China… Dat het in een huis uit 1920 of 1898 nu te warm is dat snap ik. Het was toen minder vaak zo warm dan nu, en de zolders, nu als luxe loft verkocht, zo onder het dak, werden niet bewoond. Maar een zogenaamd sjieke flat uit 2000-zoveel, daar moet toch rekening gehouden zijn met hittegolven en straatlawaai? Koelte zonder mechanische en elektrische apparaten—die weliswaar koelen maar tegelijk ook warmte produceren, tijdens gebruik, fabricage en transport? Er zijn allerlei manieren om een huis zo te bouwen dat het koel blijft. Ik ben een leek maar bedenk zo: overstekend dak, precies zo ver uitstekend dat een lage winterzon wel, en een hoge koperen ploert in de zomer niet de ramen bereikt. Dikke muren, de mogelijkheid alles open te zetten ’s nachts, zonwering aan de buitengevel: markiezen, luifels, blinden. Binnentuinen, portieken, groene daken (nee en dan
niet
de tuin betegelen) en vooral, altijd, overal, zoveel als maar kan: bomen.
6 Aug: Kunnen we nog verhuizen #1
Joke van der Zwaard, onderzoeker, schrijver en samen met Maurice Specht de oprichters van de Leeszaal West, was gisteren bij ons op bezoek in het Wijkpaleis om haar bijdrage aan onze blog te bespreken. Net als TENT is de Leeszaal West partner. Joke heeft drie onderwerpen waarover ze wil bloggen: 1 Een (on)fatsoenlijke samenleving, 2 De prijs van samenwonen, en 3 Omschikken of bijbouwen?
Maar eerst geeft ze wat feedback. Ze heeft alles gelezen en vindt dat we voorzichtiger en zorgvuldiger moeten zijn met hoe we iets opschrijven. Schrijf niet “mensen die daar zelfstandig niet toe in staat zijn”, liever “voor lage inkomens”. Ik had ergens gelezen dat dit de kerntaak is van de woningcorporaties en had het overgenomen. Dit is precies hoe de corporaties het willen zien, zegt Joke, maar het punt is dat je mensen niet mag discrimineren vanwege hun inkomen. Ze heeft gelijk, erg slordig van mij! Ik zoek op wat de Rijksoverheid zegt: “Volgens de Woningwet 2015 moeten woningcorporaties zich vooral richten op het bouwen en beheren van huurwoningen voor mensen met lagere inkomens.”
“Waarom schrijven jullie niet meer over de kunstenaars in de Wielewaal?”. Goeie vraag. Toen we bij Wilma Kuhn op bezoek waren ging het ons om de bewoners van de 345 huisjes in de Wielewaal die nog weerstand bieden en niet om de 21 huisjes die Stichting NAC (Nieuwe Ateliers Charlois) in beheer heeft. Wilma woont al 7 jaar in een van die NAC-huisjes. Ze is een “fan” van de Wielewaal en als één van de weinige kunstenaars actief deelnemer in de protesten. Iedereen kent haar. Ze is teleurgesteld over de mensen die zich niet inzetten voor het behoud, maar “last user” zijn. That’s it. Ik wil daar niet over oordelen, jammer vind ik het wel.
Om 3h hebben we een afspraak om een appartement te bekijken in Antwerpen. We kunnen echt niet blijven wonen waar we nu wonen. Te duur. We raken enorm gefrustreerd door de onbereikbaarheid van Woonnet Rijnmond en het aanbod stemt ook niet vrolijk. Iets anders vinden, iets betaalbaars met ons inkomen lijkt onmogelijk. We kijken bijna dagelijks op websites naar mogelijkheden ergens in Nederland maar ook er buiten.
In Vlaanderen is ongeveer 72 procent bewoner én eigenaar, slechts 6 procent woont in sociale koop of huur, vertelt de makelaar. Dit wordt niet door corporaties gefaciliteerd zoals in Nederland, maar door de overheid. De totale huurmarkt is zeer klein, iets meer dan 20 procent. De makelaar is een jonge gast. Ik krijg de indruk dat hij nog nooit in het appartement is geweest en weet niet precies waar het is. Hij zegt dat het een regel is dat bij een crisis mensen hun geld in vastgoed stoppen, en goud. “Sinds de uitbraak van corona zijn de koopprijzen gestegen met 6 procent.”
6 Aug: pamflet operatie wooncoöperatie
Het online pamflet Operatie Wooncoöperatie
(lees hier)
, geschreven door Arie Lengkeek, biedt goeie vragen en bruikbare definities van basisprincipes en consequenties:
In Zwitserland is er zelfs een basisconstructie die er voor zorgt dat je ook zonder startkapitaal kunt meedoen: de stad staat garant voor een banklening. Maar terug naar Rotterdam: veel initiatieven strandden op het problematische Rotterdamse grondbeleid: verkoop aan hoogste bieder. Hier nog een quote uit het pamflet (pal onder het ook interessante “Geen inspraak maar zeggenschap”):
Tara Lewis vraagt hierover in het NRC van 3 Mei 2020: Krijgt cooperatief wonen wel de ruimte van de gemeente? Het antwoord is natuurlijk ‘nee”. Het Maatschappelijk vastgoed wordt gewoon verkocht aan de hoogste bieder.
6 Aug: Een (on)fatsoenlijke samenleving.
Door Joke van der Zwaard
.
Gemixte wijken, woningverbetering, zorgen dat sociale stijgers niet hoeven weg te verhuizen. Ik ben voor. Ook als daarvoor verbouwd of gesloopt moet worden. In de bestaande huizen wonen al mensen, die zouden ook onderdeel van de plannen moeten zijn, maar daar gaat het vaak mis. In praktische en sociale zin én in expressieve zin. Het eerste gaat over terugkeeropties, betaalbaarheid, behoud van sociale netwerken. Het tweede gaat over hoe er wordt gesproken en geschreven over de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ bewoners; daar wil ik het over hebben. Een oudere Chinees-Duitse dame uit de wijk Feijenoord zei ooit in een interview tegen me: ‘Ze kunnen hier wel mooie nieuwe huizen bouwen, maar op mijn hoofd blijft “achterstand” staan.’ Ze had het geluk dat haar kant van de straat ongemoeid bleef, maar ze had uit alle gesproken en geschreven teksten over de ‘wijkverbetering’ goed begrepen dat zij niet tot de categorie bewoners behoort die de wijk vooruithelpt. Integendeel. En daar was ze boos over. Ze voelde zich vernederd. ‘Van vernedering is sprake als vormen van gedrag of omstandigheden iemand een gegronde reden geven om zich geschaad te voelen in zijn of haar zelfrespect’ schrijft de filosoof Avishai Margalit in zijn boek De fatsoenlijke samenleving. Een fatsoenlijke samenleving definieert hij als ‘een samenleving waarin de instituties niet vernederen.’
Te zware woorden voor de onvermijdelijke emoties over noodgedwongen verhuizingen? Lees en luister naar verhalen van bewoners uit de Tweebosbuurt in Rotterdam-Zuid, die zich verzetten tegen de sloop van hun woning en de daaruit volgende noodgedwongen verhuizing uit hun buurt. Ze zitten vol met expressies van vernedering, van aantasting van gevoelens van eigenwaarde. ‘Wij zijn kennelijk afgeschreven’, zegt An Rook. Niet meer van waarde dus. ‘We worden vervangen’ (…) ‘Wij staan in de weg. We verpesten hun uitzicht’, zegt postbode/krantenbezorger/boekenverslinder Ahmed Abdillahi. Zelfs het zogenaamde lage onderwijsniveau van de buurtschool werd erbij gehaald, vertelt mevrouw Pelger. De getergde schooldirecteur toonde aan dat de leerlingen op deze school juist uitzonderlijk hoge citoscores halen. Geweigerd worden aan de deur van de discotheek, beleidsnotalezer Mustapha Eaisaonieym wist dat het kon gebeuren en stelde zich erop in als hij uitging. Discriminatie op huidskleur, sexuele geaardheid of geloof, het is voor hem een gegeven. ‘Maar toch niet op basis van je inkomen? Het kan toch niet zo zijn dat je welstandsniveau ervoor kan zorgen dat je je huis uit moet om plaats te maken voor iemand met een dikkere portemonnee? Dit zijn de vragen die mij nu in de nacht wakker houden. Lage inkomensgroepen doen er in Rotterdam niet meer toe.’ Klassisme, zou je kunnen zeggen, als het niet zo’n verschrikkelijk lelijk woord was.
Als de reputatie van je wijk zo onderuit wordt gehaald als bij de Tweebosbuurt is gebeurd door woningcorporatie en gemeentebestuur, dan kan je als bewoner denken: achterstand, werkloos, slechte taalbeheersing, verloedering, dit gaat niet over mij, maar blijkbaar wel over de anderen in de buurt, ik hoor hier dus niet, ik moet hier wegwezen. Vernedering verdeelt. Je kunt ook denken: dus zó kijken de mensen die het voor het zeggen hebben naar mij en naar mijn buren. Zonder iets van ons te weten, behalve onze belastinggegevens. En dan word je depri, moedeloos, je trekt je terug; of je wordt boos, opstandig, strijdvaardig, koppig zoals Edwin Dobber; en/of je blijft rustig, standvastig, zelfbewust en houdt je gevoel voor humor, zoals mevrouw Pelger.
En ja, kunst en kunstenaars kunnen ook nog wat in zo’n situatie, behalve in de tijdelijk lege woningen gaan wonen en werken. Mensen in beeld brengen, hen een gezicht geven, hun verhalen optekenen en hun waardigheid laten zien. Zoals de fotografen Menno Jansen/Crooswijk in de Tweebosbuurt en Joke Schot in de Wielewaal doen. Mooie binnen- en buitenplekken maken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en spreken of gewoon kunnen zijn. Monumenten neerzetten om kleine en grote overwinningen te vieren. Letters en logo’s ontwerpen voor interne en externe berichtgeving. De actiebijeenkomsten optuigen met muziek, theater, performances; als oppepper, morele ondersteuning en versterking van de verbeeldingskracht. Visual reality technieken bedenken om alternatieve scenario’s te dromen en te denken. Moet ik verder gaan? Het begint met interesse, empathie en maatschappelijke betrokkenheid. En fatsoen dus.
.
De verhalen haalde ik uit het AD, Vers Beton, Volkskrant, Rijnmond tv en een rondje lopen door de wijk.
4 Aug: antwoord
Beste,
Helaas zijn er geen woningen beschikbaar en er is ook geen mogelijkheid om je in te schrijven.
Ik hoop je hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Mvg,
x
3 Aug: de faktor wonen
Onlangs bezochten we de onovertroffen Ton Rhijnsburger, sociaal advocaat gespecialiseerd in huurrecht. Zijn kantoor, het Advokaten kollektief Rotterdam—hoop in bange dagen—verdedigt onder anderen de bewoners van de Tweebosbuurt tegen uitzetting door Vestia, en helpt de bewoners van de Wielewaal om als coöperatie hun eigen renovatie en nieuwbouwplannen te realiseren, en niet onder de voet gelopen te worden door Woonstad.
Ton heeft overzicht over geschiedenis, feiten en details van de huizensituatie Rotterdam. Ik heb het jammer genoeg niet opgenomen, ons korte gesprekje, maar heb één ding goed onthouden: toen Ton begon te werken als huurrecht advocaat waren de prijzen voor de factor wonen in Nederland bij de laagste van Europa, nu bij de hoogste.
Hij wil wel wat schrijven voor de blog. De korte vorm past hem zegt Ton. Commerciële advocaten rekenen af per A4 en zijn lang van stof, in de sociale advocatuur is bondigheid een verdienste.
Guest
This column is for “other sides”, for guests, writers and conversation partners. Novelist, critic and translator Vincenzo Latronico was our first guest. Scroll down to read his 5-days blogging starting on 19 July.
Reading a book in bed, just after waking up, triggers thoughts differently. Associations have some of the careless speed and suppleness of their sleepy flow. One line I read combined with something I heard yesterday, and the topic of this blog, branched off in some directions. I’ll try to reconstruct that split second.
I just read, in Donna Haraway’s
Primate Vision
: “the crude stuffing of P.T. Barium’s elephant Jumbo, who had been run down by a railroad train, the emblem of the Industrial Revolution.” It is a scene in the Natural Museum of History in NY. In the last half of the 19th century, he taxidermist stuffed Jumbo, and also a silver back gorilla, later staged in a diorama of the mountainside that housed the taxidermist’s grave.
This caused in my mind a visual memory of the Jumbo supermarket chain, the huge trucks and distribution centres and shops—busier than ever in covid-times—and something from yesterday’s conversation: Rob’s mother reminded me of how recent the omnipresence of the supermarket is. Talking about a Food Forest we visited, it surprised me that though she is a very active gardener with a great vegetable garden and bees and everything, she is sceptic and even a bit annoyed by the whole idea of a food forest. She told that when she was a child, the summer was a busy time because fruit and vegetables for the whole winter had to be prepared to conserve. There wasn’t a vegetable shop in the village and everyone grew their own. Chickens don’t lay eggs in winter, she added, so they were conseved in calcium water and really did not taste the same.
This reminded me of 3 other stories all at once; somehow they seem to rest in the brain as filing cards, book spines, placeholders for more complex stuff—yesterday it wasn’t the right time to tell, but reading that Jumbo quote revived the pathway.
Story 1 is a story about food in the city of Zurich: in the time when the city first grew bigger farmers would come to town with a cow, ready to be milked at the door of the house where the milk was needed. When the city grew bigger and pastures were too far away for even that, “latteria’s”, ‘vacheries”, “Molkereien” were build in the city, to have the cows and fresh milk nearby till fridges were introduced. The Zurich Art Academy is housed where such a Molkerei was located. The slaughterhouse is still right next to it.
Story 2: I forgot almost all details but it is about Rome and the ancient structure of food production for the city, the farms right around it. A friend photographed nomads still managing to herd their sheep in the wastelands of the outer periphery.
Story 3: a history of Brandenburg I just read, as the vegetable and fruit gardens of Berlin, a real dramatic rise and fall of centuries of ever increasing sophistication, and dumb destruction in the last few decades, the last few crazy regimes.
(In Dutch,read here)
I have no idea actually: if it’s only 60 years ago that in a village everyone produced most of their own food, how did that work in a city? How would people in small city dwellings get any vegetables and how would they store anything: what would they eat? How is the food-story visible in the building story? In the first days of the pandemic and the lockdown, the talk of the town was the vulnerability of our system of
last moment delivery
. When everyone lives in tiny flats, are we all depending on last moment delivery? Did we, in cities around 1850? Re-realisation: the way of doing things that we know now is only very very recent, it can change in an instant.
The amazon forest was a food forest, the latest scientific insights say, an agricultural project. Just mostly perennials, a radically diverse offer year round, thanks to clever planting and a friendly climate. So was it like the freshest of last-moment delivery, as massive storage? Maybe it isn’t “back to nature” but rather the most refined technology, the future?
1 August: Nieuw Rotterdams gedicht
Snel weg
Het huis: te chic
te hoog te dor
te dicht te hard
te kaal te koud
te plat te glad
te luid te dood
te duur te duur
te dom en duur
28 July: Utopia
Ambrosius Holbein (1518),
Utopia
Thomas More.
Anke Bangma, curator en programmaleider van TENT, platform voor hedendaagse kunst, komt langs op onze studio. Zij is een van onze drie partners samen met de Leeszaal West en het Wijkpaleis, waar wij deze zomer artists-in-residence zijn. We bespreken onze samenwerking. Door de COVID-19 loopt alles anders. De presentatie van onze nieuwe FGA publicatie met een tentoonstelling en events wordt doorgeschoven naar februari 2021 en wordt een editie van Rotterdam Cultural Histories, een samenwerkingsproject tussen “voorheen” Witte de With (formerly know as WdW) en TENT. Ik denk dat dit heel goed past bij ons project. Sowieso zijn wij voorlopig nog wel bezig met ons onderzoek.
Er is bij haar verwarring en twijfel over waar wij mee bezig zijn en wat we van haar willen. Dit brengt mij in verwarring. Ik dacht dat het helder was. Iedere kunstenaar en curator heeft zo zijn eigen onderwerp. Als die twee samenvallen dan klikt het. Ik dacht dat het klikte.
Op dit moment zijn de maatschappelijke thema’s dekolonisatie, migratie, en ecologie zeer actueel. Belangrijke thema’s, maar voor ons persoonlijk zijn nu dit urgente vragen: Op wat voor plek willen (of kunnen) we wonen en werken en wat kan kunst daaraan bijdragen? Welke alternatieven zijn er in een tijd waarin ruimte steeds schaarser en duurder wordt? Wat kunnen we van die alternatieven leren? En wat zijn de obstakels? Ons project gaat dus over existentie, leven, bestaansmogelijkheid, en utopia, wat we ons kunnen voorstellen als ideale plek om te leven.
En wie weet bouwen we over een paar jaar met een groep die ideale plek, een COOP of een Maison D’artiste. Hier in de havens van Rotterdam of ergens anders.
Een kunstenaar is altijd bezig met de kunst én het leven. Die twee kunnen elkaar enorm in de weg zitten, is mijn ervaring. Kunst kunst is voor mij strenge concrete kunst zoals bijvoorbeeld van Jan Schoonhoven van de Nulgroep; objectieve kunst, zonder emotionele waarde waarin de kunstenaar als persoon afwezig is. Heel fijn voor mijn hoofd. Wij zijn het tegenovergestelde. Wij maken geëngageerde kunst, er is veel emotie en politiek, en wij zijn altijd zichtbaar. Wij zijn activisten en ons magazine FGA “propaganda of the word”. FGA is de kunst van kritische kunst, en wij zijn iedere keer uit op systeemverandering, zowel in de kunstwereld als de wereld waarin we leven.
Voor minder doen we het niet. 🙂
Guest
This column is for “other sides”, for guests, writers and conversation partners. Novelist, critic and translator Vincenzo Latronico was our first guest, so scroll down to read. More soon!
25 July: Wie is BPD?
In het
Canon Volkshuisvesting
lees ik dat voor de 1ste woningwet van 1901 er lokaal al een paar honderd woningbouwverenigingen, stichtingen en coöperaties actief waren zónder geld van de rijksoverheid. Om dat geld te krijgen moesten ze worden toegelaten. De Vereeniging ter Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen in Leiden werd als eerste toegelaten. De eerste aanvraag kwam van de coöperatie Rochdale, een initiatief van werknemers bij de Amsterdamse paardentram maatschappij. Ja, dezelfde Rochdale van de Maserati-man Hubert Möllenkamp, het icoon van alles wat er mis ging in de wereld van woningcorporaties.
Wie is BPD die met Woonstad de Wielewaal wil slopen? BPD is Bouwfonds Property Development, een onderdeel van de Rabobank. Opgericht vlak na de tweede wereldoorlog in 1946 als de Bouwspaarkas Drentsche Gemeenten om nieuwe woningen te bouwen zodat mensen weer konden wonen. In 1993 beginnen ze het Bouwfonds Immobilienentwicklung in Duitsland, in 2001 nemen ze het Franse Marignan Immobilier over, en in 2013 wordt een kantoor geopend in Berlijn. Doel is betaalbare, duurzame, nieuwbouw huurwoningen voor huishoudens met een middeninkomen.
Sinds 2015 is dit de “primaire” doelgroep en is inkomensregistratie verplicht. Wat is middeninkomen? Voor sociale-huurwoning geldt inkomen tot 39.055. Dus volgens het Ministerie alles wat daarboven zit. Je maandinkomen moet minstens 4 tot 5x de huur zijn.
Hoe geloofwaardig is BPD en hoe zijn de bewoners van de Wielewaal hiermee geholpen? BPD is geen kleine corporatie, ze willen de Europese markt veroveren. In totaal hebben ze 30 kantoren. Dit gaat niet echt niet over liefdadigheid. ~~~~8}
Maar, er is goed nieuws! Sinds de nieuwe Woningwet van (1juli) 2015 kan weer iedereen een wooncoöperatie beginnen. Dat hebben de Wielewalers goed begrepen. Ik hoop dat ze de rechtszaak winnen en dat ze hun eigen plannen voor “betaalbare” woningen kunnen bouwen. Lang Leve de coöperatieve bewonersvereniging Wielewaal!
25 July: de Wielewaal
On the banner: New houses with an affordable rent: it IS possible!
This entry on our visit to Wielewaal Rob will write in Dutch, and me, my side, I am writing in English. They will be different versions, not translations, but that way most people will have an easy access then through one side or the other, and when they want to read further, the world wide web can be consulted for translation.
But you will have to wait a bit, I want to get this story right, it is important.
.
Anger and indignity are difficult to bear with, they are so thoroughly out of fashion too—even if the anger is totally justified, we are assumed to remain cool, calm, chic. In control. Effective. Goal oriented. The anger of that lady we met in de Wielewaal was completely justified, I think. More soon.
25 July, last blog entry by Vincenzo Latronico: Castle to castle
This is my last day in Bretagne for a while. I finished the dry toilet and freed the beams and lintels in a section of the house that had extensive water damage; as soon as the brickwork is replaced, we will be able to rebuild the rotten anchors.
Tomorrow, I will be driving south to Normandy, where an artist is starting another similar project in an ancient forge at the confluence of two rivers. The place still has the cast-iron turbine that used to power it in the nineteenth century, fed by an underground stream. We’ll build some floors. One month ago, I was doing the same thing in Germany.
My friend joked last week that what we’re doing this summer is moving “castle to castle”, which is appropriate because all these building are majestic ruins, but also not appropriate because it is how Louis-Ferdinand Céline described the months he spent with the Nazi sympathisers of the Vichy regime, retreating further inland as Allies and partisans liberated bigger and bigger swaths of France.
On the other hand, there *is* something appropriate, politics aside, in casting this as a retreat. The other day I posted the article in which I argued for a move to the countryside and a more communal form of living. This move could also be construed as an escape. People decide to leave cities, but this decision is informed by a financial pressure that can take the form of blackmail. It is not a serene decision to make.
This pressure will follow us – just like it followed other artists and writers in dilapidated industrial warehouses, in historically working-class neighborhoods, in immigrant communities at the margins of every big Western city – and to some extents it already does. A few weeks before the pandemic lockdown, a man in a Mercedes showed up at the manor house we were fixing in Eastern Germany. He was an executive at a major business consulting firm. Several multinational corporations, he said, had charged his firm with developing “distance co-working” solutions that could allow their teams the reward of a few months’ collective life on an organic farm – with a fast enough internet access to make sure they wouldn’t miss one single beat of meetings. He had a budget of several million euro to rack up as many big countryside properties as he could. He offered to buy ours. We declined.
The pandemic, I believe, will only accellerate this, as city dwellers realize that expensive, cramped spaces lose most of their interest when they do not provide access to a metropolis full of restaurants and treats; as companies realize distance work allows them to save money on facilities and offer comparatively smaller living-costs compensation; as villages and towns will transform after realizing that distance workers will form a particularly lucrative segment of new dwellers to attract, just like Richard Florida’s “creative neighborhoods” transformed to attract them two decades ago; just like economically depressed centers transformed to attract the stream of international tourists that Ryanair and Airbnb used to shoot at them, realizing only too late it was not a stream but a tsunami.
And so it is likely that one day board meetings over Zoom will take place under the beams I strutted yesterday, and a thin, polished oak floor will cover the OSB planks I’ll be laying next week (or maybe the OSB will remain, to provide an aesthetic “authenticity”, much like the exposed brickwork and industrial steel beams provide authenticity to upscale burger joints and open-plan corporate offices). On that day some of these projects will survive, like the last squats standing in gentrified cities; some will fall apart; some will sell out and look for another opportunity somewhere else, farther from airports or the coast, with the payout obtained by having functioned, once more, as the explorers or cartographers or trumpet-bearers of speculation, which is what people did when they bought flats in Neukölln, inBerlin, after having been bought out of very cheap old rent contracts in Mitte; which is what I did in Milan. And then we will move elsewhere.
I’d like to end this blog on a somewhat brighter note, so I’ll remember this passage from Céline’s book, which today would be understood as the memoir of a Nazi apologist, largely because it is.
“Oh, if only I were rich, how I’d look at all this chaos, this whole squandering of nitrogen, carbons, lipids and rubber, this gasoline-scented crusade, this insane hangover, while remaining as calm as Napoleon!”
It occurs to me now that this note is not so bright, so I’ll use another quote, from Dieter Roelstraete’s catalogue text for an exhibition he curated at the Prada Foundation in Venice, about philosophers building huts (Wittgenstein, Heidegger, Adorno): “the garden, or the hermit’s cave, or the philosopher’s hut, the writer’s cabin and the composer’s cottage, is not a
retreat
: it is an
attack
.”
24 July: LEILANI FARHA WAS HERE!
Leilani Farha, UN special Rapporteur on the Right to Adequate Housing bezoekt De Wielewaal en Tweebos en schrijft een brief aan de gemeente Rotterdam
“We need to reclaim the fundamental right to housing!”
In november vorig jaar was VN-raporteur Leilani Fahra op bezoek in Tuindorp de Wielewaal en ze heeft om hun te steunen een brief geschreven aan de gemeente Rotterdam. Wij hoorden haar naam voor het eerst in februari in de Leeszaal toen de Aktiegroep Oude Westen een film- en debatavond over de ontwikkelingen op de woningmarkt had georganiseerd en de film
PUSH
werd getoond. Er waren ook twee lezingen, van Vincent Kompier (stadssocioloog en Berlijnkenner), en Manuel Aalbers (sociaal geograaf en hoogleraar Universiteit Leuven). Leilani Farha’s termijn als Speciale VN-rapporteur liep af in april 2020. Zij gaat verder met haar wereldwijde campagne
The Shift
om huisvesting weer als mensenrecht te verankeren, in plaats van als handelswaar.
De coöperatieve bewonersvereniging Wielewaal hebben zelf bouwplannen gemaakt voor betaalbare huurwoningen v.a. 525,- euro per maand
Wonen is een mensenrecht! Zo simpel. In Berlijn waar de woningcrisis hoog is opgelopen zijn de slogans: Keine Spekulation en Wohnen ist keine Ware! Wonen is geen winstmachine, maar projectontwikkelaars, bouwbedrijven en investeerders vinden van wel. In Tuindorp de Wielewaal staat er op de spandoeken: Wielewalers wijken niet voor de rijken! en Wielewalers wijken niet voor Woonstad! Woningcorporatie Woonstad en de gemeente Rotterdam weigeren al jaren om de bewoners een kans te geven hun eigen plan uit te voeren. De huidige bewoners willen 1:1 nieuw voor oud en zijn in beroep. Maar Woonstad/BPD wil het hele tuindorp met sociale huurwoningen slopen om er dure huur- en koopwoningen terug te bouwen. Deze opwaartse sociale mobiliteit bevordert ongelijkheid. Dit is een korte versie van het probleem Wielewaal.
Tuindorp de Wielewaal is in 1949 gebouwd als noodoplossing voor de naoorlogse woningnood en bestond uit 545 sociale huurwoningen. De spandoeken op het huis van mevrouw van Drunen bevestigen dat sloop het universele verhaal is van armen tegenover rijken, van machtelozen tegenover machtigen. 200 van de huizen zijn al gesloopt en de bewoners die zijn vertrokken kregen een vergoeding. Door die sloop voelen de blijvers/tegenstanders zich enorm onder druk gezet. 15 huizen zijn ooit gekocht en die mensen willen sowieso niet verkopen. En de laatste bewoners die zich blijven verzetten hebben zelf een slim en haalbaar plan voor nieuwbouw ontwikkeld: Betaalbare huurwoningen vanaf 525,- euro per maand Dat Kan!, zonder BPD/Rabobank. De uitspraak van de rechter is in november en er is grote kans dat Woonstad verliest op vormfouten.
Wilma Kun, kunstenaar en bewoonsters van Wielewaal laat ons het braakliggende terrein zien. De helft van de huizen van de Wielewaal zijn al gesloopt en bomen gekapt. Bewoners die hun huis verlaten krijgen een financiële vergoeding
24 July: Columns vanuit de Tweebosbuurt.
“A house constitutes a body of images that give mankind proofs or illusions of stability” schreef Gaston Bachelard in
The Poetics of Space
. The Politics of Space, verspreek je je snel—die zijn zo belangrijk omdat we de
Poetics of Space
moeten beschermen.
In Vers Beton een nieuwe columnserie, door bewoners van de Rotterdamse Tweebosbuurt, geschreven door Ahmed Abdillah en Mustapha Eaisaouiyen. Een reeks over verzet tegen de sloop van hun wijk—bijna 600 huishoudens is de huur opgezegd—en wat dit doet met de bewoners.
Lees hier
:
“In de Tweebosbuurt word ik ook gediscrimineerd op mijn inkomen”
Mustapha Eaisaouiyen in VERS BETON
.
23 July: The Right To The City
Henri Lefebvre presents a radical vision for a city in which users manage urban space for themselves, beyond control of both the state and capitalism. The book can serve as a guide and inspiration for concrete action to change!
Link to chapter 14:
The Right to the City
23 July. Vincenzo Latronico: ‘the peak of fame’ and ‘A load of shit’
When I think of an artist moving to the city, I think of Lucien Chardon, the protagonist of Balzac’s
Lost Illusions
– an ambitious young poet feeling trapped in a small town as big things happen elsewhere. When I think of an artist moving in the opposite direction I think of a 1989 essay by John Berger, who moved to a small hamlet in France at a time which more conventional, careerist writers would have called “the peak of his fame”. It is titled “A Load of Shit”, and it begins like this:
.
In one of his books, Milan Kundera dismisses the idea of God because, according to him, no God would have designed a life in which shitting was necessary. The way Kundera asserts this makes one believe it’s more than a joke. He is expressing a deep affront. And such an affront is typically elitist. It transforms a natural repugnance into a moral shock. Elites have a habit of doing this. Courage, for instance, is a quality that all admire. But only elites condemn cowardice as vile. The dispossessed know very well that under certain circumstances everyone is capable of being a coward.
A week ago I cleared out and buried the year’s shit. The shit of my family and of friends who visit us. It has to be done once a year and May is the moment. Earlier it risks to be frozen and later the flies come. There are a lot of flies in the summer because of the cattle. A man, telling me about his solitude not long ago, said, ‘Last winter I got to the point of missing the flies.’
.
In the essay, Berger interweaves his description of the actions he undertakes in order to bury the year’s shit with reflections on the nature of evil; on Orwell, on the myth of the noble savage. He beautifully explains the difference between the agreeable smell of horse dung and the sickening one of human excrements: “on the far side of horse manure there are pastures and hay”, he writes. “On the far side of human excrement are putrefaction and death.”
Berger is probably the only writer who could have approach this topic with no interest in shocking or disgusting – actually, with his characteristic gentleness, his fondness for actions that humans have been carrying out since the beginning of times. Certainly, to his mind, this was also true of painting.
This fondness brings me back to another thing about Berger. It is an answer he gave in an interview. I have not read it myself, but a friend described it to me in such vivid details that it stayed in my mind. It might be spurious – exaggerated in my memory, or in my friends’ – but something of it rings true.
Apparently, Berger was asked by an interviewer whether living in the countryside he was still a communist. He did not answer. Instead, he said that every morning he took a hike through a forest and a field. He described at length the winding path through birch groves and pines, the smell of the soil still wet from the night, and the feeling of warmth seeping in as he gradually wound his way to a knoll that marged the edge of the forest. There, on a tree stump, he sat and waited for a peasant to appear on a path in the distance, across a field. He did it every morning. He walked slowly, deliberately, together with a horse – his co-worker and companion. They were both old. They had crossed that path every morning for most of their lives, and would go on doing it. Berger, in my recollection of my friend’s recollection of this interview that might never had happened, described at length the sight of their silhouettes crossing the field. What they were walking to was a day of hard labor, and sometimes the walk itself was rough – when the weather was bitter, or when the body was still hurting from a week of work. They walked slowly, deliberately; but at that time, in the early morning, their slowness was not a form of sabotage, or a reluctance; it was more like a celebration or a song.
“I do not know if I am a communist,” Berger then said.
22 July. Vincenzo Latronico: In Bretagne
Here in Bretagne, about a dozen strangers share a huge house that is only partially inhabitable. Everyone has their own room, but there is only one bathroom (I should finish building an outdoor compost toilet today). We need to work around it but it is relatively easy. The surrounding forest is so big one could lose themselves in there for days
.
This brought back a sense of estrangement I felt a few years ago in Milan. I had just signed a 30-year mortgage for a small apartment in the periphery of the city, a fifth-floor walk-up that required me to work incessantly for four months in order to become inhabitable. I was scared of the financial commitment but also happy and proud. At night I would sleep in my sleeping back within a niche in the closet which I tried as best as I could to shelter from the construction site dust, and I would often lie awake in a mix of fear and excitement. I knew the floorplan by heart, by then, and knew also that the same floorplan repeated itself over every other unit in the building’s five sections. Below and around my bedroom were fifteen other identical bedrooms, the beds probably in the exact same position. Below the toilets, fifteen other toilets; and washing machines; and ovens; and showers. If standard kitchens have 4 cooking plates, this meant that below and around me were 64 cooking plates. Counting the neighbors I knew, I could realize this total of 64 cooking plates was there to make food for twenty-one humans. We could each be preparing three meals at the same time.
.
There are two levels of absurdity in this, the former being merely the sense of a customer realizing he’s been duped: even from a purely economical level, this kind of arrangement is blatantly inefficient.
.
But there was something deeper, something connected to what I’m doing now: the idea that the boundaries we traditionally accept between personal and communal space, between what’s mine and what’s yours, have not been drawn with our best interests in mind (both financial and emotional). Here I was, getting in 30 years of debt in order to add 4 cooking plates to the 60 already present in my housing complex in the periphery of Milan; and one more shower; and one more washing machine…
.
I would like to expand more but I have to get back to the compost toilet construction. At the moment, it looks like this:
20 July: Daydreaming
Gaston Bachelard, in
Poetics of Space
, writes: “We comfort ourselves by reliving memories of protection. Something closed must retain our memories, (…) and, by recalling our memories, we add to the store of dreams; we are never real historians, but always near poets, (…)
This being the case, if I were asked to name the chief benefit of the house, I should say: the house shelters daydreaming, the house protects the dreamer, the house allows to dream in peace. Thought and experience are not the only things that sanction human values. The value that belongs to daydreaming mark humanity in its depths. (….) Therefore, the places in which we have experienced daydreaming reconstitute themselves in a new daydream, and it is because our memories of former dwelling-places are relived as daydreams that these dwelling-places of the past remain in us for all time. (…)
It [The house] is the human being’s first world. Before he is “cast into the world” as claimed by certain hasty metaphysics, man is laid in the cradle of the house. And always, in our daydreams, the house is a large cradle. (…) Life begins well, it begins enclosed, protected, all warm in the bossom of the house.”
Maybe I am so touched by reading this again, because of being in a holiday house with a long history, or even more precisely: because of spending a few days there with friends with children in a holiday house with a long history and a lot of life around it. We should become activists and unionists and rent strikers and all that is neccesary, so that everyone can have a house as a place that shelters daydreaming. To be near poets.
20 July: Vincenzo Latronico, Just what is it…
I am currently in Bretagne, helping out a couple of friends with renovating an ancient building complex in order to start a farm and artists’ residency based on principles similar to those of that first place in France. Next month I will probably spend some time at an ancient forge in Normandy, where something of the kind is also starting. I spent the past eighteen months in Germany, renovating a manor house to start, yes, an artists’ residency.
These are only some examples. Something is happening.
The something that is happening can today seem a prophetically appropriate countermeasure to the way life in the city has changed after the covid-19 pandemic. However, while the virus could have been a catalyst for the process, its roots lie deeper than that.
I wrote about it a few months back for Swiss art magazine
Provence
:
.
Just what was it
that made yesterday’s cities so different,
so appealing
Picture a young artist. She might be writing or making music or making art. She comes from the countryside, a small or mid-sized town. She grew up ambitious and talented, with enough free time and support to allow her gifts to flourish. Her talent and work have been rewarded. She has published a short story, or had an exhibition. Her creativity is budding. She has a vision of herself establishing her practice, deepening her knowledge and widening her network, making it, making it big. What does she do?
Catrina Davies’ writers cabin or shed in Cornwall, not far from the sea.
I sort of know where I want to go with my blogs. I start by looking at examples of the individual retreating in a single residential unit, a cabin or shed, often in the countryside but close to the city. Simultaneously we look at collective co-housing projects or COOPS that claim a place in the city as a response to the shortage of affordable housing. I believe coops are a serious liberation of the housing market and the failing housing corporations. This is super exciting. It is also about being in control of how you want to live and with whom, and how much it will cost.
It is not yet clear to me what our search will lead to and what kind of place we will find to live. Probably we just have to go through all the books, newspaper material and ideas to find our position on todays housing crisis, to find our “way out”. But we have a flashlight and we are exploring, bringing the unknow to the surface like a path. We have been wondering for some time: do we want to live alone in a shed on a piece of land or together with others in a coop and have enough space for people to visit? Another urgent question is: do we want to live in the countryside or stay in the city? Or maybe we can have both?
There is another book that is important to our project: Homesick, Why I Live in a Shed by Catrina Davies. I like it that the front cover of the book is very reminiscent of Thoreau’s edition of 1854, but the drawing of her cabin is slightly more hallucinatory. And I wonder why they didn’t use a photo back then. Perhaps a drawing appealed more to the imagination of the reader than a photo. Catrina Davies is using Walden as a lens to look at the current housing crisis in the UK. She quite literally uses chapters of Walden: Economy, Solitude, Where I lived and What I Lived For, Brute Neighbours and so on but of course her story is different. Nienke and I are using various lenses. After a personal crisis in Bristol Catrina Davies moves back to Cornwall and moves into her dads shed that was once his architect’s studio before his business went under on Black Wednesday in 1992. There she writes her book. Well, she
rewrites
her book because after a burglary everything is stolen including her laptop with her research and writing. All they have left of value is her cello.
The shed is an old dilapidated corrugated-iron structure of 18 x 6 feet, so 5,5 by 1.80 meters, in a small hamlet with a few houses. She cleans it and repairs and installs a wood stove, and builds a table from her father’s drawing board. As I read I find myself very sensitive to clues in which hamlet her cabin is. I am obsessed with finding it. For days I drive the Google car through the landscape, picking up the book, nervously browsing through it for more directions, I finally arrive at a crossroads and see the light blue shed. Bingo!
19 July: Vincenzo Latronico, Not at home
Years ago, I spent a couple of weeks at an artists’ residency in an ancient convent building in rural France. It is unlike most other residencies I know. It is entirely run and operated by its residents, who need to offer no application or CV in order to stay and focus on their work in a quiet, concentrated place. Costs, kept low by the absence of paid staff, are covered by a small nightly contribution paid by residents, which grants them a single room to sleep in and access to the place’s innumerable facilities – two libraries, two communal kitchens, a cinema, several sprawling dance studios, a wood workshop, a garden criss-crossed with rose bushes and inhabited by peacocks and hens. Any number of residents, from a few to a hundred, can share the space at any given time, crossing each other’s paths in the kitchens or across the building’s labyrinthine hallways and staircases, each on their way to their own spot for work.
*
I was working on a translation at the time, and had an extremely strong feeling for the place – its distance from the city felt invigorating, like shedding off weight, while the constant stream of residence more than made up for the isolation and lack of exchange which one might associate with countryside living. After coming back a couple more times, I volunteered to stay for a longer period and help with the running of the place.
The residency has no formal governing body or assemblies, most decisions being taken by its more dedicated residents over loose conversations and e-mail threads; but its founder, a coreographer now in his 70s, has an unofficial say over many issues that have to do with the daily running of the place. It was him who took me aside to talk about my offer.
He said I was welcome to stay for a few months and help out. However, he said, there was something I should keep very well in mind. “You are not at home, here.” The conversation ended shortly after that. He had been living in that place for over a decade.
That advice shook me. I took it as a pre-emptive rejection, or as a sign that, formal equality among residents notwithstanding, there actually was a core group of people who could be at home there and others who could not.
However, I did stay; and then I left; and came again, and left, several times, the last of which was the day before yesterday. Over time, I came to drastically reconsider Jan’s advice. Initially I it took as a pre-emptive expulsion of sorts, much like a romantic interest who’d tell you on a first date that they are only looking for occasional sex. It later occurred to me that it was the opposite. If a place is someone’s home, it is not-home to everybody else. A space that aims to feel welcoming and inclusive to over a thousand artists a year, many of them there for the first time, cannot be anybody’s home: because this would make them guests. In order to avoid this asymmetry, and keeping the institution as open as possible, its stewards must try to find a way to inhabit a place while not making it their home.
I would not know precisely now how this translates into daily routines and behaviors, but I would say there is a lightness involved, a delicacy of touch – leaving no traces, both material and otherwise; occupying all the space needed but only for as long as one needs it, always allowing one’s boundaries to be porous and up for negotiation. For a place that is not your home you care both more and less; you respect its rights in a different way – like, maybe, one relates differently to a dog not one’s own. Over time, I came to realize this way of inhabiting can free up a lot of energy and mental space. I came to realize it facilitates concentratration and thoughtfulness, while also enabling a curious, reserved form of generosity towards others. I came to realize it is a way of inhabiting that I like. It makes me feel at home.
18 July:
18 July: Zeeland
Traffic jam on the road, on the dike, on the beach, in the supermarket. It’s more busy than anywhere in Rotterdam, and I wonder why do they still want to build 400 new holiday houses in the brand new private-public “nature resort” here? During the first Covid wave this whole province was closed off for months, because the infrastructure, for instance hospitals and doctors aren’t sufficient during high season. It says something about the the numbers of inhabitants and tourists, and about the Dutch reality of having less and less well-equipped hospitals outside of the big cities. In the meanwhile these holiday houses are advertised as a great investment, and all open again. You’re not allowed to live there, but they take up more and more space, endless fields full of identical one-family houses, which are probably as big as many new apartments in the city, and inhabited maybe a few months a year. In today’s Volkskrant an interesting
article
by Floor Milikowski, social geographer and critical voice in the debat on recent developments in Dutch cities. The article focusses on the growing inequality between shrinking rural areas, and the increasingly wealthy and extractive cities. She unravels political choices since the 80s leading here. She recalls a one-liner by a Shell CEO, in an official advice to Prime minister van Agt in 1982: Don’t back the losers, pick the winners.
Guests
This column is for “other sides”, for guests, writers and conversation partners. We’re happy to announce that novelist, critic and translator Vincenzo Latronico is the first guest. More soon!
17 July: Wall of Shame!
Hefkwartier Rotterdam gebouwd door makelaar TW3 en de twee ontwikkelaars AM en Dura Vermeer. Prijzen van ± 250.000—785.000 “Veel Rotterdamser kunt u niet wonen”
Ongeveer één derde van alle Nederlanders woont in een huis van een woningcorporatie. Woningcorporaties zijn semipublieke instellingen die als kerntaak hebben het huisvesten van mensen met een laag- en middenlaag inkomen. Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft zijn er 315.000 woningen tekort. Ongeveer 40.000 mensen leven op straat en 80.000 op een camping of vakantiepark, en veel jongeren blijven thuis wonen. De afgelopen 15 jaar hebben een aantal corporaties zich vooral met andere dingen bezig gehouden dan hun kerntaak.
De Amsterdamse Rochdaleaffaire, de Rotterdamse PWS-affaire (tegenwoordig: Havensteder), het drama met de SS Rotterdam waardoor Woonbron 227 miljoen verloor, de Vestia-affaire, Wooninvest in Leidschendam-Voorburg, Rentree in Deventer, Servatius in Maastricht etc., hebben de woningbouwcorporaties de reputatie gegeven van graaiers. Ze worden allemaal verdacht van fraude en zonnekoninggedrag.
De conclussie van Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties in 2014 naar het stelsel van woningcorporaties en de misstanden: Een onafhankelijke toezichthouder met stevige bevoegdheden moet woningcorporaties gaan controleren. Maar wie gaat er die huizen bouwen die zij moesten bouwen? Hoe dieper we in deze kwestie gaan hoe sterker mijn overtuiging om zelf een COOP te bouwen. Maar waar en met wie? In Amsterdam heeft de zelfbouw coop de toekomst. Wethouder Laurens Ivens wil de komende 4 jaar er 14 bij.
In 2015 werd de voormalige corporatiedirecteur Henk Sligman van PWS veroordeeld tot twee jaar gevangenis voor het wegsluizen van een miljoen euro naar een Zwitserse bankrekening en valse facturen. Hij is de eerste van een reeks verdachte corporatiebestuurders. De Maserati-man en icoon van alles wat er mis ging in de wereld van woningcorporaties Hubert Möllenkamp van Rochedale, vond het heel gewoon om een Maserati als dienstauto te hebben. De wagen met chauffeur kostte 8.475 euro per maand. Hij werd in 2009 op staande voet ontslagen en in 2017 veroordeeld tot 3 jaar gevangenis. “Het hof is van oordeel dat de verdachte zich op grote schaal, voor ongeveer een miljoen euro, heeft laten omkopen. Hij heeft zich ook schuldig gemaakt aan witwassen, oplichting, het doen van een valse belastingaangifte, valsheid in geschrift en meineed.” Het OM eiste tegen Peter Solinger van Wooninvest in Leidschendam-Voorburg één jaar gevangenisstraf vanwege belastingontduiking. Hij liet zich betalen door zakenpartners van de woningbouwcorporatie en sluisde het geld door naar een Zwitserse bankrekening. Volgens de rechtbank is bewezen dat Solinger in 2003 en 2004 ruim 2 miljoen euro niet aan de fiscus opgaf. Van dit geld zou hij een huis in Frankrijk hebben laten bouwen. Hij kreeg een taakstraf van 240 uur en heeft een schikking getroffen met Wooninvest en de belastingdienst voor een bedrag van 2 miljoen euro. Tot slot de Vestia-affaire met Erik Staal, het symbool van wanbestuur en de graaicultuur, met een jaarinkomen rond de 5 ton. Begin 2012 komt het schandaal Vestia naar buiten, de grootste woningcorporatie van Nederland. Schade ongeveer 2,7 miljard die de huurders moeten opbrengen. In 2017 wordt hij gepakt en eist de officier van justitie 3,5 jaar, hij krijgt er twee. “Tien jaar lang had hij zijn vingers in de suikerpot”, en verduisterde 1,7 miljoen. De rechtbank Rotterdam acht het bewezen dat Staal zich schuldig heeft gemaakt aan vervalsing, verduistering, diefstal en witwassen. Spijt heeft hij niet echt.
17 July: New path to old place
Luca Napoli, who designed and build this new blog for us (praise to him), just solved a small mystery. On my laptop, with its old browsers, and duckduckgo installed, I couldn’t go to most parts of our own website any longer. The solution was a real relief, as every puzzle solved, but it was also something that seems vaguely meaningful and relevant, so I share it here, in my limited understanding: Luca had to
build an extra route for old browsers to find an existing but obsolete pathway back to the new address of the old library.
17 July:
16 July: yesterday today
A book arrived today:
wonen, gisteren, vandaag, Joop Hardy, Dirk van Sliedregt, Bernard Majorick
,
1957
.
A book arrived:
wonen, gisteren, vandaag
, 1957, by Joop Hardy, Dirk van Sliedregt, Bernard Majorick. It starts with the basics: humans started to build to protect their sleep and their dream. I like the title, a verb, no capitals:
wonen
, habiter, dwelling, to inhabit. In both Dutch and English there is a root in habit, “gewoonte”, “wennen”, which makes total sense of course, and in a Dutch etymology dictionary there is also “tevreden zijn”, being content. More surprisingly it is also, kind of sideways connected as I understand, to “wanen”, and “winnen”, which relate to wanting and desiring, and obtaining through effort.
16 July:
10 July: Colony of Rabbits_De Warren
Volkskrant 25 Oktober 2019, Bouw je eigen huis, De Warren, Ijburg Amsterdam.
Read full article here
Why is it possible for a group of young creative people without money and capital to build their own coop in Amsterdam, and the coop Het Rotterdams Woongenootschap can’t get it done? The examples of successful coops are clearly the Genossenschaften from Switzerland, and this cooperative form slowly wins from the corporations, we published in our FGA#38. The COOP take-over!
Chandar van de Zande, who is one of the founders of De Warren explains that it is actually not that complicated to start a housing cooperative yourself. Of course you need a group of benevolent enthusiastic people, and an architect who knows how to build an ecological wooden residential building with 36 houses and 800 m2 of common space. And more importantly, a municipality that embraces these kind of projects and makes them possible by giving support, permits and a piece of land! That is the key. Here in “hardwerken” Rotterdam, the big real estate boys and the housing corporations are in charge. And we all know what happens when people get too much power, then they start grabbing from the cash box and things go wrong. That is exactly what happened here with former CEO Erik Staal of the Vestia housing association. With a big mouth you get everything done here. 🙁
Back to De Warren, the colony of rabbits. How did they do it? They tick all the boxes: collective, self-managed, circular, sustainable, sharing economy, energy efficient, affordable rent and social. That’s what we all want. And then there is the long-term “Broedplaatsenbeleid” incubator policy in Amsterdam and two people who make initiatives like this possible: councilor Laurens Ivens and Clemens Mol, the godfather of the housing association Soweto. Is self-management the solution to the crisis in public housing? I think so because the housing corporations are not getting it done. But I also strongly believe that it is a duty of the government, because the current shortage is 315,000 homes (CBS).
De Warren claims it is the first self-build residential cooperative (coop) in the Netherlands. I find this claim biased because since 2015, 44 adults and 7 children live in the self-build coop Iewan in Lent. To make it work, they teamed up with housing corporation Talis, and had a lot of goodwill from the municipality of Nijmegen and the province of Gelderland. De Warren asked the German bank GLS for an 80% guarantee. But ultimately the goal is the same: realize your own idea of (communal) living and place and not who was first. All together now.
10 july: De Warren
So we search for interesting experiments in how to organise space to work and live, in the Netherlands. For FGA#38 we found out a lot about coops in Switzerland: places that are planned and build by a group of people, each a very specific proposal on what is a good life, what one needs as private space, what is easier/cheaper/more ecological or more fun to share. How to organise a diverse group and keep a place lively in the long run. In Switzerland these coops are a real factor in moderating the sky high housing prices. It seems there are not so many of these projects in the Netherlands, but there are some.
In a 2019 newspaper in my
COOP-What Life Could Be
archive I read about
a new COOP in Amsterdam
. Green, sustainable, affordable, to be build soon, in one of the new areas of Amsterdam. It is called: De Warren. “Building like it’s never done before” is the headline, and “Build your own council house”. A group of people with a maquette on a building site. Their PR is good!
I wanted to meet the people to find out more, and today we’ll go to Amsterdam and meet Chander van der Zande in De Ceuvel, an area with old ships parked on a polluted harbour shores, with studio’s for “creatives”, a bar, all kinds of uses, and at the moment also: shelters for refugees. It is wonderfully green and lush, around the ships and boardwalks connecting them, but a bit deserted. Because of Covid? Chander was involved in de Ceuvel, and is now one of the core team working on realising de Warren.
We recorded a one hour conversation that needs to be transcribed and edited, but for starts, here’s a short version of what I learned: they are a group of around 50 people of 20- and 30-something, most of them with plenty experience in living together (Chander lists the skills that help—more later). They could take advantage of a special moment in time with a city council that wants to do something about the housing crisis, and decided to experiment with co-ops. Via a competition groups could propose a plan for a coop in a newly developed harbour area, and as winners de Warren had back wind for a great start. With bank loans, grants for green building and some crowd funding, they managed to gather a huge budget, and with a good plan, willpower, a big mouth and and enormous energy they seem to manage to do it!
What a contrast to the situation in Rotterdam, where het Rotterdams Woongenootschap, also group who’s proposing to build a coop, recently had to swallow the huge disappointment that the city is AGAIN giving the land that they were planning and negotiating to build, simply to the highest bidder who will not offer anything else to the city than more expensive apartments.
Link
One thing that the Zurich coops we visited find important and try to give shape in their bylaws—and the Dutch less, as far as I see till now—is some social, economical, generational diversity of the inhabitants, and maybe also a focus on how things will function in the long term. But maybe I’m wrong, we need to find out more.
10 July:
8 July: Hermit in a Cabin #2
photo by Richard Barnes, FBI storrage in Sacramento
This other hermit I have to think of is Ted Kaczynski a.k.a. the Unabomber. He lived in a 10 x 12-ft. (3 by 3.6 m) cabin very similar to the one of Thoreau, only a bit smaller and not so nicely made. He lived close to Lincoln, Montana, from 1971 until he was arrested in 1996. For almost 25 years he lived a simple life and his original goal was to become self-sufficient and live autonomously, with little money and without electricity or running water. Such a lifestyle was not unusual in the area, I read. He glued a small sign on the wall saying, “Taking a bath in winter breaks an Indiana law.” He taught himself survival skills like tracking game, edible plant identification, and organic farming. After the arrest the FBI transported the cabin in one piece to a warehouse as evidence in court, sometime later it was put on display at the Newseum in Washington, D.C.. On a Youtube video I see a dark one-room cabin with shelves packed with stuff, a work bench, a potbellied stove and a folding bed at the side. It had just two tiny windows so it must have been very dark inside. On one of the photos I see a zithar harp hanging on the side of one of the racks. In addition to making bombs and writing his famous 30 page long 232 points manifesto
Industrial Society and Its Future
, the Unabomber apparently also made music.
8 July: “Looking for a gettaway?”
“Looking for a gettaway?” air b&b advertises on me, after finishing a conference-call. Another add I saw today: Do you have a house? Start making money with it: Bellavilla! It seems there are more and more houses for sale, but prices still go up. A friend found a flyer on her doormat saying: “we want your house”, and: “fast, discreet and safe—we sell your house for you”. It happens a lot. It makes it hard to escape the logic of the day: a house as a commodity, a money maker, an opportunity.
A quote pops up in my mind as a reply, a title of a book by Ursula Le Guin:
Always Coming Home
. I google it and find a youtube video of
a public conversation
, together with Donna Harraway and James Clifford. ‘Ursula I am really jealous of that title”, James Clifford, says. They crack a few jokes about theory as something to avoid, and seriously discuss Ursula Le Guins wonderful essay “California as a cold place to be”. I like the idea of cold and hot places, and though hot sounds more attractive than cold, Rotterdam is becoming so hot many people cannot keep our feet on the floor without dancing.
It reminds me of another youtube video: dr. Jane Goodall in front of bookshelves with family photographs and souvenirs. “It is our fault”, she says, talking about covid. We invaded the space of the animals. It is the wet markets of china, the bush meat of africa, and equally dangerous is our intensive farming. She talks about impulses of withdrawing and social distancing among both animals and people, when in fear. At some point she mentions she is in the family house where she spend these months together with family “surrounded by the books I read as a child, outside are the trees I climbed as a child”.
8 July:
3 July: The Primitive Hut and the Shelter
Illustration of the primitive hut by Charles Dominique Eisen was the frontispiece for the second edition of Laugier’s Essay on Architecture (1755)
This frontispiece is one of the most famous images in the history of architecture. The young woman represents architecture and sits on the debris of Baroque buildings. Laugier proposed that architecture should be functional and not a sugar cake decorated with ornaments. For him architecture should return to its origins, the simple rustic hut. The Primitive Hut was a concept that explores the origins of architecture and is the highest virtue that architecture should achieve, the need for shelter.
We received a package from Heleen Schröder with fife issues of Footprint, Delft Architecture theory journal. She is the English copy editor and visited us last week in our studio. In Volume 10, number 2 I find in an essay by Sam Grabowska a couple of photos he made of shelters at the US-Mexico borderland.
3 July: Vers, fris in Noord, en Jaap in de Paleistuin
Als de brug opengaat vliegt er een kraai naar een richel waar hij anders nooit bij zou kunnen. Terwijl de boot door smalte vaart, loopt de kraai kalm de hoekjes af, en op teken van de bel vliegt hij weer weg. Slagbomen omhoog, brug dicht.
We hebben afgesproken met Yin Yin bij Publication Studio in Rotterdam Noord. We gaan onze kranten-verzameling over huizen-zaken scannen, en hier staat een A3 scanner, waarmee de hele pagina gescand kan. Publication Studio en Tender Centre zitten in de Zaagmolenstraat, en maken deel uit van een woon-werk vereniging met woningen en werkplaatsen: vers en fris. De tuinen, samengevoegd, zijn schuttingloos tot een geweldig mooie binnentuin gemaakt. Fruitbomen, frambozen, een geavanceerd irrigatiesysteem, een vijver, en alles heel weelderig. Terugkerend thema in tuinen nu is: stoeptegels worden gelicht en gebroken, gebruikt voor zitelementen en verhoogde plant- en zaaibedden gevuld met verse schone grond.
Ze zitten hier toch al tien jaar zonder huurverhogingen, ook als bewoners wisselen, omdat hoofdhuurder een woongroep is. Het klinkt heel slim, daar wil ik meer over weten, hoe doen ze dat? Waarom is dat geen gebruikelijker vorm? Dat vraagt om een langer gesprek.
Terug bij het Wijkpaleis eten we een broodje in de achtertuin. Er komt een leuke vogel bij ons zitten, die gek genoeg meteen begint te vertellen dat hij tot zijn pensioen werkte als onderhoudsman bij een woningbouwvereniging. Hij telt op zijn vingers de fusies en naamswijzigingen die hij heeft meegemaakt, en vertelt dat hij steeds minder mocht doen voor de bewoners. Extra klusjes, even iets repareren. Het was normaal, maar na de privatiseringen niet meer. Hij noemt ook alle straten op in Rotterdam waar hij heeft gewoond in zijn 73 jaar.
3 July:
2 July: Bad news
There was a vote today: The Netherlands will not welcome refugee children. I read that though villages, cities, local governments say yes to housing these 500 children, the house of representatives voted against—with a big majority. This week 377 people died on the Mediterranean Sea. There are more people than ever before on the run. Yet Europe closes its borders, and according to this article in De Groene by Irene van der Linde, in the Global South, where 85% of the displaced are now finding shelter, countries seem to follow the example of Europe, and stop letting in refugees, making it virtually impossibile for people to escape war or prosecution.
28 June: Voedselbos Vlaardingen
Vandaag op excursie naar het Voedselbos in Vlaardingen. Vanwege de corona-maatregelen waren alle rondleidingen geannuleerd, maar nu hebben we een afspraak om 15 uur. We gaan op de fiets en kunnen de ingang niet vinden. We mogen met gids Mike mee die de tweede groep rondleidt. Hij weet ongelooflijk veel van planten en laat ons van alles proeven. Je kan zelfs de bloemknoppen van de Aziatische Berenklauw eten!, zegt hij. Het Voedselbos is ontworpen met de principes van permacultuur, wat een grote diversiteit betekent en zoveel mogelijk de natuur haar gang laten gaan. Er zijn verschillende terpen en waterbekkens en een bosrand waardoor er een microklimaat ontstaat. De beplanting van al wat oudere bomen en struiken die voedsel leveren in de vorm van noten en zaden etc. heeft 120.000 euro gekost. Dit geeft ze een voorsprong van zeker 5 jaar op andere projecten die van nul af beginnen. De dikke bosrand met bomen en struiken stond er al. Waarmee ik wil zeggen dat ze niet helemaal met een kaal boeren weiland zijn begonnen. Hoewel er toch behoorlijk wat grondverzet is gedaan. Het land hebben ze kosteloos voor 20 jaar. Er zijn heel veel fruitbomen en – struiken geplant. Verschillende soorten appels, peren, frambozen en ik geloof wel twintig soorten bessen waaronder een jostibes, ze hebben ook de peperboom waarvan je de zaadjes als peper kan gebruiken, walnoot en tamme kastanje. Maar er zijn ook veel bomen en struiken waarvan het blad eetbaar is. Ik wil nog de volledige plantlijst opvragen van de ongeveer 600 bomen en struiken. In november 2015 zijn ze begonnen met planten en nu iets meer dan 4 jaar verder geeft het bos al voedsel. Toch is het moeilijk om een voorstelling te maken wat je kan gaan koken voor je avondeten, want hier pluk je niet even een courgette of een tomaat. Die zijn hier verboden.
Voedselbos Vlaardingen, vlak tegen de Westwijk en niet ver van de Maas.
27 June: Strowijk Iewan Nijmegen
Dit weekend doen we een paar excursies. Vandaag bezoeken we iemand in Cothen die op kleine schaal is begonnen met een voedselbos en we rijden naar Lent bij Nijmegen.
Het kan wél!, staat op een groot spandoek, duurzaam en sociaal bouwen en wonen. We zijn in Lent om het grootste strogebouw van Nederland te bekijken. De bewoners, vrijwilligers en professionele bouwvakkers hebben gezamenlijk aan dit complex van 24 sociale huurwoningen gewerkt dat is gebouwd met stro, leem en hout. Aan de buitenkant zie je al dat stro natuurlijk niet omdat het goed beschermd moet worden tegen weer en wind. Als je bouwt met stro produceer je geen bouwafval, het is biologisch afbreekbaar en de isolatie is zeer hoog. Op 1 mei 2015 zijn de bewoners er ingetrokken. Iewan is in de volksmond bekend als Strowijk.
Tegelijkertijd met Iewan ontstond er een ecologische wijk.
Iewan, Lent bij Nijmegen
27 June
27 June: Food forest and Strow bale building
Our first expedition out of town, on
super-diversity and living together
, with on Saturday two different excursions in the rural east of the Netherlands, on Sunday a food forest Vlaardingen, under the smoke of the Rotterdam harbours and petrochemical industries. We first visit Willemien, who is working on a food forest of her own. She and a few lodgers live in a big old farmhouse with some land, in the middle of a fruit-growing area. Her approach is tentative and experimental, and quite the opposite of tabula-rasa, drawing table planning. She just started here and there, watches what works, finds the right spot for every single plant till it thrives and florishes, and then slowly and friendly helps the many different patches and corners and experiments grow together. She is knowledgable and follows much of “the rules” for a real forest, but she’s also consciously un-dogmatic and grows some annuals for instance, where the whole concept of a food forest is based on growing perrenials. I like the playfullness, and I love the little umbrellas and paralols everywhere, that protect the young fruit trees. We are eating lots of berries, warm from the sun.
The whole concept of the food forest is exciting. It doesn’t even take so long before there is an abundance of species and a feeling of wildness. It is so contrary to the idea of having whole fields of the same crop, and start from scratch every year. Tomorrow we’ll visit the one close to Rotterdam, in Vlaardingen, and hopefully we can soon make an appointment for visiting the 11 year-old one in Groesbeek. There is a cook closely involved in that one, a specialist from a culinary perspective, which makes that one particularly interesting I think.
In the afternoon we visit, but without appointment and quickly ended by a tempest, the strawbale complex Iewan. “Het kan WEL!” reads a banner on the building. It IS possible! Super ecological sustainable building for a low price. We will have to come back for a tour, but we got a taste of the building and the communal gardens. The image below shows the space Iewan shares with IJkpunt. Iewan is social housing and rent, IJkpunt a mix of rented and owned buildings. To be continued.
Strobaalbouw wooncomplex Iewan in Lent. De binnentuin is gedeeld met de buren: IJkpunt.
23 June: Hermit in a Cabin #1
Replica of Henry David Thoreau’s cabin at Walden Pond
I am reading Walden and at the same time I started reading about Walden on the internet. For me the name Walden evokes the image of the cabin Henry David Thoreau built himself and not the place, Walden Pond. Maybe the book, the place, and the cabin are in my mind one and the same thing. The cabin is basically what we would call today an off-grid tiny house. It looks like a happy place, very bright and Spartan decorated with a bed and three chairs; “one for solitude, two for friendship, three for society.” He had a small table and a writing desk, and a fireplace. It had two large used windows that he bought cheap. In the book he made a table of the costs of building the hut with recycled material. Total: $28,12. It is just 10 x 15 ft, which is about 3 x 4,5 meters. It is interesting how the m2 of his cabin fit to the NEN1824 norm of 12 m2 of todays working spaces. And funnily enough, the workroom annex FGA archive in the house where we now live is also about 12 m2 but elongated, practically the same as in our old house. It is a very pleasant size that is somehow comfortable around your body.
But Walden really was about the experiments; baking his own bread, grow his own food and write. It was his friend Emerson who inspired Thoreau to write more and allowed him to build a cabin on a plot of land owned by him. His ideal week consisted of one day work and six day doing various other things. “I went to the woods because I wished to live deliberately, to front only the essential facts of life…”, and, “I learned this, at least, by my experiment; that if one advances confidently in the direction of his dreams, and endeavors to live a life which he has imagined, he will meet with a success unexpected in common hours.”
The cabin recalls several rustic types then popular like the small summerhouse, hermitage, and wilderness retreat. He compared it with the primitive hut of architectural theory and wanted to offer a model for the reform of domestic architecture. He stayed at Walden Pond for two years and two months, from July 1845 to September 1847. But he could have easily walked home because Walden Pond was just a mile and a half outside his native Concord, Massachusetts.
23 June: Push/Rent-Strike
Housing is a fundamental human right. Wonen is een mensenrecht. “Filmmaker Fredrik Gertten volgt advocaat en activist Leilani Farha die voor de VN internationaal onderzoek doet naar huisvesting. Veel grote steden hebben identieke problemen. Farha gaat naar lokaties in Groot-Brittannië, Spanje, Chili en Zuid-Korea. Hier wordt in wijken, waar voorheen niemand wilde wonen, de huur verdriedubbeld, zodat de oorspronkelijke wijkbewoners moeten verhuizen.”
De documentaire
Push
werd eind vorig jaar getoond in een volle zaal in Leeszaal West. Nu is de film online te zien
bij de NPO
. Het was bijzonder (en met terugwerkende corona-kracht nog meer) met zoveel mensen samen te kijken: je voelde hoeveel herkenning en verontwaardiging de film opwekte. Het was relevant, het kwam dichtbij. In de Rotterdamse Tweebosbuurt werden rond die tijd 600 gezinnen uit hun huis gezet door woningbouwvereniging Vestia. Het ging ongeveer gelijk op met onze huizenstress, en we hadden zelfs dezelfde advocaat, maar hun situatie is zoveel ernstiger en groter. Waar moeten al die mensen naartoe, met gezinnen, met een groot tekort aan huizen en zonder oprotpremie. En nu ik toch bezig ben: dit is nog maar het begin, van de grotere verdrijving, de
Expulsion
, zoals Saskia Sassen het noemt—zij wordt geinterviewd in de documentaire—de gedwongen evacuatie van miljoenen, het verliezen van huis en thuis, de massale vernietiging van leefgebied, en de leefbaarheid van de planeet. It is not about us. The problem is systemic, and the stress is privatised.
Tegen het eind van
Push
is het Leilani Farha en anderen gelukt een groot overleg tussen burgemeesters van grote steden te organiseren, om zich samen te weren tegen “Real Estate as a way to park excess capital”, onder de naam
The Shift
proberen ze een verschuiving teweeg te brengen: “The Shift recognizes housing as a human right, not a commodity or an extractive industry. The Shift restores the understanding of housing as home, challenging the ways financial actors undermine the right to housing. Using a human rights framework, The Shift provokes action to end homelessness, unaffordability, and evictions globally.
Ik hoop dat de hele Rotterdamse gemeenteraad kijkt, en de Rotterdamse burgemeester moet maar snel aanschuiven aan die tafel.
23 June
19 June: Looking for a piece of land
Here we look at a piece of land, more than 6000 m2, partly a dike and partly pasture
We drive to the border with Belgium for an appointment with a real estate agent. In their portfolio they also have agricultural land in Zeeuws-Flanders. We had a simple thought: if we want to regain control of our lives, we must have “our own” land, a piece of land that nobody can take from us and where we can do what we want. Even to leave it empty and let nature take its course. The piece of land on the photo is also part of that. Normally agricultural land is not that expensive but for some reason this piece is. And because it is a protected dike face, you are not allowed to do much with it. But he will check with the municipality. It is not far from the sea and on the left side of the dike is the new nature with saline water and on the other side corn is on the field. That salty water can become a big problem, something one of the apple farmers has pointed out for years. But they have lost the battle and the province has bought out farmers to return land to the sea to create “new” nature. A stupid idea.
Anyway, you are not allowed to build anything permanently on agricultural land and you are not allowed to live there either. Well, maybe in a yurt or in a wheeled caravan that you have to put away in winter. We are playing with the idea of creating a food forest. He tells us that there are more and more organic farmers in the region and not just potato and grain farmers.
I think of Catrina Davies and her book Homesick, Why I Live in a Shed. In this book, she describes how the housing crisis in Bristol is pushing her out. She shares a house with friends and lives in a small room not much bigger than a closet. Housing have become so expensive that she packs her things and goes back to Cornwall where she was born and decides to live in her father’s shed that has been vacant for years. I think she is very brave and of course she encounters a lot of obstacles. She not only overcomes these obstacles, but slowly she is also conquering the government and the rigid system.
Thoreau lived in a shed to make a statement, Catrina Davies is doing it because she ran out of other options. Frankly, our situation is starting to look a lot like hers and we are now also feeling our options are getting smaller. The apartment we rent is too expensive and finding something affordable is terribly difficult. Even in Rotterdam, the housing crisis has arrived. I will reread her book but I also want to read Walden by Thoreau!
19 June: naar de real-estate-man in Sluis
Te koop!?!?!
We weten van niets, maar we hebben een gesprek met de specialist agrarische real estate van een makelaar in Sluis.
Een paar weken geleden kwamen we op een fietstocht over een prachtig dijkje een bordje TE KOOP tegen. Na de deprimerende uren op Funda en de websites van de sociale woningbouw was het contrast met deze ruime zonnige en onverwachte uitnodiging euforisch stemmend. Weg met de huizenjacht! Weg met “er zijn nog 70 mensen voor u”, weg met “stuurt u maar een loonstrookje want u maakt alleen kans op deze woning als uw loon minimaal 4 x de huur bedraagt”! Toch nog een keer de opwinding het Nu Echt Gevonden te hebben.
Vele nieuwe, verse vragen: wat kost landbouwgrond eigenlijk? Wat mag je er op? Wat als we het hele idee van stad en huis laten varen en ergens een landje kopen om er voor te gaan zorgen? Dan komt dat wonen vanzelf, en is het niet meer zo belangrijk misschien. Ik weet het opeens bijna zeker, ik ben klaar voor een leven gewijd aan samenleven met de “more-than human”. Voedselbos, bodemwater, maximale biodiversiteit, tienjarenplan. Het lijkt me allemaal opeens aantrekkelijker, makkelijker, lichter en beter dan alles wat ik nu doe, en vooral ook beter voor de wereld. Nog voor ik weer op de fiets stap bel ik gewoon het nummer op het bord.
En die afspraak is dus vandaag.
19 June
15 June: first day in our studio
FGA studio annex Fucking Good Art Flagship
15 June: ignorant bliss
Ik woonde al heel lang in een geweldig fijn appartement, een voormalige dienstwoning op het dak van een kantoorpand van een shipping company. Het stond al lang leeg toen ik er 10 jaar geleden introk. Ik had er eerder naar gevraagd bij de eigenaar, en opeens mocht ik het huren. Een wonder. Niemand wilde het! Het was crisis. Er stond veel leeg. Rob had ook een fijn appartement, hij woonde er al veel langer. We waren buren. We reisden veel, en kwamen graag weer thuis. We hadden elk een eigen plek om te wonen en te werken. We nodigden mensen uit. We konden gastvrij zijn. Enfin, we hebben even niet opgelet en toen was Rotterdam opeens veranderd van een stad met ruimte in overvloed, naar een stad met een real-estate-boom en een echt, hard, pijnlijk, huizenprobleem.
Vorig jaar moesten we er weg. Opkrassen, wegwezen, opzouten, aftaaien, plaats maken, iets nieuws zoeken: verhuizen. We hebben echt gezocht, in de stad, buiten de stad. Niets lukte. Uiteindelijk drong de tijd en zagen we nog maar één kans. We verhuisden 2 maart, een week voor Lockdown, naar een “sjiek appartement” op een leuke plek in de stad, maar het lukte me niet er blij mee te zijn. Wat mij betreft is het een tijdelijk huis, veel te duur, ontworpen vanuit een idee over wonen dat mij niet bevalt (waarover later meer), en met een balkon waar de planten doodgaan.
Half mei keerde het tij: we konden een atelier huren in het Wijkpaleis, een nieuw initiatief, vlak om de hoek. Het is mooi, fijn, levendig, goed ontworpen en met liefde gerenoveerd, het is er welkom, er wordt gekookt en gegeten, er zijn fijne mensen die altijd bezig zijn. Financieel kan het helemaal niet naast de huur van ons te dure huis, maar we doen het toch. Het is het soort plek waar we het over willen hebben. Van hieruit gaan twee maanden op expeditie in en rond Rotterdam, nodigen mensen uit in de paleistuin en gaan ook in de boekenkast en het nieuws op zoek naar plannen en voorbeelden van “hoe het ook zou kunnen”, en waarom het niet vaker kan.